JavaScript is required for this website to work.
Religie

Voor de progressieve feministen is de islam blijkbaar belangrijker dan de rechten van vrouwen

foto © Unsplash

Er wordt veel geschreven over de Iran-kwestie, maar de islam vernoemt men liever niet.

Onlangs verschenen in de Vlaamse pers drie interessante commentaarstukken over het verzet van Iraanse vrouwen tegen de ayatollahs die hen verplichten hun hoofddoek niet alleen te dragen, maar hem ook nog eens correct te dragen. De heilige hoofddoek eist meer en meer levens.

De teksten die ik bedoel zijn van filosoof Lieven De Cauter (in een interview door Walter Pauli in de Knack), van commentator van De Morgen Bart Eeckhout en van schrijfbroeder Tom Lanoye in de Humo. Krantenbreed dus. Laten we beginnen met Lanoye. Kan die schrijven, zeg. Zo kort, zo gevat en zo rap!

Tom via Sihame

Hij schrijft over Sihame el Kaouakibi die straks haar parlementaire onschendbaarheid in dezelfde rook ziet opgaan als de euro’s die ze volgens de pers bij mekaar heeft gelogen. Maar tussendoor, en passant en als het ware achteloos, lost Lanoye hier en daar ook een wereldprobleempje op. Over de hoofddoek in Iran en hier bij ons bijvoorbeeld. Hij mist Sihame ocharme een beetje op haar plaats in het Vlaams Parlement.

Hij stelt zich voor dat ze, mocht ze daar nog zetelen, zou zeggen dat je de hoofddoekverplichting ginds niet moet vervangen door een hoofddoekverbod hier. En dat het geen zin heeft om de kledingpolitie ginds te bestrijden door ook hier een kledingpolitie op te richten. Straf hé? De hele hoofddoekproblematiek in Europa en Iran tegelijk knoestig in twee zinnen samenvatten. Schampere schimpscheut tegen de hoofddoekcritici, toch? Rechts krijgt weer recht tegen zijn raap, en dat van de kledingpolitie. Zo gevat. Dat kunnen de conservatieven in hun zak steken. En met die stelling, zegt hij, zou Sihame tegen heel wat haren in strijken.

Ik denk dat Sihame Kaouakibi beter zou weten. Iets in Iran vervangen door iets van hier? Goed bij je hoofd, man? Iets in Iran bestrijden door hier iets op te richten? Alle vijf op een rijtje, man? Als vrouw van de wereld en als gewiekste Hochstaplerin houdt ze zich met zulke prietpraat niet bezig. Nu, Lanoye heeft wel degelijk iets gedacht, maar wat hij Sihame in de mond legt is allesbehalve doordacht.

Vrijheid blijheid

Neen, dàn Bart Eeckhout in De Morgen. Die denkt ongeveer hetzelfde, maar formuleert het – uiteraard, zou ik zeggen – beter dan de moraaltrompetter van Sint-Niklaas. Het is merkwaardig, schrijft Eeckhout, om een roep om vrijheid in Iran te beantwoorden met een beperking van de vrijheid van vrouwen hier. Dat is nog niet goed, maar toch al veel beter.

Hij gaat wèl naar de kern van de progressieve redenering in dezen, door er expliciet de vrijheid bij te betrekken. Vrouwen, zowel in Iran als in Vlaanderen, zegt hij, moeten ‘vrij’ zijn om de hoofddoek al dan niet te dragen. Noch in Iran noch in Vlaanderen mag die vrijheid gehinderd worden. Zo, probleem opgelost.

Beter gecommuniceerd, maar toch ietwat simpel, verdacht simpel. In feite waarschuwen Lanoye en Eeckhout tegen het hoofddoekverbod in scholen en in openbare functies. Samen zijn ze bang dat een opheffing van de hoofddoekverplichting in Iran het draagvlak hier te lande zou vergroten om het hoofddoekverbod nog uit te breiden.

Feministisch-progressieve kamp

Filosoof Lieven De Cauter daarentegen waarschuwt niet tegen een of andere morele overwinning van rechts. In het interview met Walter Pauli richt hij zich onmiddellijk tot het feministisch-progressieve kamp. Hij had immers de week voordien zelf in Brussel mee tegen de ayatollahs betoogd en had onder de betogers geen progressieven opgemerkt, geen verdedigers van de hoofddoek in de Vlaamse scholen en aan de loketten.

Zelf wed ik dat er überhaupt geen hoofddoekdraagsters te zien waren, maar wel veel vrouwen die zich juist van hun hoofddoek hadden bevrijd. Het lijkt erop alsof de Vlaamse feministische hoofddoekdraagsters-uit-vrije-wil niet veel geven om het lijden van hun Iraanse zusters die juist van de verplichte hoofddoek af willen.

De Cauter drukt het zo uit: progressieven en feministen zijn blijkbaar niet in staat pro-hoofddoek te zijn in België, en tegen de hoofddoek in Iran. Verdediging van het recht op de hoofddoek in België kunnen ze blijkbaar niet combineren met verwerping van de verplichte hoofddoek in Iran. De Cauter vindt dat ze dat wel moeten kunnen, en dat ze zelfs moeten leren om de beide posities te combineren. Waarom? Omdat de seculiere staat vereist dat iedereen zich moet kunnen kleden zoals hij en vooral zij dat wil. Omwille van de vrijheid dus, zowel in moslimlanden als in het Westen.

