fbpx


Binnenland, Media

Bij het overlijden van Luc Beyer



Luc Beyer rtbf

Met het overlijden van Luc Charles Henri Beyer de Ryke (Gent, 9 september 1933 – Parijs, 18 januari 2018), telg van een liberale Gentse juristenfamilie en negentien jaar lang presentator van het RTB-televisienieuws, is er een stukje Gentse geschiedenis afgesloten. Beyer was bijvoorbeeld het laatste lid van de Gentse gemeenteraad dat zijn stemmen voornamelijk bij Franstalige Gentenaars haalde. Een mooie kiesslogan van hem was: Vous connaissez ma voix, donnez-moi la vôtre – zijn humaniora had hij gedaan in het Institut de Gand, waar vrijzinnige Franstaligen hun kinderen naartoe stuurden (katholieke Franstaligen stuurden hun zonen naar Sint Barbara).
De Gentse francofonie zou zo’n stemmenaantal vandaag niet meer kunnen leveren. In zijn boek Les Lys de Flandre : Vie et Mort des francophones de Flandre (1302-2002)* schreef Beyer: ‘Nous sommes devenus des fantômes.’ Men kan dat betreuren of niet betreuren, maar misschien is het niet overdreven om het zo te zeggen want in 1976 beschreef Suzanne Lilar in haar mooie Une enfance gantoise** hetzelfde fenomeen al.

De RTBf liet naar aanleiding van Luc Beyers overlijden een documentaire van 1977 zien, met hem in een hoofdrol. Men toonde daarin ‘hoe het nieuws gemaakt wordt’. Opvallend was dat bij die redactie toen de overtuiging nog leefde dat zij de Belgische publieke opinie vertolkten, ja zelfs de Belgische consensus. François-Michel Van der Mersch, redactiesecretaris van het RTB-nieuws ten tijde van Beyer zei het zo:

Il se fait qu’au sein d’une rédaction nous sommes de formations philosophiques différentes, représentant plus ou moins le consensus belge du moment. Et il y a non pas ce qu’on pourrait peut-être appeler une autocensure – moi je n’aime pas beaucoup ce terme par expérience, plus de dix ans que je suis dans cette maison – mais je parlerais plutôt d’auto-maîtrise. Alors, je crois que nous avons tous l’intention d’une objectivité, et nos collègues qui pensent parfois un peu différemment sur le même problème, mais avec lesquels nous travaillons de très près chaque jour, sont là pour peut-être nous faire remarquer, nous faire prendre conscience que notre façon de voir n’est peut-être pas tout à fait celle de tout le monde. Ils permettent de rectifier le tir l’un vis-à-vis de l’autre. Nous nous tenons tous, pour finir, non pas pour nous museler l’un l’autre mais pour nous permettre de définir ensemble, ce que nous croyons, ce qui pourrait peut-être approcher de plus près la réalité.
Het is zo dat in de schoot van de redactie wij uit verschillende filosofische strekkingen komen, en min of meer de Belgische consensus van het moment weerspiegelen. En er is helemaal geen, wat je zou kunnen noemen autocensuur. Vanuit mijn ervaring – ik ben nu meer dan tien jaar in dit huis – ben ik op die term niet zo gesteld. Ik zou eerder spreken van zelfbeheersing. Ik denk dan ook dat wij allemaal een objectiviteit voor ogen hebben, en onze collega’s, die soms wat verschillend denken over eenzelfde probleem, maar met wie wij elke dag samenwerken, zijn er juist om ons soms op te merken, of ons ervan bewust te maken dat onze zienswijze misschien niet is wat iedereen erover denkt. Ze maken het mogelijk dat wij onderling elkaars vizier bijstellen. Om kort te gaan, wij ondersteunen elkaar, niet om elkaar te muilkorven, maar om ons toe te laten samen datgene te omschrijven waarin wij geloven, zodat we misschien iets dichter bij de realiteit komen.

De wereld heeft niet stilgestaan en die verklaring klinkt nu erg naïef, maar blijkbaar werd ook ten tijde van Beyer de vraag al gesteld of journalisten van gevestigde media aan zelfcensuur deden. Nu weten we al een tijd dat ze dat inderdaad doen, soms dingen verdraaien, verzwijgen of vaker nog verdoezelen door bijvoorbeeld de betekenis van woorden bewust te verwringen, en wel zo vaak dat die woorden op den duur onbruikbaar worden in hun gewone betekenis. Wie kent nog de oorspronkelijke betekenis van ‘jongeren’, van ‘relletjes’, ‘incidenten’ enzovoort?
Wie de woordenschat beheerst, bepaalt de maatschappelijke thema’s en alle spreken is grijpen naar de macht, zoals Michel Foucault zei.
______________
* Parijs, 2002, bij François-Xavier de Guibert.
** Grasset & Fasquelle.

Aangeboden door de Vrienden van Doorbraak


steun doorbraak

Dit artikel, cartoon of podcast wordt u aangeboden door de Vrienden van Doorbraak

Door een jaarlijkse of maandelijkse bijdragen financieren de Vrienden van Doorbraak de publicatie van de gratis toegankelijke artikels, podcasts, cartoons of video-uitzendingen op doorbraak.be. Onze vrienden krijgen ook korting in de Doorbraak winkel en exclusieve uitnodigingen.

Hartelijk dank voor uw steun als Vriend van Doorbraak.

Marc Vanfraechem

Marc Vanfraechem (1946) werkte voor Klara (VRT-radio); vertaler, blogger sinds 2003.

Dit artikel delen


Als abonnee kan u dit artikel gratis verspreiden via sociale media en doorsturen naar uw vrienden. Zij zullen dit artikel volledig kunnen lezen zonder abonnee te zijn of zonder een (proef)abonnement te nemen. Zij krijgen bij het lezen de vermelding dat dit artikel door u wordt aangeboden. Als u dit via email doorstuurt, wordt het emailadres van uw vriend niet genoteerd in de databank.

Commentaren en reacties


Reageren op een artikel? Graag, maar hou het netjes, blijf bij het onderwerp van het artikel en blijf niet eindeloos reageren.  Dit is geen plaats voor scheldpartijen en eindeloze discussies. Niet meer dan 10 reacties per dag per persoon en niet meer dan 3 per artikel graag.  Kijk vooraf even op onze Spelregels en technische problemen
Reacties - klik hier