JavaScript is required for this website to work.
post

Polariserende koppenjagers

Jean-Pierre Rondas12/2/2013Leestijd 2 minuten

Het rommelt al een tijdje tussen X en Y. In het begin namen deze ruziezoekers het nog sportief op. X kon het niet laten Y te tackelen, terwijl Y zelf X maar bleef counteren. Maar toen X zijn spierballen liet rollen, lagen de twee daadwerkelijk op ramkoers. Gelukkig beet X van zich af, maar Y bleef maar uithalen naar X, die van zijn kant duchtig op Y inhakte. Deze laatste probeerde X daarvoor aan de schandpaal te nagelen, maar ten slotte slaagde X erin Y totaal af te slachten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Dit moet zo ongeveer het wereldbeeld zijn van de krantenkoppenschrijvers van De Morgen en De Standaard, want in de eerste alinea hierboven staat geen woord of ik heb het geplukt uit recente edities van deze kwaliteitskranten. Geen jaar oud. Ik heb deze woorden gewoon in een verhaaltje geplaatst. Tackelen staat voor ‘een andere mening toegedaan zijn’, counteren voor ‘de mening van een ander proberen te weerleggen’. Maar voetbalterminologie schiet hier te kort: er moet wat catch bij, vandaar het rollen der spierballen, een bezigheid waaraan menig politicus zich hier te lande overgeeft, als je deze kranten zou geloven. Van daar naar het gevecht van man tot man is maar een stap. Hier wordt nog het liefst gevochten met premiddeleeuwse wapens. Haalt uit naar, hakt in op, en slacht ten slotte af, als drastische beeldspraak voor het democratische meningsverschil. Met een pistool zou dit hele vechtproces onmiddellijk beslecht zijn, vandaar die bijlen en hakmessen. Mens, wat ben ik het beu dag na dag deze koppensnellerij te moeten lezen wanneer ik gewoon iets te weten wil komen over het reilen en zeilen van de politiek in deze staat.

Titeldenken

Uit wiens strot of klavier komt dit taalmisbruik? Vroeger meende ik te weten dat het om gesjeesde journalisten ging die geen deftig stuk meer konden fabriceren, die nog slechts in titels konden denken. Bij Humo zat er vroeger een die dit titeldenken tot een ware kunst had verheven, maar zo begenadigd zijn ze bij onze gazetten niet. Daar blijven ze maar uithalen, inhakken en afslachten. Vandaag heeft dit virus onze hele journalisterij aangetast, en de opiniërende hoofdredacteurs geven het beestje door. Polariserend taalgebruik, dat is het minste wat je daarvan kan zeggen.

Maar heel soms, als het gaat om iets wat de opiniërende commentatoren echt ter harte gaat (zoals het voortbestaan van België), en nadat ze een hele week uitspraken hebben opgeklopt en opgepookt, worden ze bedroefd. Liefst tegen het weekend. Na de vette vechtkoppen die ze zelf hebben uitgekozen, komen ze even tot bezinning over wat ze de heisa noemen, soms het gekissebis, en onlangs zelfs de stennis. Ach wat zijn ze daar tegen. Ruzie! Kijk, zeggen ze, kijk daar! Daar rollen er twee vechtend over straat! Dat hebben wij niet graag. Wij zijn voor het serene debat. Wij willen niet polariseren. Wij zijn tegen polariserende politici, die de wereld in wij en zij verdelen. Of in wij en ‘men’.

Loketjanet

Onlangs schreven de beide hoofdredacteuren van De Standaard zo’n stuk. Ze werden er door hun lezers van beschuldigd een koppensnellende, polariserende krantenkop te hebben verzonnen. Uit de context van een interviewreeks over ideologie hadden ze een vette krantenkop gelicht, zonder enig verband met de discussie over laicité zoals dat in andere landen wordt gevoerd. Uit een didactisch voorbeeld over neutraliteit dat Bart De Wever had gegeven, hadden zij ‘loketjanet’-incident gecreëerd. En hun ultieme vraag was: hebben wij dat hier ‘in hogere mate dan gebruikelijk’ gedaan?

We kunnen die vraag even herformuleren op de wijze van ‘uithalen, inhakken en afslachten’. Ik heb een paar voorstellen. Een: ‘verscheuren wij als neutrale waarnemers onze politieke tegenstander in hogere mate dan gebruikelijk?’ Twee: ‘scharen wij ons in het communautaire debat in hogere mate dan gebruikelijk achter één politieke optie?’ Drie: ‘zijn wij in hogere mate dan anderen ons journalistiek product tot ordinair verkiezingsdrukwerk aan het reduceren?’ Het antwoord van mijn kant is telkens een geruststellend ‘neen’. Neen, want de héle Belgische pers gaat zo tewerk. Alleen zijn ze niet allemaal in ‘even hoge mate’ hypocriet. Ooit heeft Molière voor die houding een personage verzonnen. Tartuffe, ooit van gehoord?

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

Mathijs Schiffers beschrijft in ‘Brexit, Brussel, Brabant’ op een verstaanbare manier het reilen en zeilen van de Europese Unie. Het werk is ons boek van de week, verkrijgbaar tegen een voordeelprijs.