We weten het al langer, de jaren dertig zijn terug. Niet letterlijk, gelukkig maar. In woorden, als paradigma, als ijkingspunt. Maak een vergelijking tussen een hedendaagse maatschappelijke of politieke kwestie en een historisch feit uit de jaren 1930 en, bingo, iedereen spitst de oren, juicht toe of maakt zich kwaad. De zogenaamde wet van Godwin stelt dat er in elk debat een ogenblik komt waar verwezen wordt naar het nazisme of naar Adolf Hitler, in een poging het standpunt van de…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
We weten het al langer, de jaren dertig zijn terug. Niet letterlijk, gelukkig maar. In woorden, als paradigma, als ijkingspunt. Maak een vergelijking tussen een hedendaagse maatschappelijke of politieke kwestie en een historisch feit uit de jaren 1930 en, bingo, iedereen spitst de oren, juicht toe of maakt zich kwaad. De zogenaamde wet van Godwin stelt dat er in elk debat een ogenblik komt waar verwezen wordt naar het nazisme of naar Adolf Hitler, in een poging het standpunt van de tegenstrever in diskrediet te brengen.
In Spanje heb je daar een lokale variant van. Het punt in kwestie verwijst dan naar burgeroorlog en/of de franquistische dictatuur. Misschien moeten we die Spaanse variant voortaan de wet van Pablo Iglesias noemen. De leider van de radicaal-linkse partij Podemos en vicepremier in de regering van Pablo Sánchez bestond het namelijk om de situatie van de gevluchte Puigdemont te vergelijken met het lot van de republikeinse ballingen na de overwinning van Franco’s troepen in april 1939.
Een strikvraag
Wat gebeurde er precies? In een interview voor televisiezender La Sexta op 17 januari, stelde Iglesias de kwestie-Puigdemont tegenover de juridische problemen van de voormalige koning Juan Carlos en diens vertrek uit Spanje. De eerste vluchtte, volgens Iglesias, omdat hij bepaalde politieke ideeën heeft, terwijl de tweede ervan wordt verdacht geld gestolen te hebben. Dan kwam de volgende vraag van interviewer Fernando González – of was het een strikvraag?
‘Beschouwt u Puigdemont werkelijk als een balling, zoals vele republikeinen in ballingschap vertrokken tijdens de dictatuur van Franco? Kunt u ze vergelijken?’ Pablo Iglesias dacht lang na en zegde dan het volgende: ‘Ik wil hier duidelijk zeggen dat ik denk van wel. Wat niet wil zeggen dat ik het eens ben met wat hij heeft gedaan.’
Historisch ongerijmd
Bingo. De Spaanse politieke wereld stond op stelten. Voor de rechtse oppositie was dit een buitenkans om de linkse coalitie van premier Pedro Sánchez het vuur aan de schenen te leggen – hoewel het historisch ongerijmd is dat rechts het opneemt voor de republikeinen van 1939… Alejandro Fernández, kandidaat van de conservatieve Partido Popular in Catalonië, noemde Pablo Iglesias ‘een paard van Troje’, met dat verschil dat hij, in tegenstelling tot de mythische helden, zijn bedoeling niet verbergt, namelijk ‘de democratie vernietigen’.
De woordvoerder van het extreemrechtse Vox, Jorge Buxadé, stelde dat de leider van Podemos elk moreel en politiek oordelingsvermogen heeft verloren. En Inés Arrimadas van de populistische Ciudadanos ging naar de essentie: ‘Iemand die wegloopt voor het gerecht van een democratie vergelijken met mensen die een dictatuur ontvluchten is een schande.’
Échte ballingschap
Maar ook aan de linkerzijde werd Iglesias’ uitlating niet in dank afgenomen. De socialistische vicepremier Carmen Calvo onderstreepte dat ‘Spanje een grote democratie is. Je kunt dus op reis gaan of vertrekken uit het land, maar niet in ballingschap gaan. Dat doe je enkel in een dictatuur.’ Manuela Carmena, voormalige progressieve burgermoeder van Madrid, zette de puntjes op de i. ‘Als in een democratie iemand weigert voor de rechtbank te verschijnen is hij een “prófugo” – een voortvluchtige – en geen “exiliado” – een balling.’ Voor haar is het zinnetje van Pablo Iglesias een ‘disparate’ – een dwaasheid.
Meritxell Batet, de socialistische Catalaanse voorzitster van de Cortes – het Spaanse parlement – gaf aan dat ‘Puigdemont de rechtsstaat schade heeft toegebracht’ en dat Iglesias ‘een dictatoriaal regime en het lijden van miljoenen Spanjaarden banaliseert’. Oude rot in het vak Felipe González, vier keer socialistisch premier in de jaren 1980-1990, beperkte zich ertoe te zeggen dat de uitspraak van Pablo Iglesias hem een gevoel van pijn en schaamte gaf. En premier Pedro Sánchez? Die pakte het subtiel aan. In een redevoering voor een congres van zijn partij op 23 januari weidde hij gedetailleerd uit over de ellende van de republikeinse exodus in 1939, zonder de namen Puigdemont of Iglesias te citeren. En hij onderstreepte: ‘Ik heb het over de echte ballingschap’.
Verwarring
Binnen Podemos heerste er blijkbaar enige verwarring. Gloria Elizo, die dicht bij Pablo Iglesias staat en vicevoorzitster is van de Cortes, verklaarde dat de vergelijking niet opgaat tussen de voormalige president van de Generalitat en de ‘duizenden ballingen die, vervolgd door het fascisme, Spanje moesten verlaten’. Maar Isa Serra, woordvoerster van de partij, gaf een potje filologische haarkloverij ten beste.
Verwijzend naar de definitie die het standaardwoordenboek van de Real Academia Española geeft van het woord ‘exiliado’, stelde ze dat ‘een politicus die zijn land heeft verlaten om zijn politieke standpunten te verdedigen een balling is’.
Een belediging?
Organisaties die zich bezighouden met wat in Spanje de ‘memoria histórica’ wordt genoemd – de herinnering aan slachtoffers van burgeroorlog en franquisme – reageerden begrijpelijkerwijs niet uitbundig op Pablo Iglesias’ uitlating. Voor Emilio Silva, voorzitter van de Asociación para la recuperación de la memoria histórica, is de vergelijking ‘ongelukkig’, want ze banaliseert het geweld van het franquisme. Dolores Cabra, voorzitster van de Asociación Guerra y Exilio, herinnert eraan dat het puikje van de Spaanse kunst, literatuur, geneeskunde, wetenschap, enzovoort in 1939 het land moest verlaten en vraagt zich af hoe de vicepremier van de Spaanse regering de democratie kan vergelijken met een dictatuur. Iglesias’ uitspraak is dan ook een ‘insulto’, waarvoor hij zich moet verontschuldigen.
Puigdemont zelf was natuurlijk in zijn nopjes. Vanuit Waterloo tweette de christendemocratische separatist dat de uiterst linkse Iglesias ‘respect en dankbaarheid verdient’. Voor Elsa Artadi, de vicevoorzitster van zijn partij Junts, ging Pablo Iglesias niet ver genoeg. Ze verwacht niet alleen woorden, maar ook daden. De interim-president van de Generalitat, Pere Aragonés, van de links-independentistische Esquerra Republicana Català (ERC), ging in dezelfde richting. Hhij vraagt aan Pablo Iglesias om een einde te maken aan wat hij de ‘repressie’ noemt en werk te maken van amnestie voor de separatistische politici die in de gevangenis zitten. Ada Colau, burgemeester van Barcelona, die ideologisch dicht bij Pablo Iglesias staat, noteerde scherp dat de exodus van 1939 en de vlucht van Puigdemont in 2017 ‘historische feiten zijn die op geen enkele manier vergelijkbaar zijn’. Maar ze merkte fijntjes op dat Pablo Iglesias’ verklaring in zekere mate uitgelokt was door de interviewer.
De Retirada
De vergelijking die Pablo Iglesias maakte is natuurlijk onkies. Wie een beetje belangstelling heeft voor de geschiedenis van de 20ste eeuw, heeft wellicht al beelden gezien van wat men in Spanje de Retirada noemt, de vlucht van honderdduizenden haveloze, door paniek getekende, mannen, vrouwen, kinderen over de Pyreneeën, in de eerste helft van 1939. Ze vluchtten voor gevangenschap, foltering, executie.
Velen kwamen in geïmproviseerde concentratiekampen in Frankrijk terecht. Hun levens waren gebroken. Een aantal zou een paar jaar later gedeporteerd worden naar nazi-kampen. En Puigdemont? Die heeft in een comfortabele 4×4, met de hulp van vier mossos d’esquadra, de grens overgestoken in La Jonquera. Hij betrekt nu een mooie villa in een residentiële wijk van Waterloo – volgens de krant El País is de maandelijkse huurprijs 4.400 euro.
Gemanipuleerde beeldvorming
Maar Pablo Iglesias’ uitspraak is vooral problematisch omdat hij een gemeenplaats versterkt die een hoeksteen vormt van de separatistische retoriek. Op 28 september 2017 klaagde ik hier al de storytelling aan die aan de basis ligt van het secessionisme. De separatisten leven in het verleden. Hun referentiekader blijft de franquistische dictatuur, hoewel die in 1975 ter ziele ging met de dood van de dictator. Toegegeven, onder Franco was de repressie van nationale bewegingen zoals de Baskische of de Catalaanse genadeloos.
Maar in 1977 vonden de eerste democratische verkiezingen plaats. Op 6 december 1978 werd een democratische grondwet goedgekeurd bij referendum: ruim 92% van de Catalanen stemde voor. Toch slagen de separatisten er vandaag in de beeldvorming zo te manipuleren dat het wel lijkt alsof Franco nog leeft en vanuit Madrid zijn repressieve politiek voortzet.
Tragedie en klucht
Toen Carles Puigdemont nog president van de Generalitat was, beschuldigde hij de vorige Spaanse premier Mariano Rajoy ervan de ‘bewaker van het graf van Franco’ te zijn. En ook buitenlandse sympathisanten van het separatistische avontuur lijken te denken dat de Catalaanse taal en cultuur nog altijd onderdrukt worden, zoals in de loden jaren van de dictatuur. Die beeldvorming heeft alles te maken met het historische verhaal van het onderdrukkende Spanje, van de inquisitie, via de uitwassen van de kolonisering van Latijns-Amerika, naar het franquisme.
Maar ieder redelijk mens weet dat het huidige democratische, geregionaliseerde Spanje daar niets of zeer weinig meer mee te maken heeft. Door zijn gewaagde uitspraak werkt Pablo Iglesias dit beeld in de hand. Of dit een slimme zet is, is maar de vraag, want de onvrijwillige ironie ontgaat niemand: de uiterst linkse vicepremier vergelijkt impliciet de regering waar hij zelf deel van uitmaakt met de Franco-dictatuur. Toch is de leider van Podemos coherent met zijn marxistische opvattingen, want hij kent zeker de openingszin van Karl Marx’ De achttiende Brumaire van Louis-Napoléon: ‘Hegel merkt ergens op dat alle grote wereldhistorische feiten en personen als het ware tweemaal optreden. Hij vergat er aan toe te voegen: de ene keer als tragedie, de andere keer als klucht.’