JavaScript is required for this website to work.

Bastarda in de Munt: een tsunami van ongeziene creativiteit en magische schoonheid

Luckas Vander Taelen26/3/2023Leestijd 5 minuten
TitelBastarda
SubtitelThe life and times of Queen Elizabeth I
RegisseurOlivier Fredj
GezelschapKoninklijke Munt
LocatieDe Munt, Brussel
Speeldata21/03/23-16/04/23
Meer info

Het komt voor dat een recensent niet te veel wil schrijven over wat hij gezien heeft. Dat is in de meeste gevallen omdat een voorstelling zo slecht was dat hij geen zin heeft de uitvoerders ervan nog dieper de dieperik in te duwen. Mij schieten nu ook woorden tekort om het te hebben over ‘Bastarda’, de nieuwe Muntproductie. Maar dan wel omdat die zo onwaarschijnlijk overtuigend is dat ik mijn bespreking eigenlijk tot één woord kan beperken: een triomf!

Ik wil er best nog wat aan toevoegen, als u dat tenminste overtuigt om naar deze unieke opvoering te gaan kijken. Zal ik het zo zegge : mocht u nog nooit naar de opera geweest zijn, ga dan naar ‘Bastarda’ kijken. Eén keer in uw leven opera beleven, de totale betovering ervan ondergaan: ‘ga naar Bastarda’. Een festijn van twee avonden, bijna zes uur muziek. En als u echt te weinig tijd hebt voor het totale pakket, ga dan alleen naar de tweede avond. Daar laat ‘Bastarda’ u de hemel en de sterren zien. Die te missen, daarvoor is geen excuus te verzinnen. ‘Bastarda’ is een tsunami van een ongeziene creativiteit en magische schoonheid.

Experiment

Maar voor U mij van promotiepraat beschuldigt, ga ik toch graag wat in op de wordingsgeschiedenis van ‘Bastarda’. Dit is op zijn zachtst gezegd een gewaagd experiment: het creëren van een nieuwe opera die volledig gebaseerd is op vier andere opera’s, van een vroeg negentiende eeuwse Italiaan : Gaëtano Donizetti. Dat was een begaafde serial-componist: toen hij in 1848 op zijn 51ste overleed, liet hij liefst 70 opera’s na. Hij schreef er gemiddeld twee per jaar! Een paar daarvan zijn deel gaan uitmaken van het repertoire, zoals het briljante Lucia de Lammermoor, l’Elisir d’Amore of Don Pasquale, maar heel veel ander werk wordt veel minder of nooit opgevoerd.

Gaetano Donizetti was een meester van de vroege Italiaanse opera, niet gekend omwille van een onstuitbare vernieuwingsdrang, zoals Verdi dat later zou zijn. Hij schreef op een briljante manier wat het publiek wou horen, snel, met de vinger aan de pols van de smaak van het moment en aarzelde ook niet om zichzelf te plagiëren. Maar hij evolueerde in zijn carrière weg van het voorspelbare belcanto en begon muziek te schrijven die meer was dan een ondersteuning van de spectaculaire stemstunts van prima donna’s.

Oude vergeten opera’s

Dat veel oude opera’s zo goed als vergeten zijn is natuurlijk onvermijdelijk. Vaak is de reden dat sommige opera’s gewoon niet goed genoeg zijn, teveel zwakke momenten hebben of eindeloos langdradig zijn. Maar het komt ook voor dat in vergeten werken schitterende passages en aria’s verborgen zijn.

In die werken knippen om hen voor een hedendaags publiek verteerbaar te maken, gebeurt zelden, uit artistiek respect voor de componist. Die terughoudendheid was in vroegere tijden veel minder groot. Toen aarzelde men niet om opera’s te zien als juke-boxes waarin grote hits naar hartenlust konden gekozen worden.

Nu is er meer aanzien voor de schepper van een kunstwerk en wordt een bewerking van een bestaande opera als een delicate kwestie gezien, die uiteraard niet van toepassing is op de grote meesterwerken. Het is niet omdat Wagner bij momenten breedsprakig is dat men zijn Ring zou inkorten.

Elisabeth I

Donizetti schreef liefst vier opera’s waarin de Engelse koningin Elisabeth I een (hoofd)rol speelde : Anna Bolena ,Elisabetta al castello di Kenilworth, Maria Stuarda en Roberto Devereux. Enkel de eerste wordt nog regelmatig opgevoerd; de anderen hoogst zelden. Muntdirecteur Peter de Caluwé vroeg zich af of het niet de moeite was om uit die vier werken het woelige levensverhaal van de mythische monarche te distilleren. De Franse regisseur Olivier Fredj waagde zich aan het avontuur samen met componist en orkestleider Francesco Lanzillotta. Het resultaat is dus deze ‘Bastarda’, een spektakel van meer dan zes uur, gespreid over twee avonden. Het was gepland voor 2021, maar is door de coronaperikelen pas dit seizoen te zien.

