JavaScript is required for this website to work.

Bovenste beste buren

Karl Drabbe3/12/2016Leestijd 3 minuten
TitelBovenste beste buren
AuteurEvert van Wijk
UitgeverScriptum
ISBN9789463190305
Onze beoordeling
Aantal bladzijden159
Prijs€ 16.95

Evert van Wijk is communicatiedeskundige en mediatrainer. Hij woonde een kwarteeuw in Vlaanderen maar trok recent terug naar Nederland. In zijn recent verschenen boek Valse vrienden lees je impliciet, tussen de lijnen, de ontgoocheling van iemand die op verandering hoopte in Vlaanderen, maar die niet zag voltrekken. Vlamingen blijven Vlamingen en Nederlanders Nederlanders, en dat zijn inwoners van twee totaal verschillende werelden, is zijn analyse.

Van Wijk hamert het hele boek door op dezelfde nagel: het mag dan wel zo lijken dat er veel culturele overeenkomsten zijn tussen Noord en Zuid, maar die zijn er eenvoudigweg niet – meer zelfs: ‘er zijn geen overeenkomsten’. De cultuurverschillen zijn volgens hem immens, En de kloof tussen Essen en Roosdaal (naar het woord van Ludo Simons), zo schrijft hij, wordt maar dieper en breder.

De verschillen duidt hij niet enkel op basis van zijn ervaringen, particulier en bedrijfsmatig. Van Wijk haalt er ook wetenschappelijke literatuur bij en onderscheidt heel wat verschillen op vlak van ‘masculiniteit’, ‘machtsafstand’, ‘individu versus collectiviteit’ en ‘onzekerheidsvermijding’.

Die onzekerheid loopt als de meest opvallende rode draad doorheen het boek. Volgens Van Wijk zijn Vlamingen te gereserveerd en te schuchter, die niet voor hun mening durven uitkomen. Een Vlaming is haast per definitie een binnenvetter die de confrontatie uit de weg gaat en liever in achterkamertjes bedisselt dan rechstreeks onderhandelt met zijn concurrent of tegenstrever. Een Nederlander is net het tegenovergestelde: assertief, het hart op de tong en altijd overal een mening over, waar iedereen deelgenoot wordt in gemaakt.

Van Wijk tapt nogal vaak uit hetzelfde vaatje vol clichés, die natuurlijk veel waarheid bevatten, anders zouden het eenvoudigweg geen clichés zijn. ‘Als een Nederlander je niet bedrogen heeft, is hij het vergeten,’ zou een uitspraak zijn die hij veel hoorde tijdens de kwarteeuw dat hij in Vlaandeen verbleef. Hij noemt Vlaanderen trouwens een contactland en Nederland een contractland; in het bedrijfsleven speelt in het zuiden je adressenboekje een belangrijkere rol, in het noorden geldt ‘pacta sunt servanda’ en wordt er niet meer heronderhandeld. Belgen noemt hij ‘plannentrekkers’, Nederlanders ‘plannenmakers’. En – toonaangevend voor de sfeer en de essentie van het hele boek: bij Nederlanders primeren morele principes in persoonlijke en zakelijke contacten, bij Belgen primeren pragmatische belangen. Om het ook te hebben over regelrechte ‘Ollanderhaat’ – en niet enkel in het Antwerpse: ‘Wat Vlamingen over Nederlanders zeggen is vaak zo tenenkrullend dat als Vlamingen hetzelfde zouden zeggen tegen Turken of Marokkanen, ze heel wat aanklachten aan broek zouden hebben hangen wegens racisme …’

Interessant wordt Van Wijk als hij zich op het gladde politiek-institutionele ijs beleeft. Over België schrijft de man die als mediatrainer veel voor N-VA werkt dat ‘als het geen failed state is, heeft het wel een failed government.’ Het land is te complex, met te veel parlementen (in tegenstelling tot de zes die hij vermeldt zijn het er negen) waardoor elke ingezette verandering ‘marginaal’ is. ‘België is een land dat geen land is, het is een virtueel land, het is van alles een beetje,’ klinkt het. Van Wijk noemt België ‘het Griekenland aan de Noordzee’ en concludeert zelfs: ‘Dit land moet op de schop’.

Bij het lezen van het boek kwam steeds dezelfde vraag bij me naar boven: heeft hij dit boek geschreven als therapie voor zichzelf? Moest hij iets van zich afschrijven, met name de frustraties van het moeilijke zakendoen in Benelux-context en –bedrijven? Of is dit boek eerder een spiegel voor de Vlamingen, van kijk, jullie zeggen wel dat wat jullie zelf doen, jullie beter doen, maar dat het verschil met het oude België of het Latijnse Wallonië minimaal is – hij spreekt immers over ‘voortgaande inefficiëntie’. Uiteindelijk houd ik het erop dat het een handleiding is voor Nederlanders die contacten willen leggen en zaken willen doen met Vlamingen/Belgen. Met duidelijke do’s and don’ts, waarvan de belangrijkste wel is dat je de cultuurverschillen tussen Noord en Zuid best erken, in plaats van ze onder de mat te vegen.

Groot- en andere Heel-Nederlanders lezen dit boek best niet, want ze zouden zich ergeren van de eerste tot de laatste pagina. En ja, Van Wijk provoceert graag in Valse vrienden. Maar eens het boek gelezen begrijp je inderdaad beter ‘waarom Belgen en Nederlanders elkaar wel verstaan maar niet begrijpen …’

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties