JavaScript is required for this website to work.

De hele geschiedenis van alles en allen

Karl Drabbe12/1/2019Leestijd 5 minuten
TitelBig History
SubtitelHet waanzinnige wetenschappelijke ontstaansverhaal van de mens, de wereld en het universum
AuteurDavid Christian
UitgeverMaven Publishing
ISBN9789492493231
Onze beoordeling
Aantal bladzijden416
Prijs€ 24.99

Jaren terug al, hield de Australische prof geschiedenis David Christian het Big History Project boven de doopvont. Het ontstond uit het inzicht dat historici wel veel kunnen vertellen over de geschiedenis van de mens sinds het ontstaan van het schrift. Maar dat geschiedenis veel meer is, daar hebben en hadden veel historici en geschiedenisstudenten het moeilijk mee. ‘Geschiedenis’ – even loskomend van geschreven bronnen – is immers ouder dan 5000 jaar. De homo sapiens loopt immers al een 200.000 jaar rond op deze aardbol. En de eerste homonïde, een niet eens zo verre voorouder, dateert van (amper) 4 miljoen jaar terug. Op een kosmische tijdsschaal is dat niet gisteren, maar zonet. Geschiedenis is meer. Het is alles-wat-geweest-is. En ook dat wat u net hebt gelezen.

Om díe geschiedenis te vatten, haalde Christian er als prof ook geologie bij, astrofysica, microbiologie en zovele andere disciplines. Het doel van de mens vandaag op Aarde, ligt immers in een historische lijn, waar ook het ontstaan (en de evolutie) van het heelal van deel uitmaakt, de zon, de Aarde, het begin van het leven en vervolgens van een van de meest succesvolle soorten leven op deze planeet. De mens zoals we die vandaag kennen, en nog steeds onderhevig is aan evolutie.

Geschiedenis-in-het-groot

Vroege samenlevingen en religieuze gemeenschappen delen grote mythen over het ontstaan van alles en allen. Nuchtere wetenschappers en de door hen beïnvloede en geknede 21ste-eeuwse rationele maatschappij hebben niet zulke ontstaansmythes. En dus is het in het alles uit heden en verleden met elkaar in verband brengen, dat je een geschiedenis in het groot kunt ontwikkelen. Geschiedenis-van-alles-wat-geweest-is is dan een gigantisch web waarin alles geconnecteerd is met allen (en omgekeerd), gisteren vandaag en morgen. De ondertitel van het boek spreekt boekdelen: ‘Het waanzinnige wetenschappelijke ontstaansverhaal van de mens, de wereld en het universum’ (maar dan in omgekeerde volgorde).

Dat noemt Christian Big History. Een discipline die in de Lage Landen nog voet aan de grond moet krijgen, al verschijnen er wel steeds meer vertalingen van boeken in die zin. Met een beetje goeie wil zou je de populaire antropoloog Jared Diamond de grondlegger ervan mogen noemen met boeken als Ondergangen Paarden, zwaarden en ziektekiemen, waar bijvoorbeeld de impact van mens op milieu en omgekeerd in het verleden uit de doeken werd gedaan. Ook in Christians boek Big History – de neerslag van het grote project – komt dat aspect aan bod als de mens landbouwer wordt en de natuur en omgeving definitief naar zijn hand zet.

Bonanza

Zoals elke historicus probeert Christian structuur aan te brengen in de grote geschiedenis door cesuren aan te duiden. Scharnierpunten of ‘bonanza-momenten’ zoals Christian die noemt, waar de Grote Geschiedenis een quantumsprong maakte; essentiële opstappen om te verklaren waarom gebeurt wat er vandaag gebeurt.

Zo duidt hij negen scharnier-‘momenten’. De oerknal is de eerste. Het is het begin van alles. Het begin van het universum waar alles is ontstaan. Wat ervoor was (of niet), weten we niet. Maar zonder de oerknal geen universum, en ook niet al wat er verder op volgt.

Een tweede moment komt er ongeveer een half miljard jaar later. Materie – lichte elementen zoals waterstof – gaat ‘samensmelten’ tot sterren. Wat ontstaat is ook gedoemd om te eindigen, en dat is het derde omslagpunt. Door de implosie van sterren ontstaat er nieuwe materie en ontstaan er zware chemische elementen zoals die vandaag in de tabel van Mendeliev voorkomen. Het zijn die elementen die – en zo zijn we beland bij omslagpunt vier — de planeten maakten, in alle vormen en substanties zoals we die nu al kennen in ons eigen zonnestelsel. Ook onze ster, de zon, is dan ontstaan. We schrijven 4,5 miljard jaar geleden.

Het vijfde omslagpunt is er een waar we ons meer bij kunnen voorstellen, al doet het zich voor ca. 4,2-3,8 miljard jaar geleden. Waar de vorige vier ‘bonanza’s’ ons nog voor veel vragen en raadsels stellen, wordt het nu allemaal concreter. Dit vijfde omslagpunt is voor ons als levende wezens het meest bepalend. Want het geeft plots een doel, een richting aan de geschiedenis-van-alles: leven. ‘Leven’ heeft een bepaalde betrachting: overleven en voortplanten. Het is Charles Darwin die ons dat laatste heeft doen inzien. En dat teleologische element is bepalend en verklarend voor wat we ‘leven’ noemen. Christian noemt dat de grootste nieuwigheid tot nog toe, die – althans toch op onze planeet Aarde – de ‘geschiedenis’ in een nieuwe plooi legde.