Foto: Simon Van Rompay

A star is born

Fredj en Lanzillotta wilden bewust geen selectie van hoogtepunten uit de vier opera’s brengen. Geen ‘Best Of’ dus, maar een echt nieuwe interpretatie van het werk van Donizetti met het leven van Elisabeth I als leidraad. Een reis door een koningschap van 45 jaar, een beetje zoals de Netflix-biopicreeks The Crown dat deed met die andere Elisabeth II, the Queen.

De titel van de voorstelling ‘Bastarda’ is ontleend aan een door Donizetti verzonnen historische scène waarin Maria Stuart, de gevangen gezette katholieke koningin van Schotland, dat weinig glamoureus epitheton naar het koninklijk hoofd van Elisabeth slingert omdat zij de vrucht is van het ontbonden huwelijk van haar vader Hendrik VIII met Anna Boleyn, die hij liet onthoofden. Stuart zou het weinig benijdenswaardige lot van de moeder van Elisabeth ondergaan. Haar terechtstelling is een van de meest aangrijpende momenten in de tweede avond van ‘Bastarda’.

Dirigent Lanzillotta schreef zelf enkele nieuwe passages als overgangen tussen stukken uit de verschillende opera’s. Maar de grootste ingreep was de toevoeging van theatrale elementen, met drie gesproken rollen. De belangrijkste is Elisabeth als kind, die als haar geweten de confrontatie aangaat met haar oudere zelf. Dat kind was drie toen haar vader haar moeder liet ombrengen. Zij werd de ‘Virgin Queen’, een eenzame vorstin die van mannen hield maar niet wou trouwen. Die psychologische achtergrond van jeugdtrauma’s en verscheurdheid maakt ‘Bastarda’ bijzonder actueel.

Bij de première werd de kleine Elisabeth vertolkt door de zeer jonge Turkse Nehir Hasret. Met haar lange monologen verblufte ze het Muntpubliek. Bij haar troonrede voor de Lords schreeuwde ze met veel overtuiging een aan Greta Thünberg ontleend ‘How Dare You!’ ; daarmee had ze de zaal aan haar voeten. Iedereen leek te beseffen : a star is born!

Geen geringe verdienste voor een gesproken rol tegenover een cast die allen op een astronomische hoog niveau zingen: de Griekse Myrto Papatanasiu als Elisabeth (op de tweede avond wegens ziekte vervangen door de al even briljante Francesca Sassu), de Italiaanse tenor Enea Scala in een dubbele rol van Leicester en Percyn of de Nederlandse Lenneke Ruiten als Maria Stuarda die indruk maakte in het onvergetelijke dodelijke verbale duel met de koningin.

Regisseur Fredj gebruikt de hele ruimte van de zaal als een koninklijk paleis waarin de zangers opduiken of vanuit de loges naar de voorstelling kijken. Zeer geslaagd zijn de poëtische projecties van de Zwitserse Sarah Derendinger, die 16eeuwse schilderijen lijken maar vertraagde gefilmde portretten van Elisabeth zijn.

De geest van Donizetti

In geen geval valt te vrezen dat Gaëtano Donizetti zou gekrenkt zijn in zijn eer en zich nu omdraait in zijn graf om deze ‘Bastarda’ te vervloeken. Zelf was hij niet beroerd in zijn eigen werk te snijden. Toen hij merkte dat het tweede bedrijf uit ‘Maria Stuarda’ het publiek niet bevallen was bij de première, herschreef hij die voor de tweede opvoering, op twee dagen tijd.

Vooral de tweede avond is de perfectie nabij. Misschien heeft de goedwillende geest van Donizetti de regisseur naar dit onwaarschijnlijk hoog niveau getild. De langzame aftakeling van Elisabeth grijpt naar de keel. Ze blijft alleen achter op een lege scène. Ontdaan van alle regalia is ze niet ze meer dan een meelijwekkende oude vrouw die sterft. Vanop de balkons klinkt de krachtige zang van het koor: ‘Wie houdt de ogen droog, als hij haar ziet in zo’n ontreddering, in zo’n strijd, en voelt daarbij zijn hart niet doorboord worden?’ De hele schouwburg deelt in het verdriet in de bloedstollende finale terwijl Elisabeth wegkwijnt op de scène. Het levert een moment op dat geen toeschouwer onbewogen liet en goed was voor een minutenlange meer dan verdiende staande ovatie.

Met deze gedurfde demarche verdient directeur Peter de Caluwé een overtuigd bravisimmo! Met ‘Bastarda’ bewijst hij niet aan het einde van zijn muzikaal en creatief Latijn te zijn, blijft nadenken over de toekomst van de opera en nog steeds open staat voor vernieuwing en experiment.

En U, beste lezer, mag deze ‘Bastarda’ in geen geval missen!

alle info op www.lamonnaiedemunt.be

 

Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.

Commentaren en reacties