JavaScript is required for this website to work.

‘De Arabische veroveringen’: historisch werk door een ervaren reisjournalist

Jef Abbeel26/5/2023Leestijd 4 minuten
TitelDe Arabische veroveringen
SubtitelDe verspreiding van de islam en de eerste kalifaten
AuteurJustin Marozzi
UitgeverOmniboek
ISBN9789401919135
Onze beoordeling
Aantal bladzijden272
Prijs€ 26.99
Koop dit boek

Justin Marozzi lanceerde recent zijn nieuwe boek De Arabische veroveringen. Hij is historicus en reisjournalist, en woont en werkt in de Arabische wereld. Marozzi beschrijft de veroveringen van 630 tot 762, waarbij een rijk gevormd werd met de omvang van het Romeinse. De verspreiding van de islam in Indonesië in de dertiende eeuw en op de Balkan door de Ottomanen in de veertiende tot vijftiende eeuw. De expansie in Afrika en Europa in de twintigste en 21ste eeuw ontbreken dus.

Omstreeks 622-624 lanceerde Mohammed zijn ‘heilige oorlog’, die gepaard ging met rooftochten tegen onder meer de Joden in 625-627 in Medina. Hij liet al hun mannen onthoofden, de vrouwen en kinderen tot slaaf maken en hun eigendommen verdelen onder ‘zijn’ gelovigen. Hij nam de leiding over de massa-executie, en doodde zelf zeshonderd tot achthonderd Joden. Mohammed nam de mooie Rajhana, weduwe van een gedode Jood, als bijvrouw. Hij verkondigde dat de gewapende strijd moet doorgaan tot heel de wereld zich bekeerd heeft tot de islam (p.33-39).

Mekka

In 630 veroverde hij Mekka. Dat werd de politieke hoofdstad van de moslims. De inwoners kregen de keuze: zich bekeren of onthoofd worden. Mohammed eigende zich de totale politieke, militaire en religieuze macht toe. In 632 stierf hij.
Zijn opvolgers veroverden in 634-644 het christelijke Palestina en Syrië op het Byzantijnse rijk. Het was de eerste zware nederlaag van het Byzantijnse leger. De sterkte van de moslims was hun bereidheid om te sneuvelen in hun ‘heilige oorlog’, een eigenschap die hedendaagse jihadisten ook hebben (p. 63).

Als steden zich overgaven zonder strijd, werd de bevolking gespaard. De steden en hun inwoners moesten dan wel belastingen betalen. Velen bekeerden zich om daaraan te ontsnappen. In 641-642 volgde de gewelddadige verovering van Egypte op de Byzantijnen. Tot minstens het jaar 1000 was Egypte een rijk land. In 641 werd in Caïro de eerste moskee van Afrika gebouwd en kwam er een einde aan duizend jaar Grieks-Romeinse hegemonie en cultuur. De Arabische veroveraars verdrievoudigden de belastingen en het graan ging nu naar Medina in plaats van naar Constantinopel.

Verovering

De verovering van Irak en Iran op de Perzen verliep in 633-650 met veel onthoofdingen en grote buit. In Iran werden tussen 40.000 en 100.000 Perzen onthoofd (p. 105-118). In 651 kwam er een einde aan het Sassanidische Rijk, dat sinds 224 had bestaan.
In 656-661 vond bij Basra de eerste slag plaats tussen moslims onderling. Dat was het begin van de scheuring tussen soennieten en sjiieten. Iran werd het centrum van de sjiitische islam, slechts 2 procent spreekt er Arabisch.

Moe’awija, gouverneur (639-661) en vervolgens kalief (661-680), krijgt een uitgebreid portret als stichter van de Omajjaden-dynastie (661-750). Afghanistan was het moeilijkst om in te nemen: het duurde van 653 tot 709. Op het einde van de zevende eeuw werd het Arabisch ingevoerd als officiële taal. Tussen 709 en 731 volgde de verovering van de ‘katoenmand’: Turkmenistan, Oezbekistan, Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan en Pakistan. In 751 versloegen de Arabieren met de hulp van de Tibetanen en Turken een Chinees leger van de Tang-dynastie in de Slag bij Talas.

Spanje en Portugal

Ondertussen werden Spanje en Portugal ingepalmd vanaf 711. Cordoba werd de schitterende hoofdstad van Al Andalus. Dan volgde Toledo, de hoofdstad van de Visigoten en andere steden. Velen werden onthoofd, ook kinderen. Vanaf 720 hielden de Arabieren ook rooftochten over de Pyreneeën en in het dal van de Rhône, maar in 732 werd hun westelijke opmars definitief tegengehouden door Karel Martel in de Slag bij Poitiers/Tours. In 717-718 was ook het beleg van Constantinopel mislukt.

In Spanje zorgden de Arabieren wel voor een hoogstaande cultuur, waar pas in 1492 een einde aan kwam.
Vanaf de achtste eeuw trad decadentie in bij de kaliefen en vanaf 740 braken er ook opstanden uit, onder meer van de Berbers en de christenen in Noord-Afrika (p. 194-196). Die opstanden werden bloedig onderdrukt. Rond 747 vond ook een burgeroorlog plaats, met veel slachtpartijen, waarbij de Omajjadische dynastie werd uitgeroeid door de Abbasiden, die de volgende 500 jaar regeerden.

Bloedvergieter

Al-Abbas kreeg de bijnaam ‘Al-Saffa, de Bloedvergieter, omdat hij zestigduizend moslims, Joden en christenen liet onthoofden (p. 198). De erfenis van deze veroveringen treft volgens Marozzi bijna twee miljard mensen of een kwart van de wereldbevolking (p. 200). Arabieren beginnen de dag en elke activiteit met een gebed tot Allah: ‘Bismillah’ (‘In de naam van God’) en ze bedanken hem met ‘Alhamdulillah’ (‘Dank aan God’) (p. 200).

Dankzij de Arabieren werden de Griekse schrijvers vertaald en bewaard. Bagdad was van 762 tot 1258 de culturele hoofdstad van de wereld en de grootste stad op aarde. Het eerste handboek voor oogheelkunde kwam daar tot stand in de negende eeuw en ook andere wetenschappen kwamen er tot bloei. De bijlagen bevatten een nuttige en uitgebreide tijdlijn van 570 tot 762 (p. 210-221) en passages uit primaire bronnen over de veroveringen (p. 222-242). Vier Arabische geschiedschrijvers en één christelijke vertellen hoe de mensen toen dachten over de veroveringen en de wreedheden waarmee ze verliepen.

Beoordeling

De auteur is goed thuis in de Arabische wereld, taal en cultuur en gebruikt ook veel Arabische schrijvers als bron. Dit boek leest zeer vlot en is boeiend van begin tot einde. Het geeft een goed beeld van de gedrevenheid der veroveraars: godsdienst en buit speelden een grote rol in hun motivatie. Hun wrede wandaden worden niet verzwegen. Tegelijk tonen zowel de tekst als de vele mooie prenten de culturele verwezenlijkingen.

Bij de veroveringen komt Noord-Afrika (rond 698 – 708) maar beperkt aan bod: het lijkt alsof ze van Egypte rechtstreeks naar Spanje trokken. Maar die expansie staat wel in de tijdlijn achteraan (p. 217). Het aantal moslims is momenteel eerder 1,6 miljard dan twee miljard, maar hun bevolkingsgroei is wereldwijd zo sterk dat ze die twee miljard wel zullen halen tegen 2050 of eerder.

De drie kaarten zijn onmisbaar, maar tegelijk onvolledig: nogal wat plaatsnamen ontbreken bijvoorbeeld Chalcedon, Poitiers, Talas en Bagdad. En de kaart van 750 staat voor die van 634-661. Soms is de auteur er een paar eeuwen naast: Carthago werd gesticht in de negende eeuw voor Christus, niet rond 1300 voor Christus. Cordoba werd Romeins in 152 voor Christus, niet in de derde eeuw voor Christus (p. 182). Een woordenlijst met de vele islamitische begrippen zou zeer welkom zijn: op bijna elke pagina staat er een Arabisch woord.

Jef Abbeel is classicus en historicus en voordrachtgever en recensent over China, Rusland-Oekraïne en Midden-Oosten.

Commentaren en reacties