JavaScript is required for this website to work.
Media

Politiek correcte censuur? Uitsluiting? Hoe komt u erbij!

Het ontkenningsgedrag van De Standaard spreekt boekdelen

ColumnJohan Sanctorum11/7/2020Leestijd 5 minuten
DS-hoofdredacteur Karel Verhoeven en ‘opiniërend hoofdredacteur’ Bart
Sturtewagen

DS-hoofdredacteur Karel Verhoeven en ‘opiniërend hoofdredacteur’ Bart Sturtewagen

foto © Michiel Hendryckx / Wikimedia

De open brief van 153 Engelstalige intellectuelen, om te waarschuwen tegen de poco tirannie, zorgt voor nervositeit binnen de Vlaamse media

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In een open brief, verschenen op de website van Harper’s Magazine en ook overgenomen door een aantal andere media, houden 153 Engelstalige schrijvers en intellectuelen, waaronder Noam Chomsky en Salman Rushdie, een vurig pleidooi voor het behoud van de vrije meningsuiting, en tegen dat wat ze cancel culture noemen: het traag maar gestaag indammen van dat recht op vrije meningsuiting door wat wij kennen als ‘politieke correctheid’.

Rushdie heeft tien jaar ondergedoken geleefd omwille van een islamitische fatwa, en weet dus waarover hij spreekt. Maar hier gaat het over het falen van onze vrije meningscultuur zelf. In feite wijzen de ondertekenaars op een lang aanslepend euvel dat sinds mei ’68 alleen maar is toegenomen. Politieke correctheid is een bijna onvermijdelijk afvalproduct van de democratie geworden, omdat een elite altijd de neiging heeft om het discours te stroomlijnen. In totalitaire regimes heeft de overheid de media in handen, in ‘democratische’ (let op de aanhalingstekens) gaat het over een mainstream die afwijkende opinies marginaliseert, doodzwijgt, sanctioneert.

Deze mainstream ontstaat uit een complex spel van commerciële overwegingen (kranten moeten oplages halen en dus een ‘hip’, niet al te problematiserend journalistiek profiel aanhouden met veel lucht ertussen), linksdraaiende betweterij (verbonden met een soort morele hoogmoed van een verlichte minderheid), de bureaucratische drang om te nivelleren en te stroomlijnen (de fameuze eindredacties), tot en met banaal conformisme (er willen bij horen, de schrik om uit de boot te vallen). Wie zich daartegenover als dissident opstelt, weet dat daar een prijskaartje aan hangt, professioneel, sociaal, tot diep in het privéleven.

Complottheorie

Salman Rushdie: in 1989 was de islam de vervolger, nu is het de linkse poco-tirannie

Interessant was vooral, dat De Standaard de open brief overnam op 8 juli, en de dag daarop zich haastte om een parade van opinieschrijvers te mobiliseren die het fenomeen ontkenden. Het zou een ‘paranoïde complottheorie’ zijn (Jeroen Struys), een oprisping van ‘mensen die geen kritiek gewoon zijn’ (Nesrine Malik, overgenomen van The Guardian), of van ‘geprivilegieerden die beter tegen de muren zouden praten’ (zelfverklaarde trans*mens Joppe De Campeneere).

Daarmee weet u het: er is helemaal geen cancel culture, hoe komt u erbij? In de periode na Stalin werden ook de goelags ontkend, dat is standaardprocedure bij een pensée unique. De enige die het mocht opnemen voor de briefschrijvers was Ludo Abicht die de zaken op scherp zet en waarschuwt:

‘Wie daaraan (het recht op vrije meningsuiting – red.) morrelt, zelfs met de beste bedoelingen, verengt het debat, vervalst de realiteit en bedreigt onze samenleving. Het regent verdachtmakingen en insinuaties, met giftige en dodelijke categorieën als microagressie en on(der)bewust racisme, beschuldigingen waartegen je je onmogelijk kunt verdedigen, want wie daartegen protesteert, is per definitie al verdacht.’

Dat verdacht maken en ad hominem ontkrachten is exact wat de drie andere opiniemakers doen: Rushdie en co diskwalificeren als verbitterde navelstaarders. De ironie is namelijk dat De Standaard zelf een vlaggenschip van de politieke correctheid is, waar jonge journalisten zorgvuldig getraind worden om in de pas te lopen, waar ingezonden opiniestukken zorgvuldig gecheckt worden op hun onschadelijke inhoud én de politiek-sociale status van hun auteur, en waar het links-progressistisch en gematigd belgicistisch-multicultureel narratief de verplichte hoofdtoon is.

