JavaScript is required for this website to work.

De Internationale Socialistische Anti-Oorlogsliga

Pieter Jan Verstraete25/11/2018Leestijd 3 minuten
TitelLiever revolutie dan oorlog!
SubtitelDe Internationale Socialistische Anti-Oorlogsliga (1931-1939)
AuteurRuud Bruijns
UitgeverVrijdag
ISBN9789460016998
Onze beoordeling
Aantal bladzijden334
Prijs€ 24.95

Hoewel de Internationale Socialistische Anti-Oorlogsliga (afgekort Liga) startte als een zuiver antimilitaristische vereniging, staat ze in de historiografie vooral bekend als een gewelddadige socialistische militie. Toch is er nog maar weinig bekend over de omvang en de evolutie van deze geüniformeerde linkse groepering uit het interbellum. De Nederlandse historicus Ruud Bruijns voorziet met zijn boek Liever revolutie dan oorlog! in een leemte.

Maurits Naessens

Begin 1931 werd de stichting van de Liga in Antwerpen bekend gemaakt. Dat was het begin van een stormachtige ontwikkeling van een vereniging die weliswaar ontstond in socialistische kringen, maar nooit met liefde omarmd werd door de leiding van de Belgische Werkliedenpartij (BWP), zoals de socialistische partij toen heette.

Tijdens het weekeinde van 30 september en 1 oktober 1933 hield de Liga haar eerste landdag in Brussel. Achteraf gezien een organisatorisch en propagandistisch hoogtepunt. Trots kondigde Liga-secretaris Maurits Naessens — na de oorlog maakte hij een opmerkelijke carrière in de bankwereld — aan dat de kaap van 10.000 leden was overschreden. Hij streefde voor het volgende jaar naar een verdubbeling van het aantal leden. Helaas voor hem bleef het bij een wens. De Liga had haar toppunt bereikt en zou niet meer groeien.

De militie evolueerde van een antimilitaristisch verbond naar een geüniformeerde militie met afdelingen in zowel België als Nederland. Al in februari 1934 trok de leiding van de sociaaldemocratische partij haar handen af van de Liga omwille van haar bijzonder agressief optreden tegen politieke tegenstanders. In Wallonië brak de Liga nooit door. Ze werd er als een Vlaamse vereniging beschouwd en de Socialistische Jonge Wacht had het er voor het zeggen, en duldde geen concurrentie op haar linkerzijde.

Verdinaso

In Vlaanderen zag de Liga zichzelf niet alleen als een antimilitaristische club maar ook als een buitenparlementaire antifascistische knokploeg in uniform. Uit zijn onderzoek — waaruit we hier maar enkele punten kunnen aanreiken —  concludeert auteur Bruijns dat de Liga een significant overwicht had ten opzichte van bijvoorbeeld het Verdinaso. De Liga slaagde er vaak in om Dinaso-propagandatochten en -vergaderingen uit elkaar te slaan. Ze ging hier meer dan eens met bruut geweld te werk.

Een hoogtepunt in haar onstuimige geschiedenis was de verhindering van de Liga van de geplande Verdinaso-landdag van 22 juli 1933 in Mechelen. Het was een pure Liga-actie waarbij de lokale BWP zich onthield van deelname. De 250 Dinaso-militanten hadden geen verhaal tegen de ruim tweeduizend blauwhemden van de Liga. Sindsdien hield de leiding van het Verdinaso de plaats van haar landdagen zorgvuldig, en dat tot op het laatst, geheim.

Een enkele keer trachtte de Liga met propagandamateriaal aanwezig te zijn op de pacifistische en antimilitaristische IJzerbedevaart. Rechtse Vlaams-nationale milities maakten de Liga-militanten evenwel duidelijk dat ze alles behalve welkom waren. Toch wilde de Liga niet te boek staan als een vechtersbende. Vanaf juni 1934 begon ze afstand te nemen van het straatgeweld. De afkeuring van het geweld viel ook samen met het ontslag van Naessens.

Het einde

De Liga streefde ernaar om naast de vakbond en de partij de derde macht van de socialistische zuil te worden. Hierin faalde ze volledig. In België was de Liga nooit een erkend onderdeel van de socialistische zuil.

Einde 1935 lanceerde de Liga een campagne tegen de Italiaanse invasie van Ethiopië en kwam ze hierdoor op één lijn te staan met de communistische partij; dat tot grote ergernis van de BWP die deel uitmaakte van de regeringscoalitie. De Liga werd door de BWP vervolgens letterlijk aan de deur gezet door het besluit om haar de toegang tot de socialistische volkshuizen voortaan te ontzeggen. Hierdoor werden haar handen afgesneden.

De Liga kwam daarna in een isolement terecht. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog viel de werking definitief stil. Ruud Bruijns stelt in zijn leerrijke en stevig gedocumenteerd boek dat de Liga in haar doelstelling volkomen faalde. Ze moest immers bij het uitbreken van een nieuwe oorlog door een massale dienstweigering van opgeroepen dienstplichtigen deze oorlog bij voorbaat in de kiem smoren. Zoals we allen weten, werd dit doel nimmer bereikt.

Een boek dat ik gepassioneerd las maar hoe jammer om dergelijk historisch werk de wereld in te sturen zonder register. En dat in 2018, waarin de digitale (r)evolutie de opmaak van een register bijzonder makkelijk maakt. Een betreurenswaardig mankement van zowel auteur als uitgever. Wel heeft het boek een aangename leesletter en bladspiegel meegekregen.

Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.

Commentaren en reacties