JavaScript is required for this website to work.

De Rechtvaardige Rechters

Externe Auteur16/7/2020Leestijd 6 minuten
TitelDe Rechtvaardige Rechters terug van weggeweest.
SubtitelNiet Arsène Goedertier maar nonkel kanunnik
AuteurPaul De Ridder
UitgeverMens & Cultuur Uitgevers
ISBN9789077135594
Onze beoordeling
Aantal bladzijden368
Prijs€ 25
Koop dit boek

Weinig verhalen spreken zo tot de collectieve verbeelding als de nog steeds onopgeloste ‘kunstroof van de eeuw’ en de zoektocht naar de Rechtvaardige Rechters, het in 1934 verdwenen/gestolen paneel uit het beroemdste schilderwerk van Jan Van Eyck, het Lam Gods in de Gentse Sint-Baafskathedraal.

Het ‘dossier’ rond de Rechtvaardige Rechters is zoals het ‘dossier’ rond de Bende Van Nijvel. Ik ga de dramatische impact van de bloedige overvallen van de Bende van Nijvel waarbij 28 doden vielen, uiteraard in criminele impact niet vergelijken met de diefstal van een iconisch paneel uit het Lam Gods. Maar er is wel een zekere gelijkenis tussen het mechanisme hoe deze twee tot op heden onopgeloste  dossiers tot haast mythische proporties zijn uitgegroeid en de ultieme waarheidsvinding ondergedompeld blijft in een mysterieuze mist die allerlei interpretaties blijft voeden.

Hogere machten?

Wie waren de opdrachtgevers? Wie heeft het misdrijf uitgevoerd? Wat zijn de achterliggende motieven en redenen? Werd het onderzoek gemanipuleerd of  moedwillig misleid? Zitten er ‘hogere machten’ achter ? Wie had er belang bij ? Wie waren de echte protagonisten en wie waren de souffleurs achter de schermen ?

Historicus Paul De Ridder (°1948) heeft zijn sporen verdiend als Doctor in de Middeleeuwse Geschiedenis en archivaris bij het Algemeen Rijksarchief en afdelingshoofd Koninklijke Bibliotheek. Met zijn toegankelijke publicaties rond Brussel, Geschiedenis van een Brabantse stad, in 15 talen vertaald, en zijn talloze rondleidingen in de Sint-Michiel en Sint-Goedelekathedraal en de archeologische resten rond de Koudenberg, heeft hij ons Brussel in een andere historische context leren kennen en begrijpen.

80 jaar onderzoek

In 2014 verhuisde Paul De Ridder fin-de-carrière naar Firenze, waar hij de geschiedenis van deze Toscaanse stad en de relaties tussen Italië en de Nederlanden kan inademen.

Wat bezielt dan deze man om zoveel tijd en energie te steken in een publicatie met de emblematische en uitdagende titel : De Rechtvaardige Rechters terug van weggeweest. Niet Arsène Goedertier maar Nonkel kanunnik.

Een kanjer van 368 pagina’s die de meer dan 80 jaar onderzoek overloopt en gebaseerd is op het aanwezige historisch bronnenonderzoek dat men niet zomaar onder de mat kan vegen.

Het ‘legaat’ van Robert Senelle…

Aan de oorsprong van dit boek ligt de kleurrijke figuur van grondwetspecialist en professor emeritus aan de Gentse Rijksuniversiteit,  onvertogen Brusselaar Robert Senelle (1918- 2013). In de zomer van 2002 neemt de professor contact op met Paul De Ridder. Op zijn advies schenkt Senelle zijn imposante privébibliotheek als één geheel aan de Koninklijke Bibliotheek.

Tussen Senelle en De Ridder groeit er gaandeweg een vertrouwensrelatie en wordt de historicus door Senelle ingewijd in het ‘ Gentse dossier’. Vanaf 2009 noteert Paul De Ridder systematisch en punctueel op wat hij vernomen heeft en maakt er transcripties van. Zo wordt De Ridder onwillekeurig deelgenoot van een van het meest labyrintische puzzeldossier rond deze kunstroof.

Monster van Loch Ness

Als toenmalig kabinetschef van eerste minister Achiel Van Acker werd Robert Senelle in kennis gesteld van een aantal ‘delicate dossiers’ uit het interbellum (1918-1940) waaronder het ‘Gentse dossier’ en ook uit de oorlog (1940-1945) met name de vele vormen van collaboratie.

In de herfst van zijn leven zocht Senelle naar een discrete ontknoping van dit jarenlang aanslepend dossier rond de Rechtvaardige Rechters, dat als een monster van Loch Ness periodiek blijft opduiken in de publieke belangstelling.

Na het plotse overlijden van Robert Senelle in 2013 komt deze publicatie enigszins als uitvoering van de testamentaire nalatenschap van de professor. Een legataire opdracht waarmee Paul De Ridder meerdere jaren ‘geworsteld’ heeft…

Bewogen geschiedenis

Hoe Paul De Ridder het ‘Gentse dossier’ geschiedkundig nogmaals uitvoerig in kaart brengt en uitspit, kan beschouwd worden als een huzarenstukje.

In een eerste deel beschrijft hij in vogelvlucht de bewogen geschiedenis van het Lam Gods. Een verbazend wonder dat het Lam Godsretabel na de diaspora door de eeuwen heen terug in zijn geheel op zijn oorspronkelijke plaats in de Sint-Baafskathedraal hangt.

Tot het verhaal van de diefstal in 1934 begint…

Onwaarschijnlijke queeste

In een tweede deel beschrijft de auteur met breedvoerige pen de historische context rond de diefstal in de nacht van 10 op 11 april 1934 van de twee panelen (Sint Jan de Doper en de Rechtvaardige Rechters) en de onwaarschijnlijke queeste naar het nog steeds onvindbare paneel van de Rechtvaardige Rechters.

Eén constante vaststelling is zeker: er blijkt nog steeds een opmerkelijke omerta rond dit dossier te hangen. De auteur geeft stapvoets inzicht in de  historisch gekaderde beweegredenen voor deze blijvende unconvenient truth rond deze zaak.

Vernieuwde belangstelling

Op vrijdag 28 maart 2014 brengen zowel het VRT-journaal als Terzake uitvoerige informatie over de jarenlange pogingen van Robert Senelle om de Rechtvaardige Rechters anoniem en discreet te restitueren. Op zondag 30 maart 2014 besteedt ook De Zevende Dag aandacht aan deze zaak en wordt Paul De Ridder geconfronteerd met voormalig VRT-regisseur Jean-Pierre Coppens en De Standaard-journalist Marc Reynebeau. De voormalige regisseur had in 1994 en 2004 twee uitzendingen gewijd aan de diefstal van het paneel en Marc Reynebeau had in De Standaard van 8 september 2012 een artikel gepubliceerd omtrent een ‘nieuw spoor’ rond de rechtvaardige Rechters met als ironische titel ‘De bisschop wacht op telefoon’.

De dag nadien, op maandag 31 maart 2014 besteedde het VRT-programma Reyers Laat aandacht aan dit dossier met twee genodigden, notoir journalist Rik Van Cauwelaert (ex-Knack en nu De Tijd) en Till Holger Borchert, conservator van het Brugse Groeningemuseum.

Begrijpelijke drijfveer

In deze uitzendingen werd Paul De Ridder voornamelijk door een blijkbaar geïrriteerde  Rik Van Cauwelaert – als door een wesp gestoken – zwaar getackeld en als ongeloofwaardig afgeschilderd en gecatalogeerd. Het was inderdaad een surrealistisch debat dat zich ontspon.

Dat auteur Paul De Ridder zich in zijn beroepseer als historicus enigszins aangetast voelt, lijkt dan ook evident. Dit is ook de begrijpelijke drijfveer waarom De Ridder in dit boek met een onvervalste gedrevenheid op niet minder dan 100 pagina’s de verklaringen van de twee journalisten en de regisseur woordelijk fileert en analyseert en van antwoord dient.

Gestoffeerde passages

In dit gedeelte van het boek recapituleert Paul De Ridder sommige aspecten en feiten meermaals en worden de herhalingen niet weggelaten, zodat de lezer de draad van Ariadne in het spinnenweb niet verliest. Men kan de historicus Paul De Ridder dan ook bij de lectuur genoegzaam begrijpen dat hij in zijn publicatie zoveel aandacht aan deze episode wijdt en van zich afschrijft !

Maar buiten deze episode bevat het boek nog andere heel wat boeiende en gestoffeerde passages, te veel om in een recensie te verwerken. Ik vernoem er kris-kras enkele: de gesprekken met bisschop Luc Van Looy, de bevindingen van VRT-onderzoeksjournaliste Siel Van der Donckt, de rol van kunstexpert Jan De Maere, de verklaringen van ex-Kredietbank-bankiers Jan Huyghebaert en Jan Bosselaers, het getuigenis van Kristina De Geest, wier twee grootooms, de priesters Camille en Gustave Van Ongeval, in 1934 betrokken waren bij de ontvreemding van de Rechtvaardige Rechters, het bericht van oud-bankier Odilon De Groote, de rol van de katholieke voormannen Jan Boon (hoofdredacteur van De Standaard en nadien directeur-generaal van het NIR) en Jef Van de Wiele, de tussenkomst van de vertrouweling van het Hof, de Antwerpse architect Winders, enz.