Negatieve en positieve vrijheid

De vrijheid? Ik dacht uit de vermelde citaten toch begrepen te hebben dat het om twéé soorten vrijheden ging, die echter door Eeckhout en Lanoye en vragensteller Pauli als één vrijheid worden gedacht. Zou dat nu kloppen, dat de vrijheid om hier een hoofddoek te dragen dezelfde vrijheid is, als die om daarginds de hoofddoek af te werpen?

Menen ze dat nu, dat vrouwen in Vlaanderen even terecht (Eeckhout) hun vrijheid willen behoeden, als dat vrouwen in Iran dat willen? Wie zoiets beweert is toch van de wereld af, in die zin dat hij niet terugkoppelt naar de bloederige realiteit in Iran? Het argument van de ene en dezelfde vrijheid wordt hier gereduceerd tot een knoert van een sofisme.

Willen de geteisterde vrouwen in Iran af van de onmenselijke hoofddoekdwang, dan hebben ze geen andere keuze dan hun negatieve vrijheid te bevechten met bloed, zweet en tranen. Negatieve vrijheid betekent bevrijd te worden van dit materiële symbool van lijfelijke onderdrukking.

Hier in Vlaanderen hebben vele (maar niet alle) moslima’s de luxe om op vreedzame wijze een positieve vrijheid te bevechten, met het doel de hoofddoek ook op scholen en in publieke functies te mogen dragen. In de publieke ruimte hebben ze die vrijheid al. Hun Iraanse zusters moeten juist op hun hoede zijn voor wat ze in de publieke ruimte  dragen, want dat is het hele punt van de politieke islam.

Islam en zonlicht

Islam, die naam is nog niet gevallen. Goed, dat is dan in lijn met het progressieve, politiek-correcte discours over de hoofddoek hier en ginder, die meestal vermijdt om het in de context van de hoofddoek over de islam te hebben. Ze hebben het liever over de vrije wil of over ayatollahs die uit pure boosaardigheid, zomaar uit zichzelf, meer dan de helft van hun bevolking in een vermomming dwingen. Het gaat ermee zoals met zoveel dingen van de islam die allemaal niets met de islam te maken hebben – zoals terrorisme bijvoorbeeld. Welnu, volgens vele feministen is de hoofddoek ook zo’n ding.

Het zonlicht zegt me dat de islam het verbindingsteken uitmaakt tussen de hoofddoek ginds en de hoofddoek hier. Uit angst om van islamofobie beschuldigd te worden, brengt men deze islamitische connectie niet graag in herinnering. Men zwijgt ze juist graag dood. Uit de Iraanse hoofddoekdwang trekt geen van mijn drie commentatoren ook maar een enkele conclusie over de aard van de hoofddoekdwang zelf. Dat het om een islamhoofddoekdwang gaat, wordt in de pers zelden toegegeven. Men wil de islam zelf er graag buiten houden.

Vaandel van de islam

Datzelfde zonlicht zegt ons ook dat de hoofddoek het vaandel van de islam is, die vrouwen zowel in Azië als in Europa reduceert tot onvrijwillige vaandeldraagsters van dit geloof. Er zijn geen twee soorten hoofddoeken. Er is niet één soort hoofddoek dat gemarineerd is in Europese vrijheid en in blijheid, en een ander soort hoofddoek dat gedrenkt is in islamisme en in bloed.

Het gaat om dezelfde stukken stof die hetzelfde doel  moeten dienen, namelijk door de onzichtbaarheid van de vrouw de zichtbaarheid van deze godsdienst in het publieke domein te verhogen. Dit ene vaandel staat in dienst van de politieke territoriumdrift van het islamisme.

Vrije keuze?

Dat hangt samen met de totale blindheid voor de sociale druk die door mannen in moslimgemeenschappen in het Westen uitgeoefend wordt opdat hun vrouwen, dochters en zusters de hoofddoek gewillig zouden dragen. Men beweert dus te geloven in de vrije keuze voor een symbool van een systeem dat, eenmaal aan de macht, geen vrije keuze meer laat – zoals niet alleen in Iran, maar in vele andere moslimlanden.

De beweging BOEH beweert te ijveren voor ‘Baas Over Eigen Hoofd’. Hadden ze maar, in navolging van de succesvolle beweging voor Baas In Eigen Buik, zichzelf Baas In Eigen Hoofd genoemd. Dan hadden ze over deze materie wellicht wat beter nagedacht. Met dat ‘Over Eigen Hoofd’ gaat het tenslotte alleen maar over wat erop ligt.

Progressieve feministen

Voor de progressieve feministen die Lieven De Cauter niet op de betoging gezien heeft, is de islam blijkbaar belangrijker dan de rechten van vrouwen. Hen is de vergoelijking van het politieke islamisme dierbaarder dan een noodzakelijke vrouwenbevrijdingsbeweging.

Op het einde van het interview poneert Walter Pauli een stelling, namelijk dezelfde als die van Bart Eeckhout en Tom Lanoye: ‘De overheid hoort in België niet te bepalen hoe een vrouw zich kleedt. En in Iran evenmin’. Zonder nadenken, met hetzelfde sofisme. In drie woorden geeft De Cauter dat snel toe, waarna hij als de beste al zijn voorbehoud bij de hoofddoek an sich formuleert. ‘Diep in mijn hart ben ik tegen de hoofddoek’, laat hij Pauli optekenen. Nu hoeft Lieven nog slechts de connectie te maken tussen zijn hart en zijn verstand.

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'.

Commentaren en reacties