JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Paul Bekaert, de romantische advocaat

Lorenzo Terrière10/12/2019Leestijd 4 minuten
Justitie – een fijne balans

Justitie – een fijne balans

foto © Reporters / DPA

Paul Bekaert is een man met een missie. In zijn nieuwste boek ‘De sluimerende staatsgreep’ verhult hij die levensopdracht niet voor z’n lezers.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Paul Bekaert is een man met een missie. In zijn nieuwste boek De sluimerende staatsgreep  verhult hij die levensopdracht niet voor z’n lezers. Als geëngageerde advocaat draagt hij sedert decennia via zijn werkzaamheden de fundamentele mensenrechten hoog in het vaandel. Met veel geschiedkundig inzicht schetst hij in dit boek hoe belangrijke principes van onze rechtstaat vandaag echter met de voeten worden getreden.

De vele actieve jaren op de teller temperen geenszins het West-Vlaamse arbeidsethos van deze geboren Kortrijkzaan. Zijn zoon Simon bekwaamde zich overigens in ijltempo in dezelfde stiel, en houdt er net als zijn vader een bijzondere aandacht op na voor geschillen in autonomievraagstukken zoals Schotland en Québec. Beide heren stellen ernstige vraagtekens naast de houdbaarheidsdatum van het centrale statelijke beleidsniveau dat haar perifere regio’s hardhandig onderdrukt.

Kind van zijn tijd

Bekaert stelt dat een advocaat via de beroepsopleiding een grondig begrip van de samenleving behoort te ontwikkelen. De auteur is evenwel een kind van zijn tijd: zijn discours leest soms als een wat nostalgische terugblik naar hoe het métier vroeger ooit was. Niet toevallig noemt hij zichzelf ook ‘een romantisch advocaat’. Bekaert heeft de academische opleiding in de rechten door de jaren heen ernstig zien veranderen.

Vroeger was het een brede universitaire studie waarbij algemene vakken als Europese literatuur, filosofie en geschiedenis belangrijke bouwstenen vormden. Vandaag is het leertraject sterk versmald en toegespitst op de verschillende niches en vertakkingen die het Wetboek kent. Met als gevolg dat Meester Bekaert heden bij vele magistraten bemerkt dat de nodige achtergrondkennis afwezig is. Nochtans hebben advocaten naar zijn oordeel bovenal een maatschappelijke taak, en dan moet je ook de grondslag van de maatschappij goed begrijpen.

Andere tijden

Nu dient te worden opgemerkt dat deze evolutie naar specialisering ook in andere academische opleidingen duidelijk aanwezig is. Je kunt dat misschien betreuren maar het is wel een reëel antwoord op een maatschappelijk realiteit die nu eenmaal veelzijdiger en complexer is geworden. Expertise opbouwen in specifieke onderzoeksvelden is een succesvolle manier om effectief ook te kunnen excelleren in dat domein. Het veld van de generalisten is steeds dunner gezaaid.

Ten tweede valt te betwijfelen of enkel een vijfjarige opleiding in de rechten überhaupt kan volstaan om de volledige maatschappij te begrijpen. Persoonlijk denk ik dat je ze pas goed onder de knie krijgt wanneer je de gecombineerde driehoek van recht, economie en politiek afdoende beheerst – hetgeen mijzelf motiveerde om de drie masterstudies succesvol te beëindigen. Immers, juristen schrijven vaak wetgeving of vellen een oordeel dat dan later onredelijk blijkt omwille van het rammelende financiële of budgettaire kostenplaatje. De maatschappij beschikt nu eenmaal maar over een beperkt aantal middelen waarmee ze aan de slag moet. Omgekeerd tekenen economen soms macro-plannen uit die dan weer wettelijk niet implementeerbaar zijn.

Kooplieden in de tempel van Justitia

Bekaert onderscheidt zich als romanticus uitdrukkelijk van wat hij de ‘commerciële advocaten’ noemt. Inderdaad, binnen de beroepsgroep van de advocatuur is er de afgelopen jaren een duidelijke bedrijfsmatige trend merkbaar.

Professionalisering, efficiëntie en schaalvergroting hebben als leidende managementprincipes de juridische wereld en haar verdienmodel grondig hertekend. De traditionele eenmanszaak ruimde plaats voor strak georganiseerde KMO’s en bedrijven. Bekaert werpt tegen dat we hierbij echter niet de deontologische code van plichtenleer van de advocaat uit het oog mogen verliezen. Daarin staat onder meer dat hij of zij ook de hoeder van de rechtsstaat moet zijn – en het beroep dus niet enkel als broodwinning mag zien.