Homo sapiens wordt landbouwer

Het zesde omslagpunt is dan de komst van de mens, dat kon u wel raden. Al duurde het bijna 3,8 miljard jaar dat leven zich ontwikkelde vanuit de door platentektoniek gecreëerde onderzeese warmte- en gasbronnen en door op Aarde beland ‘sterrenstof’ tot wat vandaag krioelt op onze planeet. Meer zelfs: daarvan duurde het ongeveer drie miljard jaar eer het eerste eencellige leven ontstond. Die mens zorgt trouwens voor een ander novum, dat al even bepalend is geweest als het ontstaan van leven.

Daarmee zijn we het zevende en allicht het meest bepalende bonanza-moment gekomen. Ca. 10.000 jaar geleden, in regio’s als de ‘vruchtbare sikkel’ – u herinnert zich die nog uit uw leerboeken geschiedenis op school. De homo sapiens die stap voor stap – de Natufiërs waren (nog vóór de laatste ijstijd) de eersten, menen we – van verzamelaar-jager landbouwer wordt. Waarom dit meest bepalend is? Omdat die mens de omgeving naar zijn hand gaat zetten om betere voorwaarden voor zichzelf te creëren en dus rechtstreeks ingrijpt in het milieu. En omdat de mens hele samenlevingssystemen met achterliggende religies en ideologieën uitdenkt. Christian spreekt hier van de ‘noösfeer’: één enkel wereldomspannend mentaal en cultureel reservoir van gemeenschappelijke gedachten en ideeën dat ontstaat en zich verder in de geschiedenis ontwikkelt. Het centrale idee, of liever het centrale kenmerk van de landbouwsamenleving is trouwens dat verandering de énige constante is.

Ondertussen verdwijnen fauna en flora of worden ze gemanipuleerd door de grote landbouwsamenlevingen. In die mate zelfs – omslagpunt acht – dat de mens nieuwe energie zou benutten die zijn invloed op Aarde exponentieel deed toenemen, niet het minst door een meetkundige bevolkinsgroei, waar geen einde aan lijkt te komen. Dat omslagpunt leggen historici nu rond 1750, het is de periode van de fossielebrandstoffenrevolutie, van de tweede globalisering, en van wat geologen vandaag het ‘antropoceen’ noemen. Dat alles kon maar gebeuren omdat de voorbije millennia de mens kon opereren in een relatief stabiel klimaat, waar temperatuurschommelingen dagelijkse (of eeuwige) kost zijn, en waar accumulatie en verspreiding van kennis de meest normale zaak van de wereld zijn.

Met omslagpunt negen begeeft David Christian zich op glad ijs. Het lijkt een mode te zijn op wie zich met geschiedenis-in-het-groot bezighoudt, om ook voorspellingen te doen over de toekomst. Yuval Noah Harari deed het in zijn Sapiens – het boek werd zo’n succes dat hij dat laatste hoofdstuk verder uitwerkte in twee volgende boeken: Homo Deus en Lessen voor de 21ste eeuw. Maar ook een Ian Morris deed het in zijn De ondergang van het Westen (goed boek; foute titel) en Verwoesting & Verovering. Allen neigen ze ernaar om lessen te trekken uit het (menselijke) verleden en die toe te passen op de toekomst. Het heeft iets messianistisch. Inclusief opgeheven vingertje.

Hoop en verlossing

Bij Christian is dat dus het negende omslagpunt. De historicus hoopt op een ‘verlossing’, een omslag naar een duurzame wereldorde; ‘de Menselijke Revolutie’. Door de accumulatie en verspreiding van kennis, hoopt Christian dat de mens universeel tot het besef komt dat we bezig zijn de planeet uit te putten. De mens is verantwoordelijkheid voor het einde van zijn eigen biosfeer, en moet dringend de hand aan de ploeg slaan om dat te keren.

Hoe je dat pakweg de bijna 100 miljoen Vietnamezen met 80 miljoen scooters (een paar decennia terug waren dat nog fietsen) gaat uitleggen (om maar te zwijgen van pakweg Chinezen, Indiërs…) is maar de vraag. De Klimaatconferentie van Parijs (waar de VS zich uit terugtrokken) zal hier geen soelaas brengen. Hopen op en geloven in een universele omslag van het denken lijkt me ijdel. Wat we vroeger de Derde Wereld noemden, is bezig aan een quantumsprong om het Oude Continent of de Eerste Wereld in te halen en te overvleugelen. Dat lijkt me een realistischer bonanza-moment: de wraak op het Westen. De geschiedenis leek – tot Fukuyama met zijn Het einde van de geschiedenis en de laatste mens – al ca. 2500 in eenduidig in een rechte lijn te evolueren (toegegeven, een eurocentrisch standpunt). Die lijn is nu wel definitief omgebogen en gekeerd. Al wil ik hier als historicus geen lessen uit trekken. De geschiedenis leert immers dat we toch niets leren uit de geschiedenis.

Het laatste hoofdstuk mag dan wel een hoofdstuk en een boodschap van hoop zijn. Het is een storend element in een voorts strak en sterk boek. Doorheen het boek stelt de auteur vast dat een van de meest stabiele natuurwetten de entropie is. Alles komt tot een einde. Dus ook de ‘geschiedenis’. Waarom hij met dat besef de mensheid toch een laatste strohalm aanreikt onder de vorm van dat negende omslagmoment, is menselijk en ethisch te begrijpen. Maar om Keynes te citeren: In the long run, we’re all dead. En dat moeten we héél letterlijk nemen.

 

Behalve het boek is er ook de Ted-talk over Big History: een samenvatting van de geschiedenis-in-het-groot in 18 minuten.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties