JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Kunta Kinte en Roots in Vlaanderen

Kunta Kinte Alex Haley Memorial

Kunta Kinte Alex Haley Memorial

foto © Preservation Maryland, CC BY-SA 2.0

Rootisme is een vorm van racisme van het eigen ras waarvan we dagelijks de nefaste uitwerkingen zien.

Mocht iemand me de catechismusvraag stellen: ‘Wie of wat is iemand met roots?’, dan zou mijn incorrecte antwoord onmiddellijk luiden: ‘Iemand met roots is iemand met een vage of artificieel geconstrueerde herinnering aan plaatsen en culturen die hij niet kent, waar hij nooit gewoond heeft, waarvan hij de taal niet kent, en waar hij niet van plan is terug te keren’. Het woord ‘terug’ is er zelfs te veel aan, want hij is daar niet eens geboren. Misschien is het daarom dat men het anglicisme ‘roots’ gebruikt in plaats van wortels, want zo iemand heeft gewoon geen wortels in zijn imaginaire land. Niet geworteld hier, niet geworteld daar. Ontworteling alom. Wie roots zegt, bedoelt eigenlijk ontworteling. In den beginne was er de ontworteling. Dan pas kwamen de wortels en de roots.

Toch levert mijn zoekmachine, als ik roots in deze betekenis opzoek, me op welgeteld 1,07 seconden meer dan 382 miljoen resultaten. Elke dag word ik in krant en op webstek met zinnen geconfronteerd zoals ‘Brussel, waar 60 of 70 en morgen 80 percent van de bevolking andere roots heeft’. Of, uit een andere context, ‘Migranten voelen zich stadsbewoner, Vlaming of Belg, maar behouden tegelijk hun roots en verbondenheid met het land van herkomst’. Of nog: ‘Je eigen culinaire roots herontdekken is de meest sympathieke en leukste vorm van patriottisme’. Aan het woord is Abdelkader Benali, die samen met zijn vrouw een kookboek had uitgegeven. En in dit geval ging het wel degelijk om Marokkaans patriottisme, geen Nederlands.

Maar ook de autochtonie kent haar roots. In de spelling Roets met o-e, bijvoorbeeld. Dat is de naam van een historische kalender (uitgegeven en verdeeld door het Davidsfonds) die bij elke dag een korte historische notitie levert en bij elke week een langer verhaal, van Ivo Michiels over Patrick Sercu tot de Damesvrede van Kortrijk van 1529. De wervende tekst luidde vroeger ‘Omdat De Roets Vlaanderens geheugen is’. De kalender van volgend jaar 2021 zegt dat hij het geheugen van de Lage Landen opslaat. Dat is weer een ander verhaal. Maar hoe dan ook, Roots en Roets figureren duidelijk samen in de herinnerings- en geheugenproblematiek. En dat ze zo heten komt door een roman uit de jaren zeventig.

Kunta Kinte en Chicken George

De ‘roots’ hebben over de hele wereld ingang gevonden door het megasucces van de roman (1976) en de achtdelige televisieserie (1977) Roots van de Amerikaanse auteur Alex Haley. Die is zijn wortels gaan opzoeken in het West-Afrikaanse Gambia. Hij beschrijft de geschiedenis van zijn Afrikaanse voorvader Kunta Kinte. Die werd in 1767 door een vijandelijke stam aan blanke slavenhandelaars verkocht en naar Amerika verscheept. Daar kwam hij terecht op plantages in Virginia en Carolina. Deze Kunta Kinte heeft zich samen met zijn kleinzoon Chicken George in het Amerikaanse en zelfs Europese televisiegeheugen vastgezet. Wie de serie heeft gezien, vergeet deze personages nooit meer (die twee zwarte mannen zijn als het ware tot onze ‘roots’ gaan behoren).

Alex Haley (auteur levende in de 20ste eeuw) kent hun wedervaren tijdens het einde van de 18de eeuw. Hij weet zelfs wat Kunta Kinte en Chicken George zegden en dachten. Zijn grootmoeder had het hem immers verteld. En zij had het weer van haar grootmoeder, zodat die jongste grootmoeder gemakkelijk zes generaties kon overbruggen. Dan is hij dat allemaal nog eens gaan checken in Gambia zelf. Daar zocht hij het dorp op waar Kunta Kinte vandaan kwam. Hij liet er de plaatselijke griot zijn verhaal doen. Griotten zijn West-Afrikaanse troubadours en hofdichters die de geschiedenis levendig houden door ze zingend verder te vertellen.

