JavaScript is required for this website to work.
Media

Dirk Voorhoof: ‘Persvrijheid wordt uitgebreid, niet ingeperkt’

David Geens15/6/2021

foto © Shutterstock

Er zijn twee grondwetsartikelen ter herziening ingediend die te maken hebben met de persvrijheid, namelijk artikel 25 en artikel 150. Dirk Voorhoof geeft meer uitleg over deze artikels en de mogelijke gevolgen.

Momenteel is er in het federaal parlement van België een lijst van grondwetsartikelen ingediend om deze ter herziening vatbaar te verklaren. Zo een lijst moet eerst goedgekeurd worden door zowel de kamer van volksvertegenwoordigers als de senaat en zelfs de koning. Dan kan er pas na de volgende verkiezingen en een nieuw parlement een effectieve beslissing genomen worden over de nieuwe invulling van de grondwet. Er zijn onder andere twee artikelen ingediend die te maken hebben met de persvrijheid, namelijk artikel 25 en artikel 150. In deze aflevering van Doorbraak Radio komt Dirk Voorhoof, professor-emeritus aan de UGent, meer uitleg geven over deze artikels en de mogelijke gevolgen. Hij is ook verbonden aan de Human Rights Center en de Legal Human Academy waar hij actief blijft in de bescherming van de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting.

Persvrijheid, geen censuur en het hof van assisen

Het is misschien een geruststelling voor de pers dat het meestal met grondwetsherzieningen niet zo een vaart loopt. ‘Het is al de zevende keer op rij dat artikel 25 voor herziening vatbaar wordt verklaard en al de twaalfde keer voor artikel 150.’ Het zijn wel de twee ankerpunten van de persvrijheid die in onze grondwet in 1831 zijn ingeschreven, zegt Voorhoof. Artikel 25 benadruk de vrijheid van de drukpers en dat de censuur nooit kan worden ingevoerd. Artikel 150 stelt dat drukpersmisdrijven voor het hof van assisen moeten worden berecht. Deze oordeelt enkel over heel ernstige misdrijven met een volksjury. ‘Men beschouwt dit dus wel als een bijzondere bescherming voor de drukpers.’ Omdat strafzaken voor strafbare meningen via de media niet voor de gewone correctionele rechtbanken komen voor vervolging, zegt Voorhoof.

Modernisering van de taal

Artikel 25 is sinds 1831 ongewijzigd gebleven. ‘Het is ook een zeer sterk principe dat je bijna niet korter en kordater kunt uitdrukken.’ De drukpers is vrij en de censuur kan nooit worden ingevoerd. Dat woordje nooit betekent ook dat alle toekomstige grondwetgevers moreel verboden worden om de censuur in België in te voeren, zegt Voorhoof. ‘De bedoeling van deze herziening is niet om de persvrijheid af te bouwen.’ Integendeel, ze willen artikel 25 juist uitbreiden, zegt Voorhoof. De bescherming zou uitgebreid worden tot alle informatiemedia en middelen. ‘Dat is toch een zekere geruststelling voor de pers.’ Zo een hervorming heeft wel een groot politiek draagvlak nodig. Er moet telkens een twee derde meerderheid gevonden worden in de kamer en de senaat. Bovendien moet er dan ook nog eens een legislatuur gewacht worden om de stemming te kunnen doen. ‘Dat is een waarborg dat men niet te vlug naar de waan van de dag de grondwet kan wijzigen.’

Die uitbreiding gaat dan wel heel breed. De bedoeling is alle media te gebruiken. ‘Artikel 25 bevestigt nog eens specifiek voor de media dat zij een vrijheid van meningsuiting hebben.’ Maar het begrip drukpers zoals het nu in de grondwet staat is veel te eng, zegt Voorhoof. ‘Het gaat niet langer meer over artikels in de drukpers, magazines of boeken.’ Er is radio, televisie en internet bij gekomen. ‘De Belgische rechtspraak heeft hier tot op zekere hoogte al gevolg aan gegeven.’ De rechtspraak is al geëvolueerd naar die bredere interpretatie. Maar er zitten nog losse eindjes aan, zegt Voorhoof, en dat willen ze nu oplossen. ‘Daarom is het een goed idee om het begrip meteen zo ruim mogelijk te formuleren naar alle media.’

Hof van assisen

Artikel 150 zegt dat drukpersmisdrijven voor het hof van assisen moeten behandeld worden. ‘Hier is het weer die term drukpers die roet in het eten gooit.’ Die rechtspraak is in België nog niet verder gegaan. Dat geeft een wat eigenaardige uitsplitsing van de grondrechten, zegt Voorhoof. Iemand die in een video bijvoorbeeld aanzet tot haat tegen andersgelovigen, dan is dat geen drukpersmisdrijf maar een strafrechtelijke vervolging. Maar indien die video ondertitels had gehad, dan had het een drukpersmisdrijf geweest en moest het naar het hof van assisen. Dit was het geval bij Fouad Belkacem van Sharia4Belgium, zegt Voorhoof.

‘Dus de bedoeling zou zijn daar ook uit te breiden naar alle media.’ Dat zou een coherente samenhang tussen die twee artikels zijn om die grondwettelijke waarborgen uit te breiden. Maar de bescherming van de mediamisdrijven voor het hof van assisen kan ook problematisch zijn, zegt Voorhoof. ‘Veel zaken worden daar helemaal niet voorgelegd omdat ze niet ernstig genoeg zijn.’ Als men alle media dan zou gelijk trekken voor het hof van assisen zouden heel veel misdrijven in de media niet meer vervolgd worden. ‘Dus zegt men dat een bepaalde categorie van misdrijven in aanmerking zal komen voor de correctionele rechtbank.’ Zo zullen ze een deel van de bevoegdheid van het assisenhof wegnemen. ‘Mediamisdrijven die ingegeven zijn door racisme, xenofobie, seksisme, aanzetten tot geweld, discriminatie of haat gaan dan naar de correctionele rechtbank.’

Redacteur: Pieter-Jan Volkaert

David Geens is IT-engineer en bestuurder en investeerder in verschillende vennootschappen. Bij Doorbraak focust hij zich op de audiovisuele activiteiten zoals de podcast en video interviews.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Dit is een tijd voor mensen die over grenzen durven nadenken, die grenzen durven stellen en grenzen bewaken’, zegt Mark Elchardus in ‘Over grenzen’. Het werk is ons boek van de week.