JavaScript is required for this website to work.
post

Overspeelt Erdogan zijn hand?

Dirk Rochtus15/4/2017Leestijd 3 minuten

Het referendum houdt een groot risico in voor de Turkse president. Zelfs als hij wint, is hij te ver gegaan.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Demoniseer je tegenstanders, noem ze terroristen, zeg dat ze zullen boeten: de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan weet wel uit welke vaatjes hij moet tappen om zijn achterban in een roes te brengen. Naarmate de dag van het referendum dichterbij komt, wordt zijn taalgebruik opruiender. Er staat zondag 16 april dan ook veel op het spel voor hem en Turkije. In het huidige systeem bekleedt de president een protocollaire functie. In de praktijk echter oefent Erdoğan een macht uit die hem grondwettelijk niet eens toekomt. Hij zou zelfs geen lid van een partij mogen zijn, maar voert al jaren onverdroten campagne voor zijn conservatief-religieuze AKP. Erdoğan kleurt dus buiten de lijntjes van de grondwet. Dat kan niet en dus moet hij de grondwet naar zijn hand zetten. Met het nieuwe presidentiële systeem zou Turkije veranderen in een alleenheerschappij. De Commissie van Venetië, een groep experts die in opdracht van de Raad van Europa advies geven over de instellingen van een staat, stelt dat het recht van elke natie om haar eigen systeem te kiezen niet onvoorwaardelijk is. De scheiding der machten moet gehandhaafd blijven. In het nieuwe Turkije waarvan Erdoğan droomt, zou dat echter niet meer het geval zijn: de president beschikt er over de mogelijkheid om het parlement te ontbinden, ministers aan te stellen en te ontslaan en toprechters te benoemen. Van checks-and-balances zoals in het Amerikaanse systeem zal er in dat Turkije geen sprake meer zijn.

Moed

Erdoğan greep in het parlement altijd naast de tweederdemeerderheid voor een grondwetswijziging die vereist is om een executief presidentieel systeem in te kunnen voeren. Gelukkig voor hem bestond er nog een tweede optie: als het parlement met 60% de amendementen op de grondwet goedkeurt, kan er een referendum over georganiseerd worden. Erdoğan kon in januari Devlet Bahçeli, de voorzitter van de ultranationalistische oppositiepartij MHP, er toe verleiden om het pakket van 18 grondwetsamendementen mee te laten goedkeuren door zijn parlementairen. De weg naar het referendum lag daarmee open. Een geluk voor Erdoğan? Of een groot risico? Als de meerderheid van de Turkse bevolking ja stemt, zal Erdoğan zich in 2019 als president nieuwe stijl kunnen laten verkiezen. Maar als het neen het haalt, verliest hij het aura van onoverwinnelijke leider. Opiniepeilingen tonen een nek-aan-nek race tussen de voor- en tegenstanders van het presidentiële systeem. Het feit dat bijna de helft van de ondervraagden zich tot het ‘neen’-kamp bekent, getuigt van grote moed in een land waar kritische stemmen tegengewerkt en vervolgd worden. Het bewijst dat er misschien heel wat meer mensen zijn die ‘neen’ denken, maar niet durven uitspreken. Tot in het stemhokje.

Uitgehold

Heeft Erdoğan zijn hand overspeeld door de grondwet te willen wijzigen en een macht na te streven die ongeëvenaard is in de geschiedenis van de Republiek Turkije? De helft van alle Turken stemde bij de laatste verkiezingen, op 1 november 2015, voor zijn AKP. Vele onder hen vereren hem omdat hij de economie opgekrikt heeft en van Turkije weer een regionale macht wilde maken. Bovenal had hij weer een stem gegeven aan de vrome moslims die zich decennialang door het seculiere establishment onderdrukt voelden. Maar die troefkaarten speelt hij misschien weer kwijt. De economie begint te slabakken. De Turkse lira vermindert in waarde en de werkloosheid stijgt. Welke buitenlandse ondernemer wil nog investeren in een land waar de rechtsstaat is uitgehold door de uitschakeling van vrije media en het ontslag en/of de opsluiting van meer dan 140.000 mensen uit alle geledingen van de maatschappij op verdenking van betrokkenheid bij de putsch van afgelopen zomer? De regionale ambities van Turkije staan onder druk in het Midden-Oosten. Geweld en terreur slaan over van Syrië naar de grote Turkse steden. Ook dat houdt toeristen weg en brengt klappen toe aan de Turkse economie.

Verdeeld

En wat de stem van de vrome moslims betreft? De massale vervolging van aanhangers van Fethullah Gülen, het vermeende brein achter de putsch, heeft paradoxaal genoeg ook vele mensen direct en indirect geraakt die ooit in Erdoğan hebben geloofd. Hun stemmen is Erdoğan alvast kwijt. En degenen die nog overblijven? Als ze nu ja stemmen, zal het de laatste keer zijn dat ze gebruik van hun vrijheid hebben kunnen maken. Toch vallen er ook binnen de AKP geluiden te horen dat de president nu te ver gaat, dat hij teveel macht naar zich toe wil trekken. Zijn vroegere medestanders zoals oud-president Abdullah Gül, oud-parlementsvoorzitter Bülent Arinç en oud-premier Ahmet Davutoğlu, weigeren campagne voor hem te voeren. Ook 550 voormalige parlementsleden roepen op om ‘neen’ te stemmen. Zij weten goed genoeg waarom. Een ja betekent de doodsteek voor het parlement. Een ja zal ook aantonen hoezeer Erdoğan de Turkse samenleving verdeeld heeft.

(Dit artikel verscheen in De Tijd van 15 april 2016. Foto: (c) Reporters

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties