JavaScript is required for this website to work.
post

Postcorona? Same old story!

Zal het postcoronatijdperk er wel echt zo anders uitzien?

John Croughs28/4/2020Leestijd 5 minuten
Misschien dragen we binnenkort wel allemaal mondkapjes op trein en bus in de
avondspits. Maar verder zal het leven er in het post-coronatijdperk
waarschijnlijk niet zo heel erg anders uitzien.

Misschien dragen we binnenkort wel allemaal mondkapjes op trein en bus in de avondspits. Maar verder zal het leven er in het post-coronatijdperk waarschijnlijk niet zo heel erg anders uitzien.

foto © Reporters / DPA

Het postcoronatijdperk en het precoronatijdperk zouden er wel eens erg hetzelfde kunnen uitzien. De menselijke aard verandert niet zo snel.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Sinds ons land in lockdown ging en we de ernst van het virale kwaad begonnen te vatten, is zowat half opiniërend Vlaanderen ervan overtuigd dat we een nieuw soort leven tegemoet treden. Het postcoronatijdperk. Zelfs een rationeel econoom als Peter De Keyzer tweette dat ons leven zoals we dat gekend hebben, niet meer terugkomt. In de geschiedenisles zullen onze kinderen leren dat zij op de tijdslijn van de mensheid in twee verschillende era’s voorkomen. De moderne tijd is niet meer, welkom in de postcoronatijd.

Dagdagelijkse concretisering van ‘anders’?

Welke veranderingen zullen van dien aard zijn dat we kunnen spreken over een nieuw tijdperk? Ik wil de voorspellers niet ontmoedigen, maar we leven zowat elke vijf jaar in een nieuw tijdperk. Technologische ontwikkeling brengt ons steevast in één of ander post tijdperk. Post-nucleaire energie, posttelevisie, postgsm, postlaptop, postsmartphone, postenzovoort.

Deze ontwikkelingen hebben onze dagdagelijkse routine effectief veranderd. Veel van die technologie is zo snel geëvolueerd dat we moeilijk kunnen spreken van een organische overgang. Het was bij wijze van spreken wakker worden in het nieuwe nu. En toch is het brede levensplaatje hetzelfde gebleven. De invulling van ons gemiddeld dagdagelijks leven is in de laatste decennia weinig veranderd. Buiten de instrumenten die we gebruiken om het in te vullen. Op de geschiedkundige tijdslijn die mijn tienjarige dochter vorig jaar moest instuderen, zag ik alleszins geen nieuwe indeling.

Never waste a good crisis

Maar misschien moeten we appelen met appelen vergelijken? Een crisis is geen technologische (r)evolutie en kent misschien wel andere, meer omvattende gevolgen. De Tweede Wereldoorlog heeft vanzelfsprekend veel veranderd op macro-sociaaleconomische en politieke schaal. Het was bijvoorbeeld de aanzet tot het oprichten van een Europese Gemeenschap om vrede onder de Europese grootmachten te waarborgen. Maar in welke mate heeft de mens zich aangepast waardoor hij niet terugkeerde naar dezelfde routine als voorheen? De politieke impasse is voor een gedeelte van het nationale naar het supranationale niveau verschoven, maar dat verandert ons leven niet.

Recenter en nog steeds latent aanwezig kenden we het fanatiek islamitisch terrorisme. Het is van 2001 geleden dat Al Qaida besliste tot een aanval tegen de westerse wereld. Sindsdien volgden vele dreigingen en gewelddaden gericht tegen het Westen. Heeft dit ons dagdagelijks leven uiteindelijk zo beïnvloed? We mijden enkele reisbestemmingen, wat we echter daarvoor reeds deden met andere landen. De controles op luchthavens zijn verstrengd, waardoor we af en toe eens wat langer moeten wachten. En wanneer we op de trein of in het vliegtuig een Bin Laden-lookalike zien, gaat ons hart wat sneller slaan. Verder niet veel.

De mens en de mensheid

Binnen het kader van een samenleving zullen het steeds dezelfde menselijke drijfveren zijn die ons leven inkleuren. De zoektocht naar liefde, seksualiteit, erkenning, welvaart, veiligheid, gezondheid en genot is inherent aan ons bestaan en zal door geen crisis veranderen. De manier waarop we dit nastreven of de betekenis die we aan deze drijfveren geven, is wél veranderbaar doorheen de tijd. Verschillende oorzaken, waaronder ook een gezondheidscrisis, kunnen aan de basis liggen van een omslag.

Maar er is een andere menselijke eigenschap die ervoor zorgt dat ons leven niet snel verandert. De mens is een extreem opportunistisch wezen. Met een nietsontziende efficiëntie organiseren wij de jacht op bovengenoemde drijfveren. Deze menselijke karaktertrek zorgt ervoor dat wij ons steeds verder ontwikkelen, maar is tegelijk ook het grootste gevaar voor ons eigen voortbestaan.

Egoïst tot in de kist

Net als bij de meeste dieren leidt opportunisme tot egoïsme. Het kan ook omgekeerd zijn. Beide eigenschappen kunnen ook naast elkaar bestaan en elkaar versterken. Het resultaat blijft hetzelfde. Mensen handelen in eerste instantie uit eigenbelang. Enkel door het gemeenschappelijk belang te koppelen aan het eigenbelang, ontstaat er een gezond evenwicht, hetwelk we ‘samenleving’ noemen. Bij dieren die in troep leven, zoals chimpansees of leeuwen, is die wisselwerking heel duidelijk gade te slaan.

Egoïstische opportunisten zijn niet bepaald diegenen die de queeste naar hun levensdoelen doelbewust bemoeilijken louter omwille van het groepsbelang. Tenzij het groepsbelang gelijkloopt met het eigenbelang. Mensen zijn geen mieren.

Post-Dutroux

Een belangrijke verandering in ons leven betreft een gebeurtenis, maar geen crisis. Een pedofiele seriemoordenaar werd betrapt en de ontdekkingen waren luguber. Onze kinderen werden ontvoerd, verkracht, verwaarloosd en gedood. Een heel netwerk van bijna even zieke mensen bleek dit alles seksueel opwindend te vinden.

De vrijheid die wij als tieners vóór midden jaren negentig genoten, is sindsdien niet meer dezelfde. Slechts weinig ouders laten hun jonge kinderen nog alleen over straat lopen. Al zeker niet bij donker, ook al is het nog maar 18u op een novemberwoensdag en de tienjarige dochter twee straten verder is gaan spelen bij een vriendinnetje. Het toenemende verkeer heeft dat natuurlijk ook in de hand gewerkt, maar deze gebeurtenis leverde wel degelijk een gedragswijziging op.

Deze aanpassing gebeurde als het ware automatisch, omdat de liefde voor onze kinderen zwaarder woog dan het streven naar genot, erkenning, welvaart of de eigen veiligheid. We offerden er efficiëntie voor op, maar enkel uit eigenbelang. Niet omwille van het gemeenschappelijk welzijn.

Handjes wassen

Het zou wel eens kunnen dat we vanaf heden vaker en beter de handhygiëne verzorgen. In de elleboog niezen kan wel eens de standaard worden. Tijdens de jaarlijkse griepperiode springen we hopelijk wat verantwoordelijker om met besmettelijkheid. Wie weet mijden we iets meer de woonzorgcentra, gaan we minder vaak ziek werken en houden we onze hoestende kindjes thuis van school. Ergens in een kast zal, als het niet te duur is, een soort coronanoodkit komen te liggen. En heel misschien dragen we straks mondkapjes op de trein en bus tijdens de winterspits.

Geen van dit alles heeft een invloed op onze dagelijkse routine. Zijn er echt mensen die geloven dat we binnen twee jaar nog steeds geen knuffel, laat staan een hand geven? Dat we op anderhalve meter van elkaar fietsen en wandelen? Dat we vijf vierkante meter winkelplezier krijgen per consument? Dat onze kindjes met slechts negen klasgenootjes les krijgen?

Thuiswerken zal misschien, hopelijk, versneld worden doorgevoerd. Maar daarvoor zal de coronacrisis slechts een mede-katalysator zijn geweest van een proces dat reeds lang bezig is en zich sowieso verder zou zetten.

Mensen zullen zich nog altijd als gulzige consumenten, opportunistisch en egoïstisch, blijven bewegen binnen een markt van voldoening. Het economisch en kapitalistisch systeem zal blijven armen en rijken produceren. Als ontdekkingsreizigers zullen we ons blijven verplaatsen over de hele wereld. De technologische vooruitgang zal als een pletwals blijven doorrijden en onze drang naar eeuwig leven zal de vergrijzing niet stoppen.

Het mág anders

Wanneer verandering zich vooral in het gemeenschappelijk belang opdringt, is het aan de politiek om dit te verwezenlijken. Deze crisis, net als zovele andere crisissen, leerde ons dat een efficiënte en transparante overheid levens en welvaart kan redden. Zal België daaruit lessen trekken? Confederalisme? Zal de EU de nodige stappen zetten en zichzelf ontbinden om daarna een heterogener machtsblok te vormen? De Noordwest-Europese Vereniging?

We merkten de voorbije decennia dat gevaar zich nogal makkelijk verspreidt over een geglobaliseerde wereld. Zowel onder de vorm van terroristen, virussen als handelsprijzen. Quid nunc? Terugplooien op ethisch homogene markt- en visagrenzen? Of denkt de overheid dat mensen het goedkope ‘made in China’ omwille van ethische redenen links zullen laten liggen ondanks een gunstige prijs/kwaliteitsafweging?

Hoe lang reeds holt de onafhankelijke journalistiek sommige feiten achterna en andere feiten achteraan? Zijn de media klaar om het over een andere — lees neutralere en kritischere — boeg te gooien? Om zich open te stellen voor kritiek en controle door steeds beter geïnformeerde burgers? Stel je voor dat journalisten massaal hadden aangeklaagd dat skitoeristen een gevaar betekenden voor een Belgische Covid-19-uitbraak of dat mondkapjes erg belangrijk zijn om de economie staande te houden.

Het lijkt wel een droombeeld voor menig centrumrechtse conservatief, waartoe ikzelf behoor. Maar buiten veel coronahelden die op onze Twittertijdlijn pronken, zal het leven van alledag er in het postcoronatijdperk niet zo gek veel anders uitzien, vrees ik.

Londerzelenaar, vader van twee, projectontwikkelaar en vooral erg begaan met alles wat de samenleving vorm geeft.

Commentaren en reacties