80 jaar onderzoek

Bijzonder lezenswaardige hoofdstukken  volgen verder rond de afwikkeling van het gerechtelijk dossier tegen Arsène Goedertier (1934-1937) en de rol van zijn advocaat George De Vos en voornamelijk de cruciale rol gespeeld door Henry Koehn ‘Oberleutnant’ bij de ‘Wehrmacht’ en ‘Kulturforscher ‘ tijdens de bezetting.

Een onwaarschijnlijk verhaal, met bravoure beschreven. Koehn komt tot het besluit: ‘Arsène Goedertier ist nicht der Dieb’- Arsène Goedertier is niet de dief !

Kritische maar respectvolle aandacht besteedt Paul De Ridder ook aan de veelvuldige publicaties van voormalig politiecommissaris Karel Mortier en Noël Kerkhaert, die jarenlang, sinds de jaren 1960, als de exegeten van de kunstroof in de Sint-Baafskathedraal werden bestempeld. Paul De Ridder plaatst een resem kritische kanttekeningenrond de stelling van Karel Mortier dat Arsène Goedertier de dief zou zijn.

Meeslepend panorama

Ook de gissingen van amateur-speurder Gaston De Roeck die vanaf 2001 op het internet zijn bevindingen plaatst onder de noemer ‘IGoedertier’ komen aan bod.

In 2004 publiceert Rudy Pieters ‘De wraak van het Lam Gods’ waarin hij de opvattingen van Gaston De Roeck verder uitspint met de stelling dat de diefstal niet door Arsène Goedertier werd gepleegd maar door een aantal geestelijken rond de gebroeders Van Ongeval.

Het boek van De Ridder geeft alleszins een meeslepend panorama op deze nog steeds onopgeloste saga rond de Rechtvaardige Rechters Bestaat het paneel van de rechtvaardige Rechters nog?  Is er nog kans dat het eens te voorschijn komt? Nog steeds pertinente vragen.

Faliekant afgelopen

Paul De Ridder begint de inleiding van zijn turf met een quote van Robert Senelle : de traditionele ‘dader’ Arsène Goedertier is slechts een figuur van vierde of vijfde rang. Deze Wetterse koster, wisselagent en privédetective verschijnt pas op het toneel nadat anderen de panelen van het Lam Gods hebben weggenomen… Het zijn geestelijken die ten grondslag liggen aan heel deze onverkwikkelijke geschiedenis…

Wie de diefstal van de Rechtvaardige Rechters terugplaatst in de tijdsgeest van de jaren 1930 met de financiële schandalen rond de dramatische bankencrisis van toen met de ‘Algemeene Bankvereniging’ en de Boerenbond , kan zich goed inbeelden dat er in die periode werd gespeculeerd met het geld van de kleine spaarders, wat eindigde in een financieel debacle.

Uit vrees voor een politiek schandaal werd de Kerk door de toenmalige katholieke politici mee ingeschakeld om de kleine katholieke spaarders niet de dupe te laten zijn van deze malversaties. Via de pastoors en onderpastoors werd immers spaargeld ingezameld bij de parochianen. Zij verzekeren dat die middelen zullen gebruikt worden voor ‘goede werken van de Kerk’. Op de koop toe mogen de katholieke spaarders een mooie interest verwachten… En dat scenario is faliekant afgelopen…

State of the art

Zoals gesteld: ‘ Wanneer clerici zich uit winstbejag bezighouden met beleggingen, dan loopt het grondig verkeerd’.  Is dat niet de bottom-line van gans dit verhaal ?

Kortom, dit boek van historicus Paul De Ridder is een onmiskenbare state of the art in de stroom publicaties die de verdwenen Rechtvaardige Rechters tot op heden hebben opgewekt. Gedreven geschreven leest het als een surrealistische  thriller, waar niets is wat het lijkt… Langdradigheid heb ik op de 368 pagina’s nergens bespeurd, ofschoon de auteur geregeld recapitulaties inlast om het overzicht van het verhaal niet uit het oog te verliezen.

Is er dan toch een ongeschreven omerta  bij het ‘notoire’  journalistieke gilde om deze publicatie de nodige aandacht te ontzeggen ?

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties