JavaScript is required for this website to work.
Wetenschap

Plastic en spooknetten bedreigen Indische en Stille Oceanen

VN-rapport roept op tot meer en vooral concrete actie om afval te verminderen

Jan Lung2/9/2021Leestijd 4 minuten

plastic

plastic

foto © Lauren Packard

VN willen dringend mondiale acties om afval in het milieu te verminderen, en eisen meer inspanningen om effect op dier en mens te begrijpen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Van bedreigde zoetwaterdolfijnen die zijn verdronken omdat ze verstrengeld raakten in afgedankte visnetten, tot olifanten die door afvalbergen scharrelen. Migrerende diersoorten behoren tot de meest kwetsbare voor plasticvervuiling, aldus een VN-rapport over de regio Azië-Pacific. Dat werd op dinsdag 31 augustus in Parijs voorgesteld. In het rapport wordt opgeroepen tot meer en vooral concrete actie om afval te verminderen.

Steeds meer afval in oceanen

Plastic is heel veelzijdig materiaal en bovendien spotgoedkoop te produceren. Bijgevolg is het dan ook geen wonder dat het zo veel wordt gebruikt. Maar eenmaal geproduceerd, vergaat het nóóit meer. Daarom vormt het een levensgrote bedreiging voor ons milieu. Per uur belandt er een hoeveelheid plastic in zee waarmee je elf olympische zwembaden zou kunnen vullen. Per jaar is dat goed voor naar schatting elf miljoen ton plastic. En het wordt alsmaar meer. We hebben in de afgelopen twintig jaar evenveel plastic geproduceerd als in de tachtig jaar ervoor. Dit zal volgens zowat alle experts in de komende tien jaar verdubbelen als er geen actie wordt ondernomen.

Zwerfvuil in de oceanen komt soms uit containers die tijdens stormen van schepen vallen, of het bestaat uit vistuig dat door de visserij verloren raakt. Maar de grootste boosdoener is vuilnis dat van straten via de rivieren naar zee stroomt. Ook komt er veel zwerfvuil van vuilstortplaatsen dat in rivieren lekt, of van stortplaatsen die zelfs direct aan zee liggen.

En dan is er ook nog eens het alsmaar problematischer wordende probleem van het gebruik van pesticiden en kunstmest op landbouwbedrijven. Dat is wereldwijd in de afgelopen vijftig jaar met een factor zesentwintig toegenomen. Bij iedere regenbui komen de chemicaliën in nabijgelegen beken en rivieren, maar ook in het grondwater terecht. Pesticiden kunnen nuttige insecten, bodembacteriën en vissen doden. Kunstmest is niet direct giftig, maar kan het voedingssysteem in zoetwater- en zeegebieden veranderen. Dat zorgt vaak voor een explosieve groei van algen, waardoor koralen, vissen en ander waterleven afsterft.

Plastic eilanden

Een groot deel van het afval dat in de oceanen terecht komt bestaat uit plastic. Eenmaal in zee breekt het vrijwel niet of heel langzaam af. Het kan jarenlang met de stroming mee dobberen. Dit hoopt zich op in grote ‘plastic eilanden’ en spoelt aan op het strand. Het plastic dat in de zeeën terechtkomt, verteert niet. Het valt uit elkaar in steeds kleinere stukjes, die ook nog eens steeds giftiger worden. Door al die kleine deeltjes plastic in het water veranderen de oceanen in een plastic soep die dodelijk is voor de maritieme fauna.

