Er is nogal wat te doen over de rente op spaarboekjes bij Belgische banken de voorbije weken. In 2016 zakte de spaarrente onder de 1 procent, en na 2018 gingen ze werkelijk de bodem opzoeken. Met de ontsporing van de inflatie, begon de markt echter hogere renteniveaus te anticiperen. In 2022 steeg de rente op staatsobligaties op tien jaar van bijna 0 procent tot zowat 3 procent tegen het einde van het jaar. Zoals eerder betoogd, maakte de Europese Centrale…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Er is nogal wat te doen over de rente op spaarboekjes bij Belgische banken de voorbije weken. In 2016 zakte de spaarrente onder de 1 procent, en na 2018 gingen ze werkelijk de bodem opzoeken. Met de ontsporing van de inflatie, begon de markt echter hogere renteniveaus te anticiperen. In 2022 steeg de rente op staatsobligaties op tien jaar van bijna 0 procent tot zowat 3 procent tegen het einde van het jaar.
Zoals eerder betoogd, maakte de Europese Centrale Bank (ECB) zware inschattingsfouten door de renteverstrakking veel te laat in te zetten. Pas in juli 2022 begon ze de basisrentetarieven op te trekken, waarbij tegen december van vorig jaar de basisrente dan eindelijk 2,5 procent bereikte. In 2022 bereikte de inflatie echter meer dan 10 procent en de te late actie van de ECB zal ons nog zwaar opbreken. Dat betekent dat de rente langer en hoger zal moeten opgetrokken worden, dan indien de verantwoordelijken eerder wakker geworden waren.
Het was ook al duidelijk dat de prijsbesmetting erg ver ging uitzaaien en helemaal niet alleen beperkt bleef tot energieprijzen. Ondertussen geeft de gouverneur van de Britse centrale bank toe dat ze foute inschattingen maakten en daaruit zullen moeten leren. Het is betreurenswaardig dat gelijkaardige ootmoedigheid bij onze monetaire autoriteiten veel minder te bespeuren valt.
Banken
Ondertussen zit de beleidsrente aan 3,25 procent en ergeren zich meer en meer mensen aan de kloof met de lage rente op spaarboekjes. Dat is uiteraard begrijpelijk, aangezien de inflatie nog steeds een stuk boven de 5 procent zit en je met het schamel procentje dat je verdient bij de bank dus je broek scheurt.
Velen hopen dat er in de bankpolitiek beweging komt, wanneer mensen meer shoppen tussen banken. Dat zal wel een rol kunnen spelen, maar met meer dan 300 miljard euro op de spaarboekjes is het effect daarvan beperkt. Banken hebben, om het kort door de bocht te formuleren, eerder kopzorgen door te veel geld op de spaarboekjes. Dat was zeker een tijd geleden het geval toen de banken negatieve rente moesten betalen om zelf liquiditeiten bij de ECB te plaatsen. Nu is dat wel voorbij, maar banken krijgen van onze overheid ook nog een belasting die wordt berekend op basis van de hoeveelheid spaargeld die ze op de balans hebben staan. Een problematisch gegeven overigens, waarmee de politiek eigenlijk de verkeerde prikkels geeft inzake stabiliteit.
Een goede manier om het gedrag van de Belgische banken op dit moment te beschrijven is dat ze ‘de kat uit de boom kijken’. Zo gauw de eerste bank agressief de rente optrekt, volgen typisch de anderen. Dat is echter op dit moment nog niet het geval. Dus ja, hoewel de concentratie op de bankenmarkt meer kritische aandacht verdient, werkt op zich nog het mechanisme van concurrentie dat banken niet te veel spaargeld graag zien verdwijnen naar een concurrent.
Geldmarkt
In landen waar vandaag de spaarrente al een stuk hoger ligt, speelt echter een ander mechanisme dan de concurrentie tussen banken. De vraag is wat voor spaarders een valabel alternatief kan vormen. Voor een belangrijk deel van de klanten is dat niet de beurs omdat ze daarvan het risico heel anders inschatten. Wat bijvoorbeeld in de Verenigde Staten wel als gelijkaardig producten worden beschouwd zijn de zogenaamde geldmarktfondsen. Het rendement dat je daarop krijgt, ligt veel dichter bij dat van het spaarboekje. Die fondsen beleggen immers in kortetermijnactiva, zoals overheidsobligaties die bijna aflopen en schatkistcertificaten met heel korte looptijd. En geld is ook direct opvraagbaar, zoals met het spaarboekje.
Er zijn ook wel een aantal objectieve redenen waarom in sommige landen de spaarrentes al meer in beweging zijn gekomen dan bij ons. Zo is ons land er één met vooral hypotheekleningen met vaste rente. In een land met meer variabele hypotheekrente is het voor een bank eenvoudiger om zijn balans aan beide kanten te laten evolueren in functie van de marktrente. Een andere reden is dat bij ons de deposito’s in overvloed aanwezig zijn om hypotheken te financieren. Banken moeten dan minder moeite doen om in grote mate spaarinlages aan te trekken.
Overheid
Aan zowat alles merk je tegenwoordig dat de verkiezingskoorts al toeslaat. Ecolo en PS willen dat de minimumrente op spaarboekjes wordt verhoogd. Dat is echter allesbehalve probleemloos. Sommige banken kunnen de uitvoering van dat idee wellicht dragen. Er kunnen er ook andere zijn die daarmee in problemen komen. Het is iets te simplistisch om een rekensom te maken op basis van het geld dat de banken uitstallen bij de ECB en daaruit besluiten dat ze allemaal gemakkelijk een procentpunt hogere rente kunnen betalen. Je zou hopen dat meer mensen geleerd hebben uit het verleden dat ondoordachte tussenkomsten in het prijsmechanisme zelden onschuldig is.
Een meer structurele aanpak is onderzoeken wat er nodig is om tot meer concurrentie tussen banken te komen. Politici die niet weten waar te beginnen, kunnen bij de nationale bank eens informeren waarom prijsbrekers zoals ABN AMRO en Rabobank onze markt hebben verlaten. Ze lopen dan wel het risico in de spiegel te moeten kijken, en zijn zelf verantwoordelijk voor allerlei Belgische ideeën die de overheid heeft opgelegd en een drempel vormen opdat meer buitenlandse spelers onze markt betreden.
Zo betaalt de spaarder mee aan de belasting op de deposito’s. Dat werd destijds door Didier Reynders (MR) ingevoerd na de bankencrisis. Deze regeling straft echter de (spaarder bij) banken die zich vooral via spaardeposito’s financieren. Terwijl de bankencrisis leerde dat dat helemaal niet afgestraft moet worden. Integendeel, banken met te kleine kapitaalbuffers en minder stabiele financieringsmechanismen zouden daaraan meer moeten bijdragen dan andere. Er zijn dus zeker meer zinvolle manieren om in te grijpen, dan de politieke overheid direct de rente te laten bepalen. Het is ook een kwestie van tijd dat de consument opnieuw andere producten herontdekt, zoals obligaties.