Effectief, je kunt vraagtekens zetten naast het ontluiken van zo’n advocaten-industrie. De meer fundamentele vraag rijst zelfs of een advocaat en het bijbehorende juridische gepingpong überhaupt wel waarde aan de maatschappij toevoegt. Eerder dan economische meerwaarde te creëren bestaat geschillenbeslechting immers vooral uit het herverdelen van bestaande middelen onder de actoren in het dispuut. Nu, waarschijnlijk is dit gewoonweg de prijs die we betalen om de vele conflicten in onze westerse beschaving geweldloos te neutraliseren.

Sluimerende staatsgreep

Met lede ogen ziet de auteur dat de politiek zich steeds verder inmengt in de wereld van de rechters. Bekaert spreekt van een ‘sluimerende staatsgreep’, waarbij de wetgevende en uitvoerende macht zich ongegeneerd op het terrein van de rechterlijke macht wagen. Hij waarschuwt voor verwensingen als ‘wereldvreemde rechters’ en vraagt meer begrip voor de mensen die in de uitoefening van hun job gewoon geacht worden om de wetten te doen naleven. Indien parlementsleden en ministers daarop kritiek hebben, dan staat het die laatsten vrij om de desbetreffende wetteksten in die zin aan te passen. Want dat is hún job.

Het klopt natuurlijk dat er in het parlement heel wat brolwetgeving tot stand komt door onzorgvuldig kunst- en vliegwerk door niet-juristen. Maar Bekaert neemt het vooral de politici kwalijk die wél een juridische achtergrond hebben en die toch bewust onjuistheden verkondigen. Daardoor scheppen ze een verkeerd beeld van de rechterlijke wereld. En daar heeft Meester Bekaert wel een punt natuurlijk, want die beeldvorming is niet onschuldig.

De weg van de vergelding

Dé rechterlijke macht, die bestaat trouwens niet. Wel is er een lappendeken gaande van pro deo advocaten tot lucratieve consultancybureaus. Wil de rechterlijke macht maatschappelijk relevant en gezaghebbend blijven dan zal het mijns inziens niet volstaan om zich op te sluiten in haar ivoren toren, maar is het net nodig om de deuren van de tempel open te gooien voor alle burgers.

We moeten daarom bijvoorbeeld blijven waken over de laagdrempelige rechtstoegang in ons land. Pas dan zal men het belang van deze steunpilaar van onze westerse beschaving blijvend erkennen. Trouwens, het juridische apparaat moet ook tegen weerspannigheid vanuit de politiek bestand zijn; je moet daar niet overgevoelig op reageren. Kritiek maakt net sterker en brengt je net dichter bij de wijsheid.

Even ergert Paul Bekaert zich aan de huidige publieke opinie die de gemakkelijkste weg van de vergelding kiest. Zo’n aanpak hoort niet in een beschaafd land. De wet is er om de burger tegen de staat te beschermen evenals de burgers tegen elkaar. De rechtstaat dat is verheffing, en dat rijmt duidelijk steeds moeilijker met de lage gevoelens van impulsieve burgers.

Gaat Bekaert hier niet een beetje uit de bocht? Immers, de maatschappelijke elite moet de mensen ook onderwijzen en leiden in het bewandelen van het juiste pad. Faalt het maatschappelijke contract, dan is dit tevens de verantwoordelijkheid van de elite. Niet meer de moeite willen nemen om de inhoud van wetteksten uit te leggen en ze dan maar gewoon toepassen, zoals Bekaert opwerpt, is onvoldoende.

Lucky Luke

Zelf zegt Bekaert dat hij zich soms een beetje ‘de eenzame cowboy’ noemt als advocaat met een engagement. Hij is ook wat verbitterd over het Europese niveau. Al zal de auteur meer recent toch aangenaam verrast geweest zijn door het advies van de advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie. Daarmee werd de deur geopend voor de verkozen (maar opgesloten) Catalaanse separatist Junqueras om toch zijn mandaat als Europees Parlementslid op te nemen. Het advies neemt de logica over van onder meer meester Bekaert dat een democratische instelling als het Europees Parlement zelf moet kunnen oordelen over de voorrechten en immuniteiten van één van haar leden.

Zo zie je maar, wie voor zijn principes blijft ijveren, die vindt vroeg of laat toch nog medestanders in de strijd…

Lorenzo Terrière is doctoraatsonderzoeker en geeft les aan de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Gent. Voorheen werkte hij o.m. op het kabinet van Defensie (N-VA).

Meer van Lorenzo Terrière
Commentaren en reacties