Ook mensen krijgen, via de voedselketen, minuscule fragmenten plastic binnen. De gevolgen voor de volksgezondheid zijn vreemd genoeg nog zo goed als onbekend omdat er te weinig onderzoek naar wordt verricht…

Spooknetten

Visnetten werden vroeger geknoopt met touw van natuurvezels. Maar sinds de jaren zestig van de vorige eeuw worden ze van kunststofvezels gemaakt. Vezels die veel sterker en goedkoper zijn. Omdat ze niet vergaan worden onze zeeën en oceanen nu vervuild met visnetten die daar tot in lengte van dagen blijven ronddrijven. Deze spooknetten verwonden en doden zeedieren. Zeezoogdieren die in netten verstrikt raken, zoals dolfijnen, stikken. Vissen die vast komen te zitten, verhongeren. Al die slachtoffers zijn op hun beurt een gemakkelijke prooi voor andere dieren. Rond achtergelaten netten wemelt het daardoor van leven, wat de kans op nieuwe slachtoffers alleen maar vergroot.

Aan de Noord-Australische kust spoelt elk jaar op elke kilometer drie ton aan spooknetten aan. In dit gebied leven ook zes van de zeven soorten zeeschildpadden. Schildpadden zoeken drijvende objecten op om zich onder te verschuilen. Vanuit zo’n veilige plek zoeken ze voedsel. Maar schildpadden weten niet dat spooknetten voor hen allesbehalve veilig zijn en raken erin verstrikt. Spooknetten vernielen ook het uiterst kwetsbare koraal, doordat ze eraan vast blijven haken. Krachtige stromingen trekken de netten mee, inclusief stukken koraal, en zo raken riffen onherroepelijk beschadigd. Overigens lopen ook schepen gevaar wanneer netten in de schroeven vastraken. Dit probleem is al jaren bekend. Maar noch de vijftien grootste visbedrijven ter wereld, noch de overheden doen iets aan het probleem.

Ganges en Mekong

Het VN-rapport, dat zich in het bijzonder focust op de Indische en Stille Oceanen, komt niet geheel toevallig slechts enkele dagen voor een grote top van de International Union For the Conservation of Nature (IUCN). Die wordt van 3 tot 11 september georganiseerd in Marseille. Hij zal een motie bevatten waarin wordt opgeroepen om tegen 2030 een einde te maken aan de plasticvervuiling van de zee. Het belicht in het bijzonder twee erg kwetsbare regio’s — de stroomgebieden van de Ganges en de Mekong. Die veroorzaken samen jaarlijks naar schatting 200.000 ton plasticvervuiling in de Indische Oceaan en de Stille Oceaan.

Afgedankt of achtergelaten vistuig bleek afgetekend één van de grootste bedreigingen te zijn, met een bijzonder risico voor de zeldzame en bedreigde Irrawaddy-dolfijnen en Ganges-rivierdolfijnen. Het rapport wijst er ook op dat bepaalde soorten migrerende zeevogels, zoals zwartvoetalbatrossen en Laysanalbatrossen, mogelijk niet in staat zijn om plastic van prooi te onderscheiden wanneer ze over de oceaan vliegen en per ongeluk drijvend afval kunnen eten. Dit betekent dat het plastic zich in hun ingewanden kan ophopen of aan hun kuikens kan worden doorgegeven wanneer ze voedsel voor hen uitspugen. En het probleem in niet alleen maritiem. Op het land worden ook geregeld Aziatische olifanten waargenomen die op vuilnisbelten in Sri Lanka scharrelden en plastic aten in Thailand, aldus het rapport.

Dringend nood aan mondiale strategie

Het rapport benadrukt in niet mis te verstane bewoordingen dat migrerende diersoorten in Azië-Pacific geconfronteerd worden met een groot aantal bedreigingen. Het gaat daarbij onder meer om het verlies van leefgebied, overbevissing en industriële vervuiling. Het rapport roept bij hoogdringendheid op tot het uitwerken van mondiale strategieën om te voorkomen dat plastic in het milieu wordt gedumpt, om afval te verminderen door beter ontwerp en recycling, en om meer inspanningen om de effecten van deze vervuiling op migrerende diersoorten én de mens te begrijpen. Ik ben alvast erg benieuwd of de zesentachtig lidstaten van de IUCN daar oren naar zullen hebben…

Commentaren en reacties