Val je buiten die categorieën, dan mag je het schudden, vertelt u een ervaringsdeskundige. Bij wijze van grap en proef op de som stuurde ik eens een feministisch-ecologistisch gekleurd stukje in onder de naam van mijn echtgenote, en jawel hoor, de volgende dag stond het in de krant én kwamen er telefoontjes van de VRT om het in de studio nog eens te komen na vertellen.

U ontvangt geen salaris

Doorbraak/An Clapdorp

Karl Drabbe: niet links genoeg en te Vlaams-nationalistisch

Cancel culture dus, ik kan er honderden grote en kleine voorbeelden van geven, ik beperk me tot een voorval dicht bij huis. De manier hoe Karl Drabbe bij Uitgeverij Pelckmans aan de deur werd gezet omdat hij iets te enthousiast met de eindredactie van een boek van Wim van Rooy (Waarover men niet spreekt. Bezonken gedachten over postmodernisme, Europa, islam) bezig was, het is nadien allemaal in geuren en kleuren uitgekomen. Ook al bleven Harold Polis en co bij de officiële uitleg dat Drabbe ‘professioneel niet meer voldeed’.

De meeste verhalen blijven overigens onder de waterlijn, ook al omdat politieke correctheid de neiging heeft om zich achter alibi’s te verstoppen. Zelden worden echte fatwa’s uitgesproken, publieke uitsluitingen. Doorgaans verloopt het censuurmechanisme stilzwijgend, binnen een intellectuele consensus die wel sociale sancties inhoudt voor wie ze negeert.

Politieke correctheid is een kanker, een viraal fenomeen. Zij vreet intellectuele weerbaarheid aan, maakt mensen gedwee en dringt een dictatuur van de middelmatigheid op. Zij sluipt overal binnen, in de culturele sector, de academische wereld, de werkvloer, scholen, de media. Zij treedt op als gedachtepolitie, legt beslag op de taal (het taboe verklaren van bepaalde woorden), beroept zich op de wellevendheid en het fatsoen.

In onvervalste newspeak-stijl werpt politieke correctheid zich tenslotte op als beschermer van de vrije meningsuiting om bij het omgekeerde uit te komen: mensen uitsluiten van het debat en andersdenkenden herleiden tot kwaadaardige trollen. Toen Urbain Urbanus Servranckx half juni in De Afspraak wat sceptische bedenkingen uitte over het discriminatiediscours, en zei dat de allochtone achtergrond wel bij slachtoffers wordt vermeld maar nooit bij daders, bleek hij als ‘blanke, oudere komiek’ in brede kringen ineens ongeschikt om daarover een mening te hebben.

Bubbels van het Grote Gelijk

Zonder twijfel is links nog altijd de eigenaar van de intellectueel-culturele pensée unique. De grote media dragen ze uit, de universiteiten verwetenschappelijken haar en geven er een academisch parfum aan. Politieke correctheid is evenwel niet uitsluitend een ‘links’ fenomeen, bubbels van het Grote Gelijk bestaan evengoed aan de rechterzijde. Probeer maar eens een kritisch geluid over Donald Trump te laten horen of een punt over het klimaat te maken op rechtsdraaiende Facebookpagina’s, je wordt zo ongeveer verbaal gevild.

Vandaag is de BlackLivesMatter-beweging, in opvolging van #MeToo, een typisch voorbeeld van hoe een legitiem protest rond een bepaalde gebeurtenis of mistoestand uitwoekert tot een heksenjacht. Dat gaat gepaard met tomeloze overdrijvingen in de retoriek, massahysterie, aanpassingsdruk, taalcontrole en allerlei censuurmechanismen, waardoor het kind dat beweert dat de keizer geen kleren aan heeft, bijna vogelvrij wordt verklaard.

Op die manier ontstaat er een klimaat dat onaangenaam herinnert aan donkere bladzijden uit onze geschiedenis. Laten we de vrijdenkers koesteren die daar tegen in gaan. Op elk moment moeten woord en tegenwoord vrij kunnen geuit worden in een open debatcultuur. En het is een kerntaak van het onderwijs om mondigheid en actief verlichtingsdenken bij te brengen, het recht op dissidentie, als een hoeksteen van onze Europese cultuur. Sapere aude, durf te denken, zoals het motto van de filosoof Immanuel Kant luidde.

De media zullen altijd op de rem staan, ik reken vooral op het weerbare individu als antilichaam tegen de virale pococratie. En natuurlijk moeten we op het gepaste moment schouder aan schouder gaan. Een open manifest van Vlaamse intellectuelen, als positieve echo op de Engelstalige open brief, is onderweg.

Johan Sanctorum legt de laatste hand aan een nieuw boek Politiek incorrect – Hoe vrij is onze vrije meningsuiting?’  Dat verschijnt in  september 2020 bij Doorbraak.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties