JavaScript is required for this website to work.
post

Pleidooi voor meer realisme in het onderwijs

Opinie

Mark Vertommen16/1/2014Leestijd 3 minuten

Mark Vertommen reageert op een artikel van Valeer Van Achter met een pleidooi voor meer praktisch gericht onderwijs.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Met interesse heb ik het artikel gelezen van Valeer Van Achter. Ik ben het volledig eens wanneer hij zegt dat ‘ … een economisch gericht doel van onderwijs ingebed (moet) zijn in een veel ruimer kader, met name  de  vorming tot politiek burgerschap en de humane vorming binnen een integrale cultuur. De mens is persoon en leeft in een verscheidenheid aan gemeenschappen waarin hij zijn verantwoordelijkheid zal moeten opnemen: niet louter als professional, maar ook als (wereld)burger en als mens’. Dat is een zeer mooi verwoorde oproep om het onderwijs algemeen en menselijk vormend te maken, en ik vrees dat daar juist veel verkeerd loopt. De grote structurele hervormingen waarover tegenwoordig enorm veel inkt vloeit zijn natuurlijk zeer belangrijk, maar er is blijkbaar een blinde vlek  voor iets essentieels: bereiden we onze leerlingen wel op de juiste wijze voor op het ingewikkelde leven dat hen wacht eens ze de schoolpoort achter zich laten?

De schoolse vormingsperiode die de jeugd nu doorloopt, duurt minstens zestien jaar, van de kleuterklas tot het einde van de middelbare school. Voor velen komt er nog een lange periode van studeren bij en er zijn heel wat beroepen waar ‘levenslang leren’ echt geen loze kreet is. En toch heb ik het gevoel dat  wel eens vergeten wordt wat het doel uiteindelijk is: mensen voorbereiden op het volwassen leven. Al de grote denkers die hun licht laten schijnen over de grote schoolhervorming schijnen dit een beetje te verdringen.

Het lijkt wel of iedereen het onderwijs voor zijn eigen ideologisch of professioneel karretje wil spannen. Maar wordt er eigenlijk wel eens ooit nagegaan of de jonge mensen van tegenwoordig vinden of ze goed voorbereid werden op het reële leven? Vraag hen dat niet als ze uiterst tevreden met hun kakelvers diploma uit de feestzaak komen. Vraag het hen wanneer ze een jaar of tien meedraaien in het dagelijkse leven. Ik ben ervan overtuigd dat de antwoorden niet altijd echt positief zullen zijn. De samenleving wordt immers altijd ingewikkelder en daar is men alleen maar tegen opgewassen indien men een aantal structurele inzichten verworven heeft.

We zijn bijvoorbeeld allemaal kiezers. Onze leerlingen, ongeacht hun leeftijd, capaciteiten, afkomst en ambities zijn immers allemaal toekomstige onderdanen van een aantal overheden. Dé overheid bestaat al lang niet meer want we zijn allen ingezetenen van een gemeente, een regio, een land en de Europese Unie, allemaal organisaties met een of andere vorm van parlement en administratie.  Daarnaast is er een zeer ingewikkelde justitie met haar eigen spelregels. Bovendien worden we allemaal wel eens cliënt van een  mutualiteit. Ook participatie aan een vakbond of een politieke partij of een andere organisatie uit het middenveld zit er voor heel wat mensen in.

Iedereen heeft in zijn leven af te rekenen met geldkwesties: huren, kopen of bouwen en verbouwen vergen langdurige financiële engagementen. Mensen trouwen, wonen samen, sluiten een samenlevingscontract af,  krijgen kinderen, scheiden… en al die stappen hebben financiële en juridische implicaties. Een gedeelte onder ons zijn spaarders, sommigen ontpoppen zich tot beleggers en zelfs  tot ondernemers. Maar er zijn ook ongelooflijk veel wanbetalers, mensen die voor altijd in een financieel slop zitten en steeds meer gefailleerden. We zijn immers ook allemaal consumenten en zelfs dat is tegenwoordig geen eenvoudige aangelegenheid meer. Het aanbod is overweldigend, de marketing wordt steeds gesofisticeerder, de verleidingen zijn groot en het ontbreekt aan niet valstrikken voor argeloze klanten. De wereldwijde problematiek van obesitas en diabetes is symptomatisch voor deze evolutie. Men noemt dit graag ‘welvaartsziekten’ maar kan men niet eerder gewagen van ‘onwetendheidsziekten’?

En dan zijn er natuurlijk de alomtegenwoordige media. Jonge mensen hebben tegenwoordig steeds minder belangstelling voor klassieke media zoals krant, radio en TV, alhoewel ze er nog altijd de invloed van ondergaan. Mobiele telefonie, games en het internet vullen hun leven. Daar worden we allemaal geconfronteerd met het onbekende, want alles schijnt mogelijk te worden. Met de evolutie van de internetmedia en wat er gebeurt op het internet weten we echt niet hoe menselijk gedrag en opinies zullen gestuurd worden door actoren die onbekend blijven. Men moet zeer vast in zijn schoenen staan om daardoor niet meegesleept te worden.

Zou het dan echt niet de moeite waard zijn om te overwegen of er in de school geen plaats zou kunnen zijn voor elementair maatschappelijk onderricht op alle leeftijden en aangepast aan alle niveaus. Hiermee wordt bedoeld: tussen welke structuren leven wij? Waarvoor zijn ze in het leven geroepen? Hoe worden ze beheerd en wat hebben ze te maken met ons concreet bestaan? Dan zou het misschien minder voorkomen dat jonge mensen niet weten dat je interest moet betalen op leningen en dat er een verschil is tussen een obligatie en een spaarboekje. Misschien zouden dan achttienjarigen die voor het eerst moeten gaan stemmen beter beseffen dat het er niet over gaat wie de knapste is. Misschien zou men een beter inzicht hebben waar men terecht kan met bepaalde problemen die je thuis niet durft of kan aankaarten. En misschien zouden er jongeren zijn die niet in een of andere schuldenval terecht komen. Om een paar dingen te noemen, want de problematiek is oneindig veel groter dan wat hier in een paar lijnen geschetst wordt.

Ik sluit af met de opmerking van Seneca de jongere: ‘Non vitae sed scholae discimus’ (We onderwijzen voor de school, niet voor het leven.)

De auteur heeft de ene helft van zijn leven in het onderwijs gewerkt en de andere helft in de pers, als freelance journalist, meestal voor technische vakbladen.

FOTO: Seneca de jongere

Personen

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties