JavaScript is required for this website to work.

Als Wallonië moet kiezen

Lieven Van Mele25/10/2022Leestijd 6 minuten
TitelLa Wallonie à l'heure des choix
SubtitelVers la septième réforme de l'Etat
AuteurDiverse auteurs
UitgeverIRW/CGSP
ISBN9771372908003
Onze beoordeling
Aantal bladzijden195

La Wallonie à l’heure des choix. Vers la septième réforme de l’Étatis een publicatie van 195 bladzijden geworden waarin diverse auteurs van en voor de IRW-CGSP hun visie geven op de volgende staatshervorming. Die zou – ook al is dat niet 100% zeker – het licht moeten zien in 2024. De IRW-CGSP is de Waalse Interregionale van de Algemene Centrale der Openbare Diensten (ACOD). Het geeft een goed overzicht van hoe men in links en syndicalistisch Wallonië denkt over een volgende staatshervorming.

Gewesten vs. gemeenschappen

‘Het FGTB (de Franstalige tegenhanger van ABVV) kiest al sinds tijden voor een federalisme op basis van de Gewesten,’ luidt het in de inleiding geschreven door Patrick Lebrun en Laurent Pirnay (beiden FGTB). En inderdaad, terwijl de traditionele visie van de Vlamingen op België gebaseerd is op twee grote gemeenschappen, met daarnaast Brussel, ziet men in Franstalig België het koninkrijk eerder als een federatie van drie gewesten (Wallonië, Vlaanderen en Brussel). Of eventueel vier, als men de Duitstaligen erbij neemt.

Uiteindelijk is België een combinatie geworden van de twee formules (er zijn zowel gewesten als gemeenschappen). Dat heeft tot gevolg dat Vlaanderen via de gemeenschapsmateries ook wat te zeggen heeft in Brussel (Nederlandstalig onderwijs, cultuur, welzijn, etc.). En de Franstaligen oefenen via de COCOF (Commission Communautaire Française, de tegenhanger van de VGC-Vlaamse Gemeenschapscommissie) gemeenschapsbevoegdheden uit in Franstalig Brussel.

‘De echte hervorming moet binnen de Belgische staat zelf plaatsvinden, door het parlement en de federale regering te baseren op vier (regionale) groepen en niet op taal (het communautaire uitgangspunt)’, vindt politoloog Caroline Van Wynsberghe. Dat is dan ook de dominante tendens in deze publicatie: we moeten naar een België van de gewesten in plaats van de gemeenschappen. Wat betekent dat de francofone visie het zou halen in België in plaats van de Vlaamse. Ook al zijn sommige Vlamingen ook voorstander van een dergelijke gewestelijke visie. Kijk maar naar bijvoorbeeld Vooruit-boegbeeld Johan Vande Lanotte.

Het einde van de Belgische staat

Maar er is een maar, stelt ook Maxime Fontaine (ULB): het Brussels Gewest kan zich dat financieel niet permitteren. Een België op basis van drie of vier gewesten, waarbij de gemeenschappen zouden worden opgeheven, zou betekenen dat Vlaanderen niet meer kan of mag investeren in Nederlandstalig onderwijs, cultuur, welzijn, sport, enzovoort in Brussel. En dat de Brusselaars daarvoor dan zelf zouden moeten opdraaien. Maar er is meer: het is de kortste weg naar het einde van de Belgische staat. Indien namelijk de banden tussen Brussel en Vlaanderen zouden worden doorgeknipt, wat zou het Vlaamse Gewest dan nog beletten om de Vlaamse onafhankelijkheid uit te roepen? Plus, bij een België uitsluitend bestaande uit drie of vier gewesten, is het vrij voorspelbaar dat het Brussels en het Waals Gewest samen een front zullen vormen tegen Vlaanderen.

Discrepantie

We zouden naar een België met drie of vier gewesten moeten gaan, stelt ook Damien Piron (UCLouvain), ook omdat we in België met een discrepantie zitten. De Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest zijn gefusioneerd en vormen één regering. Aan Franstalige kant daarentegen heb je enerzijds de Waalse regering, anderzijds de Franse Gemeenschap (in de Vlaamse media steevast verkeerd Franstalige Gemeenschap genoemd). Die noemen de Franstaligen overigens op totaal ongrondwettelijke wijze Fédération Wallonie-Bruxelles.

De Franse Gemeenschap kan met haar gemeenschapsbevoegdheden niet tussenkomen in Franstalig Brussel. Daarvoor is er de COCOF. Die beschikt over een ruime autonomie en heeft wetgevende bevoegdheden. Dat terwijl de VGC afhangt van de Vlaamse regering en een ondergeschikt bestuur is. Een fusie tussen Waals Gewest en Franse Gemeenschap was vroeger gewild door de PSC en de PRL, stelt Pierre-Yves Dermagne, maar de PS was daar tegen. Een regering die gevestigd is in Brussel en moet beslissen over wat er gebeurt in Wallonië? Nee, laat maar.

Waalse identiteit

De eerste hoofdstukken van de publicatie gaan over de identiteit van de Walen en Wallonië. Dat is opmerkelijk, want in vergelijkbare publicaties aan Vlaamse kant wordt er niet gediscussieerd over de identiteit van de Vlamingen. Iedereen weet toch wat een Vlaming is? Daarover gaan we toch niet meer discussiëren? Aan Waalse kant ligt dat iets gecompliceerder. Dat zou er eventueel op kunnen wijzen dat de Waalse identiteit kunstmatiger is dan de Vlaamse.

Enquêtes uit 1991, 1995 en 1999 toonden aan dat 65% van de Walen zich in de eerste plaats Belg voelden. Slechts 10% voelde zich in de eerste plaats Waal. In 2004 bleek uit een andere enquête dat 49% van de Walen zich in de eerste plaats beschouwt als Belg. En nog een andere enquête in 2013 toonde aan dat 40% van de Walen voorstander was van meer autonomie voor de gewesten, 60% tegen, en 93% tegen de splitsing van België.

Volks vs. grondgebied

‘We stellen eerst en vooral vast dat de Walen zich duidelijk Waal én Belg voelen, en dat daar geen tegenstelling in zit’, zegt Mar Jacquemain (ULiège). Daar zit natuurlijk een verschil met Vlaanderen, waar het gevoel van Vlaming te zijn vaak als tegenstelling wordt gezien ten opzichte van de Belgische identiteit. ‘De Vlaamse beweging is van bij het begin heel agressief. Ze kon dan ook geen andere dynamiek volgen binnen een unitaristisch en Franstalig België. ‘De latere Waalse beweging daarentegen was een verdedigingsreflex tegen de Vlaamse beweging,’ voegt Philippe Raxhon (ULiège) daaraan toe. En: ‘Uit de nationale statistische bevraging van 1846 blijkt dat een meerderheid van de Belgen Nederlands sprak’.

Fabrice Jacquemart, directeur van Form’Action André Renard: ‘Het federalisme van het noorden is steeds meer gebaseerd op een volk. Dat van het centrum en zuiden steeds meer op grondgebied. Die twee uitgangspunten moeten wel botsen. Nogmaals, en mogelijk ingrijpender dan ooit tevoren, bij de hervormingsonderhandelingen van 2024.’

Geen belangstelling voor succes

Wat zouden nu trouwens de oorzaken zijn van de zwakke economische positie van Wallonië ten opzichte van Vlaanderen? David Van Den Abbeel (Crisp) aarzelt niet te schrijven dat één van de oorzaken zou zijn: ‘Een hypothetisch gebrek aan belangstelling voor het ondernemerschap zou in werkelijkheid een uiting zijn van het Waalse gebrek aan belangstelling voor succes en winst’. Tiens, werden dergelijke uitspraken afgelopen decennia niet bestempeld als Vlaamse vooroordelen ten opzichte van Wallonië en de Walen?

Wallonië staat er financieel niet goed voor. Benoit Bayenet (ULB en ULiège): ‘Uit het extern verslag over de houdbaarheid van de Waalse overheidsschuld blijkt dat het risico dat het aflossingstraject ontspoort in tijden van economische, financiële of budgettaire crises, hoog is.’ Tussen haakjes, deze zinnen werden geschreven voor de huidige energiecrisis. En niet te vergeten, de meeste auteurs van de publicatie klagen het gebrek aan echte fiscale autonomie van het Waals Gewest aan. En wordt het Brussels Gewest ook niet benadeeld door het feit dat er massa’s pendelaars komen werken die geen belasting betalen in de hoofdstad? Zoals de Brusselse Franstalige politieke partijen en de Open VLD voortdurend herhalen? Benoit Bayenet wijst er fijntjes op dat er nu reeds een ‘pendelaarsdotatie’ bestaat om die verliezen te compenseren.

Herfederalisering

Moeten we in het kader van de eerstvolgende staatshervorming niet een aantal bevoegdheden van het gewestelijke of gemeenschapsniveau opnieuw overhevelen naar de federale, nationale staat? ‘Zonder die claim heeft Wallonië er geen enkel belang bij de buitenlandse handel te herfederaliseren. Dat zou de doeltreffendheid enkel schaden. Maar het is een steriel debat: een dergelijke herfederalisering zal nooit een meerderheid krijgen aan Vlaamse zijde. Gelukkig,’ schrijft Arnaud Collette van AWEX, de Waalse tegenhanger van FIT (Flanders Investment and Trade). Dit is een blaam voor de belgicistische contrareformatie, zoals die gepredikt wordt door de Open VLD, want niemand minder dan blauw federaal vicepremier Vincent Van Quickenborne pleit voor de herfederalisering van de exportpromotie.

Moeten we terug naar een unitaire staat? Laat maar zo, stelt vicepremier voor de PS Pierre-Yves Dermagne: ‘Een dergelijke stap terug is niet wenselijk voor ons, Walen en Franstaligen, als minderheid. Zoals Jean-Pascal Labille het zo treffend stelt: als je in België het laatste woord aan de centrale overheid geeft, geef je het in werkelijkheid aan Vlaanderen. Dat vergeten wij nog al te vaak! Want terwijl Vlaanderen zich soms opstelt als een meerderheid met een minderheidscomplex, gedraagt Wallonië zich als een minderheid die zich nog te veel illusies maakt over haar gewicht binnen de federale instellingen’.

Overhevelen naar de gewesten

Wat moet er overgeheveld worden van federaal naar de gewesten? Benoit Bayenet denkt bijvoorbeeld aan de onroerende voorheffing. Nicolas Martin (burgemeester van Mons) somt politie en justitie op. Pierre-Yves Dermagne heeft het over persoonsgebonden thema’s, steun voor mensen… Ook Dermagne wil een België bestaande uit gewesten, waarbij de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap, pardon, la Fédération Wallonie-Bruxelles, zouden overgeheveld worden naar het Waals Gewest. En dan gaat het natuurlijk in de eerste plaats over onderwijs en cultuur.

Er bestaan overigens al voorbeelden van overheveling van bevoegdheden van gemeenschappen naar gewesten. Dermagne verwijst daarbij naar toerisme en kinderbijslag. En wat moet er federaal blijven? Jawel: ‘Solidariteit moet een van de sleutelwoorden blijven in ons land. Die solidariteit uit zich vooral in de sociale zekerheid. Die mag, volgens mij, niet uitgehold worden,’ vindt Nicolas Martin.

Nuance

Alle verhoudingen in acht genomen, is La Wallonie à l’heure des choix al bij al een relatief genuanceerd werk geworden. Clichés over Vlaanderen of de Vlamingen ontbreken. En ook anti-Vlaamse uitspraken komen niet voor. Het is ooit anders geweest.

Toch is er één uitzondering op deze regel. Edouard Delruelle (ULiège, Solidaris) schrijft: ‘In deze mix van ultraliberalisme en nationalisme in het Vlaamse beleid, moet je niet gewoon een conjunctuureffect zien, maar een echt maatschappelijk project dat als volgt kan worden gedefinieerd. 1) Klimaatcynisch: betere levensomstandigheden creëren voor een geprivilegieerde minderheid en anderen aan hun lot overlaten. 2) Neofordistisch: de bescherming van de sociale staat door “cash transfers” (belastingverlagingen, sociale minima, bijdragen) die de bevolking toelaten te blijven consumeren — en zich in de schulden te blijven steken. 3) Postdemocratisch: zich van de rechtstaat ontdoen om de eisen inzake gelijkheid op basis van gender, seksuele oriëntatie, afkomst enzovoort de kop in te drukken en indien nodig een gemilitariseerd fort te bouwen tegen immigranten’. Commentaar overbodig.

Willen de Franstaligen nog wel een staatshervorming?

Hebben de Vlaamse politieke partijen ondertussen een duidelijke visie op hoe een nieuwe staatshervorming er moet uitzien? Welke plaats Brussel zal hebben in een toekomstig België, confederaal of niet? Er valt te vrezen van niet. De Werkgroep Institutionele Zaken in het Vlaams Parlement toont vooral de onderlinge verdeeldheid aan. Het wordt nochtans tijd een duidelijke Vlaamse visie te ontwikkelen. En, andere vraag: zijn de Walen nog steeds voorstander van een nieuwe staatshervorming? De federale werkzaamheden tonen aan van niet. Gezien de ondertussen erbarmelijke financiële toestand van Franstalig België, is in de ogen van de Franstaligen geen staatshervorming misschien nog beter dan een staatshervorming waarin meer geld voor Wallonië net iets te veel autonomie voor Vlaanderen betekent.

Lieven Van Mele is Midden Oosten-reiziger en volgt sedert de jaren '90 de actualiteit in de Arabische wereld en het fenomeen van de islamisering in de islamitische wereld en het Westen. Eerder verschenen al bijdragen van hem in diverse media

Commentaren en reacties