JavaScript is required for this website to work.

De geschiedenis van Vrij Nederland

Henk Jurgens26/6/2016Leestijd 4 minuten
TitelDe geschiedenis van Vrij Nederland
AuteurJohn Jansen van Galen
UitgeverBalans, Amsterdam
ISBN9789460030970
Onze beoordeling
Aantal bladzijden496
Prijs€ 27.5

In de zestiger jaren brak de oorlog uit, de oorlog tegen het establishment. Het Nederlandse weekblad Vrij Nederland deed er verslag van, week in week uit. Het was de tijd van ‘goed’ tegen ‘fout’. En VN was ‘goed’, het establishment ‘fout’. Het had allemaal met de oorlog te maken. Het eerste nummer van Vrij Nederland verscheen al op 31 augustus 1940. De verjaardag van koningin Wilhelmina, die in Engeland in ballingschap zat. Het verscheen illegaal want Nederland was bezet en met Duitsers wilde niet iedereen van doen hebben. Het ‘gevaarlijkste Hetzschrift’ in Nederland, vonden de bezetters. In het voorjaar van 1941 ging het mis. 65 Mensen werden door de Sicherheitsdienst gearresteerd, de verzetsgroep opgerold. Henk van Randwijk met zijn vrienden zette daarna Vrij Nederland voort, de hele bezetting lang. 74 Medewerkers zijn door de Duitsers vermoord vanwege hun activiteiten voor VN.

Anti-establisment 

In 1954 bestond VN nog, maar met een oplage van 20.000 leidde het een kwijnend bestaan. Mathieu Smedts werd hoofdredacteur. Hij haalde een aantal journalisten binnen die in het Amsterdamse studentenblad Propria Cures begonnen waren. En toen kwamen de jaren. 60 Het beeld van een keurig en enigszins saai Nederland veranderde ras. ‘Fascisme’ en ‘nationaalsocialisme’ werden de maatschappelijke thema’s en ‘anti-establishment’ natuurlijk. In april 1962 weerde de legerleiding VN uit de kazernes, want het schreef tegen de oorlog met Indonesië over Nieuw-Guinea. Nieuw-Guinea was het laatste stukje ‘Nederlandsch-Indië’ dat nog in Nederlands bezit was. VN stond weer in de belangstelling. Met journalisten als Rinus Ferdinandusse, Joop van Tijn, Martin van Amerongen, Igor Cornelissen, Jan Eijkelboom, Rudy Kousbroek, Joris van den Berg, de tekenaar Peter Vos en later Tessel Pollmann, Frits Barend en Henk van Dorp schoot de oplage in de loop der 60tiger en 70tiger jaren omhoog.

‘De laarzen dreunen weer: die woorden vertolken in de jaren zestig het angstige gevoel dat het fascisme opnieuw de kop opsteekt,’ schrijft John Jansen van Galen in De gouden jaren van het linkse levensgevoel, waarin hij de geschiedenis van VN beschrijft. ‘Hebben vroegere collaborateurs niet opnieuw het hoogste woord, en soms zelfs de macht?’ Met vroegere collaborateurs moest worden afgerekend. In Amsterdam was het de tijd van Provo, Kabouters en Oranje Vrijstaat. Er gloorde in Nederland hoop voor een nieuwe progressieve beweging. De gemiddelde Nederlander was en is conservatief, maar daarom hoeft hij nog niet altijd rechts te stemmen. Vrij Nederland werd de spreekbuis van het linkse levensgevoel, het lijfblad van links Nederland. De journalisten maakten in hun artikelen duidelijk waar ze voor stonden. VN werd een auteursblad, een trefpunt van meningen. Dikwijls waren de schrijvers het niet met elkaar eens. Zo had Tamar, de eerste columniste in Nederland, het vaak aan de stok met Brandt Corstius. Tamar was de pseudoniem van Renate Rubinstein die altijd zeer persoonlijk in haar columns en boeken aanwezig was.

Links

In de jaren zestig en zeventig waren de termen ‘links’ en ‘rechts’ nog bruikbaar voor duiding binnen het politieke spectrum. In de huidige tijd, met de opkomst van populistische bewegingen, niet meer. Toen waren politieke partijen nog geworteld in de maatschappij. Nu zijn populistische partijen bomen zonder wortels die te allen tijde kunnen omvallen. ‘Links’ en ‘rechts’ hebben hun betekenis verloren.

Het linkse Vrij Nederland was ‘geestelijk eigendom van de redactie’ lieten de redacteuren de directie in 1968 weten. Daardoor konden ze een tijdsbeeld schetsen vanuit hun persoonlijke, subjectieve journalistiek. Het collectief van redacteuren bepaalde de inhoud van het blad, niet de hoofdredactie. Vrij Nederland sloot naadloos aan bij wat er toen in de maatschappij speelde. De journalistieke aanpak van VN , de onthullingsjournalistiek, werd maatgevend. VN was de eredivisie van de Nederlandse journalistiek.

Bibeb

Bibeb schreef haar beroemde interviews. Ze sprak haar slachtoffers soms wel drie of vier keer. ‘Genoteerd wordt hoe ze bewegen, hoe boos, geïrriteerd of langzaam ze spreken, hoe ze kijken. En vergeet niet: de interieurs! Het is dan nog niet de gewoonte van journalisten om het decor van een interview te beschrijven,’ schrijft Jansen van Galen. ‘De grote actuele thema’s van het maatschappelijk leven komen alle aan de orde in Bibebs interviews: feminisme, seksualiteit, emancipatie, drugs, de oorlog in Vietnam. Ze vraagt minder naar de mening van de geïnterviewden dan naar zijn of haar persoonlijke ervaring met het onderwerp.’ Iedereen wilde door haar geïnterviewd worden. ‘Haar fort is niet de politieke actualiteit, maar de psychologische safari door de ziel van de geïnterviewde.’ Bibeb was immens populair. Als er een interview van haar in VN stond schoot de losse verkoop omhoog.

En dan de ‘Zettertjes’, de contactadvertenties waar VN al in de jaren zestig mee begint. ‘Wie een “Zettertje” in VN wil plaatsen, kan dat schriftelijk doen of mondeling. Sommigen komen er persoonlijk voor naar de uitgeverij, niet zelden schichtig weggedoken in hun jas,’ schrijft Jansen van Galen. De contactadvertenties werden al snel seksadvertenties. Albert Heijn weigerde dan ook VN in de schappen te leggen. Eind zeventiger jaren loopt de belangstelling voor de ‘Zettertjes’ snel terug. Alle kranten hadden contactadvertenties en seksadvertenties voor homofielen waren niets bijzonders meer.

Magazine

In september 1977 introduceerde Vrij Nederland een wekelijks kleurkatern: een los magazine met lange reportages. Dat was nieuw in Nederland. Geen van de kranten of tijdschriften had toen een weekendmagazine. Gerard van Westerloo en Elma Verhey schreven spraakmakende reportages. ‘De pont van kwart over zeven’ over arbeiders op de pont over het IJ in Amsterdam; ‘de wintertrek’ over ouderen die in Benidorm overwinterden; ‘achter op de Antillenstraat’ over mensen die van een uitkering moest rondkomen en ‘het verval van de Smitsstraat’ over een getto in de Haagse Transvaalwijk gaven een beeld van Ons Soort Mensen, ‘de ruggegraat van Nederland’, die de gemiddelde VN-lezer niet kende.

In 1978 bereikte het weekblad zijn hoogste oplage met bijna 120.000. Daarna veranderde het lezersbestand snel. In de jaren tachtig was slechts een kwart van de lezers jonger dan 30 terwijl dit in de decennia daarvoor ruim de helft was geweest. Voor de generatie van ’68 was het lezen van VN nog een statussymbool. Als je dat niet deed, hoorde je er niet bij. Inmiddels is het een gewoon weekblad dat moet sappelen om te overleven.

Jansen van Galen schreef een mooi boek over de geschiedenis van de gloriejaren.

De Nederlandse publicist Henk Jurgens (1942) is politicoloog (UvA). Hij schrijft regelmatig in Doorbraak over Nederland en de Nederlandse politiek.

Commentaren en reacties