JavaScript is required for this website to work.

‘De nieuwe Alva’: Hanns Albin Rauter

Pieter Jan Verstraete9/1/2019Leestijd 3 minuten
TitelRauter
SubtitelHimmlers vuist in Nederland
AuteurTheo Gerritse
UitgeverBoom
ISBN9789461055286
Onze beoordeling
Aantal bladzijden748
Prijs€ 39.9

De Oostenrijker Hanns Albin Rauter (1895-1949) was tijdens de Tweede Wereldoorlog de Höherer SS- und Polizeiführer  en meteen de hoogste SS-vertegenwoordiger in het bezette Nederland dat een hard burgerlijk bestuur opgelegd kreeg; dat in tegenstelling tot ons land dat samen met Noord-Frankrijk een militair bestuur kende.

Zilverspar

Zonder meer was Rauter de meeste beruchte en gevreesde man in bezet Nederland. Rijkshistoricus Loe de Jong sprak over hem als de ‘nieuwe Alva’ en de ‘gier uit de Alpen’.

Fysisch had Rauter dan ook alles mee om er niet bepaald vrolijk uit te zien: een lange gestalte (1,96 m), pezig lichaam, een gezicht vol littekens en een keihard karakter. In alle gevallen was hij niet alleen bikkelhard en meedogenloos maar ook berekenend, listig en gehoorzaam. Van hem moet ook wel gezegd worden dat hij in tegenstelling tot veel van zijn collega’s zich tijdens de bezetting niet verrijkte of corrupt was. Aan liederlijke uitspattingen deed hij niet mee. Hij leefde sober te midden van zijn jonge gezin — zijn vrouw was 22 jaar jonger.

Zijn naam staat echter synoniem voor naziterreur. De boomlange Rauter was in Nederland direct verantwoordelijk voor het bloedig neerslaan van de Februaristaking (1941) en de april-mei stakingen van 1943, de deportatie van de joden uit Nederland, de inschakeling van de Nederlandse bevolking in de Duitse oorlogsindustrie, de vervolging en liquidatie van het verzet en de tientallen sluipmoorden (operatie Silbertanne  of zilverspar) op tegenstanders van het Derde Rijk.

Karinthië

Het wekt dan ook verbazing dat er tot nu toe nog geen biografie over Rauter bestond — we zijn echter hier in hetzelfde bedje ziek: ook bij ons bestaan er nog geen degelijke biografieën van generaal von Falkenhausen en Eggert Reeder, toch de twee belangrijkste vertegenwoordigers van de bezetting.

Er werden wel tal van pogingen ondernomen om tot een Rauter-biografie te komen, maar ze haakten allen af daar het archiefmateriaal te omvangrijk is. Tot de gepensioneerde journalist Theo Gerritse er in 2008 zijn schouders onder zette. In tien jaar tijd schreef hij een gedegen en uitputtende Gesamtbiographie  of beverbiografie van Rauter. Indrukwekkend is zijn lijvige biografie in elk opzicht. Zijn boek beschrijft het leven van zijn onderwerp van de wieg tot aan de terechtstellingspaal: van Klagenfurt tot Scheveningen.

Gerritse is de eerste die het leven van Rauter voor de Tweede Wereldoorlog beschrijft. Zijn onderzoek gaat terug vanaf het tijdstip dat zijn voorvaderen zich vanuit de Balkan in Klagenfurt vestigden. In het Habsburgse rijk groeide hij op in een bemiddeld gezin met uitgesproken antisemitische en Groot-Duitse sympathieën. Als student ingenieur meldde de jonge Rauter zich in 1915 aan als oorlogsvrijwilliger. Zijn frontervaringen waren voor officier Rauter bepalend voor zijn verdere leven. Als lid van een vrijkorps en rechtse milities vocht hij na de oorlog in Karinthië en Opper-Silezië, alsook tegen de binnenlandse vijanden van de rompstaat Oostenrijk.

‘Vuur’

De vernederingen van het Verdrag van Versailles (1919) maakten hem ‘hard’ (‘Dann wird man hart’) zoals hij op zijn proces zei. Begin jaren 1930 zocht Rauter toenadering tot de nationaalsocialisten, eerst met die in Oostenrijk, daarna in Duitsland. Kort na de aanstelling in 1933 van Hitler tot rijkskanselier vestigde hij zich definitief in Duitsland. Daar werd Rauter omwille van zijn fysiek en zijn gedegen organisatietalent door SS-Reichsführer Heinrich Himmler opgemerkt. Hij zorgde ervoor dat Rauter binnen de SS-structuur een steile carrière maakte, en het tot brigadegeneraal bracht en zo in 1940 naar Nederland verhuisde. Rauter had evenwel geen enkele politie-ervaring maar dat deed er niet toe. Bepalend was dat hij loyaal was en strikt Himmlers bevelen uitvoerde. Rauter stelde zijn chef niet teleur.

Op zijn proces maakte de aanklager hem meteen duidelijk dat de dood met de kogel op hem wachtte. Rauter had zichzelf hierop voorbereid en verwachtte dat de doodstraf uitgevoerd zou worden. Hij bekende schuld, maar toonde geen berouw en kreeg alle gelegenheid zich te verrechtvaardigen. De beklaagde wist van de bezettingstijd duidelijk meer af dat zijn rechters.

Tijdens de uitvoering van zijn doodvonnis weigerde hij een blinddoek. Zelf gaf Rauter aan het vuurpeloton bevel in het Nederlands: ‘Vuur’. Tot verbazing van de toeschouwers en de pelotonscommandant gaven de uitvoerders gehoor aan het bevel en vuurden. Een laatste maal had Rauter zijn dominerende persoonlijkheid laten gelden.

Het boek bevat 129 bladzijden met eindnoten, bibliografie en register.

Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.

Commentaren en reacties