JavaScript is required for this website to work.
post

PP verliest verkiezingen, Podemos verliest peilingen

Verkiezingen in Spanje

Christophe Bostyn25/5/2015Leestijd 4 minuten

De conservatieve PP kreeg overal klappen. In Catalonië wonnen de nationalisten. Podemos scoort minder dan verwacht.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Na het grote succes van de conservatieve volkspartij in de lokale en regionale verkiezingen in 2011, is de Partido Popular (PP) nu terug naar af. In 2011 won de PP overtuigend door de algemene onvrede over de aanpak van de crisis door de regerende socialisten. Een half jaar later zette de PP de zegetocht verder in de algemene verkiezingen. Aan deze zegetocht is een einde gekomen. Het beeld is er nu een van een versplinterd politiek landschap.

Spanje kent momenteel nog altijd een slechte economische situatie. Het werkloosheidspeil van 23% is nog altijd hoger dan dat toen Mariano Rajoy eerste minister werd voor de PP. Hoewel er heel voorzichtige tekenen zijn van herstel, zal het nog jaren duren eer het welvaartspeil van voor de crisis hersteld is. Vele Spanjaarden geloven ook niet dat de economische groei hen ten goede zal komen met een steeds toenemende ongelijkheid. Rajoy beloofde dat met de vele harde liberale hervormingen de economische groei en welvaart zou terugkomen, maar kon zijn belofte niet waarmaken.

Daarnaast wordt de PP geplaagd door tientallen corruptiezaken. Er gaat geen maand of week voorbij zonder nieuwe ontwikkelingen waarbij regionale of nationale kopstukken betrokken zijn. Aangezien dit nu al jaren aan de gang is, is voor vele mensen PP synoniem geworden aan corruptie.

Algemeen beeld

Als men de kaart van Spanje ziet met de verkiezingsresultaten gekleurd door de grootste partijen, zou men denken dat de Partido Popular eigenlijk over het algemeen gewonnen heeft buiten Baskenland, Catalonië en Zuid-Spanje. Traditioneel rechts wordt in Spanje, met uitzondering van Catalonië en Baskenland, verenigd door de PP. In het linkse kamp is er altijd meer verdeeldheid geweest. Het is dan ook voor het eerst dat de PP concurrentie krijgt met de opkomst van Ciudadanos (Burgers), die zich profileert als corruptievrij alternatief. Maar zelf is die partij ook niet vrij van controverses: in deze Spaans-nationalistische partij doken al zaken rond gesjoemel op en moesten kandidaten aftreden wegens ‘aangebrand’, lees: van fascistische signatuur. Ciudadanos breekt dan wel over het algemeen door in deze verkiezingen, het stelt eigenlijk teleur.

De echte wijzigingen vonden plaats in het linkse kamp. De socialistische PSOE wist niet de ontevredenheid met de PP te verzilveren. Vele kiezers hebben het namelijk gehad met het tweepartijenstelsel en zien ook in de PSOE geen heil. De uiterst linkse Podemos als alternatief dan? Zo eenvoudig is het niet. Podemos heeft nog niet de tijd gehad om lokaal en regionaal overal afdelingen op te starten. Gezien hun electoraal gemotiveerde tocht naar het centrum, is ook het enthousiasme voor Podemos wat bekoeld. Lokale en regionale alternatieven boden zich aan, al dan niet in een coalitie met Podemos en wisten grote successen te boeken.

Grootsteden: Barcelona

Zowel in Madrid als Barcelona verenigden alternatief-linkse krachten zich. In Barcelona wist het platform Barcelona en Comú (Samen Barcelona) nipt de overwinning binnen te halen, met één zetel meer dan de Catalaans-nationalistische liberaal Xavier Trias (van de centrumrechtse coalitie Convergència i Unió – CiU). Barcelona werd met Trias voor het eerst in de Spaanse democratie bestuurd door een niet-socialist. Barcelona stemt immers traditioneel centrumlinks. De Spaanse socialisten kunnen in Barcelona echter niet meer bekoren. Samen met de PP werden de socialisten respectievelijk tot een vijfde en zesde positie herleid.

