JavaScript is required for this website to work.
Religie

Paus Benedictus XVI: ‘Mijn Geestelijk Testament’

ColumnPaus Benedictus XVI 2/1/2023Leestijd 3 minuten
Paus Benedict XVI.

Paus Benedict XVI.

foto © Belga Image

Paus Benedictus XVI schreef op 29 augustus 2006, in het tweede jaar van zijn pontificaat, zijn Geestelijk Testament.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het Vaticaan publiceerde het ‘Geestelijk Testament’ van de zaterdag overleden paus dat Benedictus XVI op 29 augustus 2006, in het tweede jaar van zijn pontificaat, heeft geschreven. Dit is zijn letterlijke tekst. 

Mijn geestelijk testament

‘Als ik in dit late uur van mijn leven terugkijk op de decennia die ik achter de rug heb, zie ik allereerst hoeveel reden ik heb om te danken. Bovenal dank ik God zelf, de gever van alle goede gaven, die mij het leven heeft geschonken en mij door alle soorten verwarring heeft geleid; die mij altijd weer heeft opgeraapt als ik begon weg te glijden, die mij altijd weer het licht van zijn aangezicht heeft gegeven. Achteraf zie en begrijp ik dat zelfs de donkere en moeilijke stukken van dit pad voor mijn heil waren en dat Hij mij juist daar goed heeft geleid.’

‘Ik dank mijn ouders, die mij in moeilijke tijden het leven gaven en met hun liefde een prachtig huis voor mij bouwden, dat tot op de dag van vandaag als een helder licht door al mijn dagen schijnt. Het heldere geloof van mijn vader leerde ons broeders en zusters te geloven en stond vast als gids te midden van al mijn wetenschappelijke kennis; de oprechte vroomheid en grote vriendelijkheid van mijn moeder blijven een erfenis waarvoor ik haar niet genoeg kan bedanken. Mijn zus heeft mij tientallen jaren onbaatzuchtig en vol vriendschappelijke zorg gediend; mijn broer heeft altijd de weg voor mij gebaand met de scherpzinnigheid van zijn oordelen, met zijn krachtige vastberadenheid en met de opgewektheid van zijn hart; zonder dit altijd nieuwe doorgaan en meegaan zou ik niet in staat zijn geweest de juiste weg te vinden.’

Uit de grond van mijn hart dank ik God voor de vele vrienden, mannen en vrouwen, die hij altijd aan mijn zijde heeft geplaatst; voor de medewerkers in alle fasen van mijn reis; voor de leraren en studenten die hij mij heeft gegeven. Ik vertrouw ze allemaal dankbaar toe aan zijn goedheid. En ik dank de Heer voor mijn prachtige huis in de Beierse uitlopers van de Alpen, waarin ik steeds weer de pracht van de Schepper zelf mocht zien doorschijnen. Ik dank de mensen van mijn vaderland dat ik telkens weer de schoonheid van het geloof mag ervaren. Ik bid dat ons land een land van geloof blijft en ik vraag u, beste landgenoten, om uw geloof niet te laten afleiden. Ten slotte dank ik God voor al het moois dat ik heb mogen ervaren op de verschillende etappes van mijn reis, maar vooral in Rome en in Italië, dat mijn tweede thuis is geworden.’

‘Aan allen die ik onrecht heb aangedaan, vraag ik uit de grond van mijn hart om vergeving. Wat ik eerder zei over mijn landgenoten, zeg ik nu tegen allen die aan mijn dienst in de Kerk zijn toevertrouwd: houd stand in het geloof! Laat u niet in verwarring brengen! Vaak lijkt het alsof de wetenschap – enerzijds de natuurwetenschappen, anderzijds het historisch onderzoek (vooral de exegese van de Heilige Schrift) – onweerlegbare inzichten te bieden heeft die strijdig zijn met het katholieke geloof. Ik ben van veraf getuige geweest van veranderingen in de natuurwetenschappen en ik heb gezien hoe schijnbare zekerheden tegen het geloof wegsmolten, geen wetenschap bleken te zijn maar filosofische interpretaties die slechts schijnbaar tot de wetenschap behoren – net zoals het geloof zelf in dialoog met de natuurwetenschappen, de grenzen van de reikwijdte van zijn uitspraken en dus zijn eigenlijke aard beter leerde begrijpen. Al 60 jaar volg ik de weg van de theologie, in het bijzonder van de bijbelwetenschappen, en ik heb schijnbaar onwrikbare stellingen zien instorten met de veranderende generaties, die slechts hypothesen bleken te zijn: de liberale generatie (Harnack, Jülicher, enz.), de existentialistische generatie (Bultmann, enz.), de marxistische generatie. Ik heb gezien en zie hoe, uit de wirwar van hypothesen, de rede van het geloof is ontstaan en opnieuw ontstaat. Jezus Christus is waarlijk de Weg, de Waarheid en het Leven – en de Kerk, in al haar tekortkomingen, is waarlijk Zijn Lichaam.’

‘Tot slot vraag ik nederig: bid voor mij, opdat de Heer mij ondanks al mijn zonden en tekortkomingen tot de eeuwige woningen toelaat. Aan allen die mij dag na dag zijn toevertrouwd, bied ik mijn oprechte gebeden aan.’

Benedictus PP XVI.

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties