JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Peter De Roover wordt lid van de Belgische Tuf-Tuf-club

Bart Maddens9/6/2017Leestijd 3 minuten

Zou De Roover echt geloven dat het mogelijk is om binnen de krakkemikkige Belgische structuren een efficiënt veiligheidsbeleid te voeren?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

“België is geen failed state. Er zit alleen wat zand in de machine”. Dat is blijkbaar, kort samengevat, de conclusie van de onderzoekscommissie over de aanslagen van 22 maart. Het rapport werd vorige donderdag voorgesteld. Een van de auteurs is Peter De Roover.

Het verslag staat nog niet online. Ik heb dus niet kunnen checken of de woorden ‘confederalisme’ of ‘splitsing’ erin voorkomen. Want volgens de N-VA-congresresoluties van begin 2014 is het enkel door de politiediensten te splitsen en een confederale veiligheidsarchitectuur te creëren dat een efficiënt beleid mogelijk wordt. Maar dat lijkt de conclusies van de onderzoekscommissie niet te hebben gehaald. Als het al op tafel is gelegd door de N-VA’ers in de commissie. En waarom zouden ze dat ook doen, als het enkel een kwestie is van wat zand uit de machine te verwijderen?

Maar dan vraag ik me wel af: zouden verstandige mensen als Jan Jambon en Peter De Roover echt geloven dat het mogelijk is om binnen de krakkemikkige Belgische structuren een efficiënt veiligheidsbeleid te voeren? Zouden zij echt geloven dat België in staat is om op dat vlak waar voor zijn geld te leveren aan de burgers ? Dat het volstaat om eventjes met een vod over de machine te wrijven en er wat zandkorreltjes uit te halen?

‘Nee dat geloven wij niet echt,’ zal het tweetal obligaat antwoorden – tenminste als ze voor een Vlaams-nationaal publiek staan – ‘maar binnen de Belgische structuren moeten we roeien met de riemen die we hebben. In afwachting van de grote confederale hervorming mogen we niet nalaten om nu al te doen wat we kunnen voor de veiligheid van de burger.’

Wachtend op die mooie, nieuwe, hybride wagen kunnen we niet anders dan onze roestige oldtimer weer aan de praat proberen te krijgen. Als de garagist wat zand en stof weghaalt kunnen we weer een paar kilometer verder. Of hoe Peter De Roover noodgedwongen lid is geworden van de Belgische oldtimer-club – naar het schijnt een mooie hobby.

Allemaal goed en wel, maar als het verslag van de onderzoekscommissie online staat, dan moet je ook eens zoeken op ‘herfederalisering’, hoor ik De Roover al reageren. En inderdaad, allicht komt ook dat woord niet voor in de conclusies van de commissie. Zonder de N-VA zou dat ongetwijfeld wel het geval geweest zijn. In tijden van nationale rouw gedijt het neo-unitarisme goed, schreef ik hier eerder al. Na de aanslagen was het vorig jaar al herfederalisering wat de klok sloeg. Hadden we maar niet zoveel bevoegdheden overgeheveld naar de deelstaten, dan was België vandaag veiliger, was de teneur in de media en bij veel politici.

Als de onderzoekscommissie niet is mee gestapt in die richting, dan is dat ongetwijfeld de verdienste van de N-VA. Ik schrijf het niet graag, maar de communautaire stilstand heeft ook voordelen. In een bevroren institutioneel landschap kunnen er ook geen stappen achteruit worden gezet: kan er niet worden geherfederaliseerd, kan er geen nationale kieskring komen, kunnen de federale en de regionale verkiezingen niet aan elkaar vastgeklonken worden enzovoort.

Dat is de kracht van inertie die de N-VA momenteel op communautair vlak tentoonspreidt. Door het institutionele status quo te bewaren zorgt de partij ervoor dat het niet veel erger wordt voor Vlaanderen. Nogmaals, dat is niet onverdienstelijk. Maar wild enthousiast word ik daar toch niet van. Van een Vlaams-nationale partij die één derde van de stemmen haalt en de grootste partij van België is, mag en moet meer worden verwacht, véél meer.

Misschien kunnen de drie studiedagen die ‘Objectief V’ in juni/vanaf vandaag organiseert een eerste aanzet zijn daartoe. Maar dan enkel als die de op maat worden van een intense communautaire campagne die crescendo gaat tot aan de verkiezingen. Een campagne die gepaard gaat met het systematisch opvoeren van de communautaire spanning. Het is niet dat er een gebrek is aan communautaire munitie. Alles is namelijk communautair, alleen zijn de media als de dood voor die framing. Maar de N-VA heeft de macht en de middelen om dat te doorbreken.

Het klinkt gek, maar eigenlijk moet worden gehoopt dat deze drie studiedagen de zwanenzang worden van ‘Objectief V’. Want dat vehikel wekt te veel de indruk dat het een vrijblijvende communautaire nevenactiviteit geworden is binnen de partij. Terwijl de serieuze mensen het zand uit de Belgische machine verwijderen, mogen de flamingantische kindjes wat spelen in de zandbak. Een partij die zichzelf respecteert richt geen obscuur bijhuis op om de corebusiness in onder te brengen. Het is de N-VA als geheel die het communautaire opnieuw in de markt moet zetten, en wel snel.

Daarom is het een goed teken dat Sander Loones en Matthias Diependaele verschillende andere N-VA-tenoren bij die studiedagen hebben betrokken. Zo zal op 24 juni niemand minder dan Peter De Roover spreken over, jawel, confederalisme. Alvast die zaterdag zal hij zich dus niet aan zijn nieuwe hobby kunnen wijden, en maar goed ook. Niet dat we hem die niet gunnen. Maar geef toe, het is niet daarvoor dat hij door de Vlaams-nationalisten naar de Kamer is gestuurd.

foto ©reporters

Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.