JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Peter De Roover versus Tom Lanoye

Islamkritiek = uiterst rechts?

Chris Ceustermans2/5/2016Leestijd 2 minuten

Zitten Peter De Roover en Tom Lanoye niet elk in hun eigen ivoren toren als het over identiteit gaat of over de islam?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het gesprek tussen auteur Tom Lanoye en fractieleider voor de N-VA Peter De Roover in de Knack van 27 april liet een bittere nasmaak achter. Niet alleen door Tom Lanoye die zijn zelfingenomen en wereldvreemde zelf was, maar ook omdat N-VA-er De Roover in een poging tot het verdedigen van de vrije meningsuiting voor zowel linkse als rechtse stemmen de islamcriticus en auteur Wim Van Rooy bestempelde als ‘uiterst rechts’.

Dat Tom Lanoye alleen de vrije meningsuiting durft te verdedigen als het gaat om figuren als Abou Jahjah die leven van de polarisatie van de gemeenschappen (‘de stad is van ons’), en van het systematisch gelijkstellen van Vlamingen met racisten, en die moslims voorstellen als nakomelingen van tegen hun wil ingevoerde slaven, dat is bekend. Ook geeft Lanoye in dat Knack-interview geen blijk van enig animo voor media waarin een diversiteit van stemmen aan bod zou kunnen komen, van links tot erg conservatief zoals dat in een open samenleving als Nederland wel mogelijk is dankzij De Telegraaf of Elsevier. Een Voltaire is duidelijk aan Lanoye voorbijgegaan. Niet echter een benepen kruidenier die zijn vaste klanten naar de mond praat en zijn centjes telt in een Zuid-Afrikaans optrekje.

Lanoye, die zich altijd heeft verschanst in netjes afgesloten forten zoals zijn voormalige Antwerpse loft in de Broederminstraat, is blijven hangen in een discours uit de jaren tachtig. Deze venter van weldenkende meningen verkiest de ogen te sluiten voor het nieuwe religieuze fascisme dat zich steeds meer manifesteert in onze straten. De geschiedenis zal ongenadig oordelen over dergelijke opportunisten van de pensée unique die de onbevangen rol van de literatuur uithollen en niet het lef hebben om het door hen gewenste mensbeeld even aan de realiteit te toetsen – wat Peter De Roover wel aandurft. Dit alles was helaas voorspelbaar.

Minder voorspelbaar in dat Knack-interview was hoe Peter De Roover, in zijn ijver om Tom Lanoye aan te tonen dat de media in Vlaanderen maar een beperkte bandbreedte van het maatschappelijk debat laat horen, Wim Van Rooy als ‘uiterst rechts’ omschrijft. Dat is erg jammer omwille van twee redenen.

Ten eerste gaat De Roover bewust of onbewust mee in de bizarre, recente gewoonte om godsdienstkritiek – en dan vooral die op de islam – als extreemrechts af te serveren. Dat is een strategie die in Vlaanderen elk debat doodmept over hoe een rigide religieus waardensysteem al dan niet kan cohabiteren met een open samenleving.

Ten tweede is het ook jammer omdat de diepgaande analyse van vrijmetselaar Wim Van Rooy vanuit diens linkse en humanistische inspiratiebronnen en wortels vertrekt. Zo was hij een tijd programmaker bij Radio 3, kabinetsmedewerker op een links kabinet en later directeur van een Joodse school. Net dat zwaaien met etiketten als ‘extreemrechts’ vanuit de linkerhoek, en de code van het zwijgen over de aard van de islam, hebben gemaakt dat de man gerecupereerd wordt door rechtse kringen die niet meteen zijn natuurlijke habitat zijn.

In het intellectueel steeds meer benepen en angstige Vlaanderen is het langzamerhand ondenkbaar dat fundamentele religiekritiek links kan zijn, zoals ze dat altijd al in de recente geschiedenis is geweest. Peter De Roover, als lid van een partij die door opportunisten zoals Abou Jahjah zo vaak als extreemrechts wordt afgevoerd, zou zelf wat voorzichtiger moeten zijn met stigmatiserende etiketten. Vooral als men die kleeft op mensen die het onbespreekbare bespreekbaar proberen te maken.

foto ©Johan Jacobs

Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.

Meer van Chris Ceustermans
Commentaren en reacties