Haley is dus op het spoor van zijn roots gekomen door middel van ‘oral history’, het uitvragen van getuigen en beroepsherinneraars die hem het skelet van zijn narratieve identiteit leverden. De rest (het vlees aan het been) vulde hijzelf in. Enerzijds door opzoekingswerk in de archieven van de slavenhouderij in de States in de 18de en 19de eeuw. Anderzijds ook met behulp van zijn schrijversverbeelding, hoe hij aanvoelde dat het moest gegaan zijn, hoe deze levens zich gedurende die zes generaties hadden afgespeeld. Daarom sprak hij niet van fiction, maar van faction. Hij stond erop dat zijn deels fictionele reconstructie wel degelijk op waarheid berustte.

Drie kabelkinken

Jammer genoeg kwamen er drie kinken in de kabel van zijn wedersamenstelling. Ten eerste bleek al snel dat de griot in Gambia die door Haley werd aangesproken, perfect aanvoelde wat Haley wilde horen. De griot leverde gewoon het gewenste verhaal — een situatie waarmee elke antropoloog af te rekenen kreeg en krijgt. Het verhaal over wie Haley was, werd geleverd door iemand die vertelde wat Haley verwachtte dat hij was. Deze West-Afrikaanse griots zijn over het algemeen, net zoals wijzelf, nogal onbetrouwbaar in hun herinnering. Dat verlaagt de bruikbaarheid van oral tradition voor geschiedschrijving met ettelijke graden. En dan nog: waarschijnlijk had Haley niet eens het juiste dorp gevonden.

De tweede kink had eveneens te maken met oral history. Deze werd nu echter gelegd door Haleys vermeende Amerikaanse zegslui. Die beweerden zich de slaventoestanden van (zeg maar) de omgeving van De hut van oom Tom zogezegd ‘levendig’ te ‘herinneren’. Historici hadden immers aangetoond dat er nauwelijks correlaties bestonden tussen de documenten van de plantages waar Kunta Kinte of Chicken George zouden gewerkt hebben, en wat Haley daar allemaal liet gebeuren. Later zou Haley trouwens aanspraak maken op een ‘diepere waarheid’.

De derde kabelkink was dodelijk. Een onbekend antropoloog kon aantonen dat veel van wat Haley zich via zijn grootmoeders grootmoeder herinnerde in feite afgeschreven was uit een roman die deze zelfde antropoloog (tussen allerlei veldwerk door) tien jaar voordien had geschreven. De man stapte ermee naar de rechter. Die achtte de zaak van de antropoloog bewezen en veroordeelde Haley tot het betalen van astronomische geldsommen.

Bedrieglijke roots

De idee van de roots (wortels) achter Roots (de roman en de tv-serie) had een stevige knauw gekregen. Dan is er eindelijk eens iemand die de geschiedenis van de zwarten in de Verenigde Staten nauwkeurig traceert, blijken de herinneringen aan de wortels gefalsifieerd of geplagieerd. Haleys verhaal was vooral het verhaal dat de Verenigde Staten op het historische moment van de burgerbeweging voor gelijke rechten nodig hadden. Vandaar ook het grandioze succes.

De motivatie was hedendaags. De voedingsbodem ervoor was de emancipatie van de zwarten. Haley wilde aan dat bevolkingsdeel een geschiedenis bezorgen die volgens hem alleen door oral history getraceerd kon worden. Was Haley een bedrieger? Ik twijfel. Had hij niet het gevoel kunnen hebben dat de ‘waarheid’ zich langzamerhand aan hem ontvouwde, of, in een ander taalregister, dat de waarheid zich aan hem openbaarde wanneer hij eindelijk eens enkele zwarte snippers verhaal en historie in een enorme puzzel van witte vlekken in elkaar kon schuiven?

Rootisme is een racisme

Voor zover Alex Haley eerlijk was of kon zijn, toonde hij met zijn omstreden succesverhaal wel aan dat hij met zijn roots in feite zijn diepste ik bedoelde. Zijn ontologische heimat, als het ware. En voorts blijf ik erbij dat eerst de ontworteling komt en pas dan de wortels in de vorm van een verhaal over ontworteling. Maar in de gedaante van roots liggen deze imaginaire wortels wel aan de basis van het multiculturalisme. En sinds een jaar of twee hebben ze zich nog versterkt gemanifesteerd in het wokisme en in een dekolonisatiebeweging die haar eigen contradicties niet kent. Daar is het al wortel wat de klok slaat.

En zo kom ik uit bij het rootisme van Etienne Vermeersch. Voor hem was een racist iemand die anderen in een vakje duwde omwille van hun afstamming en huidskleur. Maar een rootist, dat was voor hem iemand die, omwille van zijn kleur en afstamming, zichzelf in een vakje duwde. Een geval van autoracisme eigenlijk. Maar het is ook meer dan dat. Rootisme kan niet anders dan veronderstellen dat de cultuur in het bloed of in de genen zit. En daarom is het rootisme vlakaf een racisme, zonder ‘auto’. Een racisme van het eigen ras. Van deze verwerpelijke opvatting zien we elke dag de nefaste uitwerkingen.

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'.

Commentaren en reacties