Het was Ada Colau die met de linkse stemmen aan de haal ging. Colau was spreekbuis van het platform dat zich verzette tegen de onteigeningen van gezinnen die hun hypotheek niet meer konden afbetalen met de crisis. Ze slaagde daar waar de traditionele oud-communisten en groenen in faalden: de volksbuurten mobiliseren (8% hogere opkomst). Door een coalitie te vormen met de ecosocialisten (die al over 5 zetels beschikten), andersmondialisten voor Catalaanse onafhankelijkheid en Podemos, werd ze met Barcelona en Comú de grootste. Wanneer de Madrileense media en de onze die hun discours kopiëren ons nu willen doen geloven dat het Spaanse Podemos uit het nietszegevierde in Barcelona, draaien ze ons een rad voor de ogen. Niet alleen is Podemos slechts een klein deel van de coalitie, Ada Colau stemde tijdens het officieuze onafhankelijkheidsreferendum in november voor onafhankelijkheid. Ze liet gisteren ook weten dat Barcelona de hoofdstad is en blijft van een Catalonië dat haar relatie met Spanje zelf moeten kunnen bepalen. Voor haar gingen de verkiezingen echter vooral over het sociale vraagstuk, in haar ogen het meest dringende.

Hoewel er in Catalonië geen regionale verkiezingen waren, zagen de partijen voor onafhankelijkheid hun aandeel toenemen, ook in Barcelona (+1 zetel). Hoewel de centrumrechtse CiU bijna 6% verliest in heel Catalonië, blijft ze nog steeds de grootste partij met 21,5%. De grote winst is vooral voor de linkse ERC, dat radicaal voor onafhankelijkheid is (Esquerra Republicana de Catalunya – Republikeins Links van Catalonië). ERC verdubbelde bijna zijn stemmen van 9% naar 16,4%. Ook de radicaal-linkse CUP (Canditatura d’Unitat Popular – Lijst voor Volkseenheid) krijgt er 5% bij met 7,14% van de stemmen. In totaal krijgen de pro-onafhankelijkheidspartijen er nu 734 raadsleden bij in Catalonië, met 6077 op 9077. Zeggen dat de onafhankelijkheidsbeweging verloor tijdens deze verkiezingen dient dus meer de Madrileense agenda dan de realiteit. Die realiteit is dat de onafhankelijkheidsbeweging gestaag groeit, maar wel duidelijk naar links opschuift.

De echte proef zullen dan ook de Catalaanse verkiezingen van 27 september zijn. De Catalaanse minister-president Mas kondigde deze vervroegde verkiezingen al aan omdat hij plebiscitaire verkiezingen wil houden met de onafhankelijkheid als inzet.

Grootsteden: Madrid

Ook in Madrid was het een nek-aan-nekwedstrijd tussen de PP en alternatief-links, verenigd onder de vlag van Ahora Madrid (Nu Madrid). Hoewel de PP met één zetel voorsprong de grootste partij blijft in de hoofdstad, heeft het niet genoeg aan de steun van Ciudadanos. De kandidate van Ahora Madrid liet al weten de hegemonie van de PP te willen breken met de steun van de socialisten. Het ziet er dus naar uit dat de PP na 24 jaar de hoofdstad verliest. De resultaten voor de autonome regio Madrid laten een soortgelijk beeld zien, maar daar zou de PP met de steun van Ciudadanos wel een meerderheid kunnen vormen.

Valencia en elders

Zowel de autonome regio als stad Valencia zijn al lange tijd bolwerken van de PP. De regio is de laatste jaren ook een broeihaard van corruptiezaken en wanbeleid. Wat meteen ook de voornaamste reden is waarom de PP ook daar zwaar verliest. Hoewel de PP er toch de grootste blijft, kunnen de linkse partijen een meerderheid vormen. Ook al omdat de linkse regionalistische partij Compromis het daar goed deed.

In de rest van Spanje verliest de PP overal haar absolute meerderheden en moeten de conservatieven op zoek naar steun om aan de macht te kunnen blijven. Het resultaat mag voor de PP dan ook slecht genoemd worden. De PSOE kan er echter nauwelijks voordeel uit halen.

Op naar Catalaanse en algemene Spaanse verkiezingen

Eerste minister Mariano Rajoy mag zich ondertussen ernstig zorgen beginnen maken. Ten laatste op 20 december 2015 moeten er algemene verkiezingen gehouden worden. Het vooruitzicht ziet er niet rooskleurig uit voor hem. Een door corruptie geplaagde partij, een kwakkelende economie en een Catalonië dat op 27 september vervroegde verkiezingen wil houden omdat Madrid geen referendum à l’Ecossaise wil toelaten. Indien de pro-onafhankelijkheidspartijen dan een meerderheid halen, wil minister-president Artur Mas een onafhankelijke staat oprichten.  
Spanje staat, om het zacht uit te drukken, voor bewogen tijden.

Foto: Ada Colau, lijsttrekster van de links-alternatieve lijst Barcelona en Comú. (c) ara.cat

Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.

Commentaren en reacties