JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Pensioendebat: veel geblaat, weinig wol

het pensioendebat

Jef Vuchelen6/8/2013Leestijd 3 minuten

Voorstellen genoeg over pensioenen, zeker in komkommertijd. Het ene klinkt al interessanter dan het andere. Maar volgens Jef Vuchelen gaan ze aan de essentie voorbij.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De periode tussen de nationale feestdag en 15 augustus is traditioneel komkommertijd bij uitstek. Beleidsvoerders die niet met vakantie zijn, kunnen – mits een kleine inspanning – zeer gemakkelijk de pers halen. Het enige dat ze moeten doen, is iets vertellen. Soms is dat interessant en nuttig, soms valt de verkwisting van papier en inkt te betreuren.

Zo argumenteren twee CD&V-ers, Peter Van Rompuy en Robrecht Bothuyne, dat de pensioenleeftijd zou moeten mee evolueren met de levensverwachting. Wat er interessant aan deze stelling is, is niet nieuw en het nieuwe is gevaarlijk.

Dat de pensioenleeftijd omhoog moet, is een voorstel dat al jaren circuleert. Maar er verandert weinig en dus verwachten we van beleidsverantwoordelijken daden eerder dan nogmaals een herkauwde stelling. Beleidsvoerders moeten begrijpen dat ze geen geloofwaardigheid opbouwen door oude vrijblijvende analyses te herhalen. Liever een concreet wetgevend initiatief dat door het parlement wordt verworpen dan goedkoop bladvulsel.

Maar het voorstel van beide CD&V’ers is ook ‘gevaarlijk’. Wordt bedoeld dat de binding tussen de pensioenleeftijd en de levensverwachting moet gelden voor de gehele bevolking dan gaat het voorstel in essentie uit van een ‘optimale’ pensioenperiode. Geen probleem, maar dan graag een volledige redenering, inclusief een vooropgestelde termijn. De levensverwachting voor alle 65-jarigen bedraagt vandaag bijna twintig jaar. Is dat dan de periode waarrond de financiële houdbaarheid van het wettelijk pensioen moet worden gereorganiseerd? Of wenst men terug te keren tot de situatie in 1960 toen de pensioenperiode nauwelijks 3 jaar bedroeg wat een wettelijke pensioenleeftijd van 80 jaar inhoudt?

Maar de levensverwachting verschilt tussen mannen en vrouwen. Gaan we nu opnieuw een onderscheid in de pensioenleeftijd introduceren? Meer, de levensverwachting verschilt van persoon tot persoon. Zal de pensioenleeftijd dit weerspiegelen?

Erger, de levensverwachting verandert doorheen de carrière. Zal iemand van 25 moeten uitgaan van een pensioenleeftijd van 70, maar van 60 op zijn vijftigste omdat zijn levensverwachting daalde?

Losse bespiegelingen die geen antwoord geven op evidente vragen die het voorstel oproepen, helpen ons echt niet vooruit in het pensioendossier. Ieder uitgewerkt en doordacht voorstel verdient aandacht, maar beleidsvoerders mogen geen misbruik maken van hun toegang tot de media.

Het wordt ook hoog tijd dat beleidsvoerders inzien dat het pensioendossier niet gaat over de pensioenleeftijd maar over de financiering van de vergrijzingskosten. De verhoging van de pensioenleeftijd is een mogelijk onderdeel van de oplossing, maar zonder globale visie op het pensioendossier zetten we geen stap vooruit. Het pensioendossier blinkt niet voor niets al jaren uit door een compleet status-quo.

Nuttiger zijn de voorstellen van Groen – iedere dag wordt er wel een stuk van hun dossier gelost – dat inhoudt dat een volledig pensioen pas na een carrière van 42 jaar kan worden verkregen en dat iedereen, ook zij die niet werkten, recht hebben op een basispensioen. Het basispensioen wordt aangevuld volgens het aantal gewerkte jaren en het verdiende loon en dus volgens de afgedragen bijdragen. Het voorstel is nuttig omdat het redelijk concreet is. Ook rechtvaardiger omdat de carrière en dus de bijdrageperiode tot het pensioenstelsel voor iedereen gelijk is. Wanneer rigoureus aan de regel wordt vastgehouden, kan een aantal rariteiten uit het huidig stelsel worden gehaald. Ook het basispensioen heeft interessante aspecten. Groen heeft zelfs de financiering uitgewerkt: nettokost twee miljard euro of een half procent van het bbp. Als we zien hoe gemakkelijk deze regering besparingsmiljarden vindt, kan dit geen probleem stellen.

Dit voorstel, denken we, zal, onder een of andere vorm, zijn ingang vinden bij de beleidsverantwoordelijken. Maar is dit nu prioriteit in het pensioendossier? Hoe goed de bedoeling ook is, mensen stellen zich vandaag vooral de vraag of de huidige pensioenen betaalbaar blijven. Een nieuw pensioenstelsel invoeren dat twee miljard extra kost gaat voorbij aan het probleem dat evenveel nodig is om de toename van de vergrijzingskosten tegen 2020 te financieren. Heeft Groen ook een oplossing voor dat probleem?

Vreemd dus dat men basispensioenen gaat invoeren om de armoede bij ouderen weg te werken als op het zelfde moment de leefbaarheid van het gehele pensioenstelsel in vraag wordt gesteld. Dit vermijden zal moeilijk kunnen zonder ingrepen in de pensioenen. Wat gaat er dan gebeuren met de basispensioenen? Zullen de werkenden dan nogmaals alles mogen dragen?

De auteur is professor emeritus aan de Vrije Universiteit Brussel.

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties