JavaScript is required for this website to work.

Een album van de Blauwbloezen stelt nooit teleur

Lode Goukens18/11/2020Leestijd 3 minuten

Tegenwoordig tellen steeds meer stripverhalen 64 pagina’s of platen. Maar Willy Lambil houdt vast aan de aloude 48 pagina’s bij zijn albums van De Blauwbloezen. Wellicht wordt dit het laatste of voorlaatste album van de ondertussen hoogbejaarde Waalse tekenaar Willy Lambilotte: De slag van de krater, nummer 63 in de reeks. Als alles goed gaat zal Lambil (zijn pseudoniem of artiestennaam) nummer 64 nog dit jaar afwerken. Dat zou het 58ste album zijn in 48 jaar.

Sinds 1972

Lambil werkte steeds als een metronoom. Decennialang leverde hij, in samenwerking met scenarist Raoul Cauvin, jaarlijks stipt eind augustus een nieuw album af bij de uitgever. De Blauwbloezen is het succes van Lambil en Cauvin. De reeks ontstond als opvulling voor het gat dat het vertrek van Lucky Luke had geslagen bij het weekblad Robbedoes en zijn uitgever.

Al meer dan veertig jaar vormt de reeks  een van de commerciële en artistieke sterkhouders van Dupuis. De stripreeks groeide uit tot een klassieke reeks die in niets moest onderdoen voor Lucky LukeAsterix of Robbedoes en Kwabbernoot.

Zoals de laatste decennia gebruikelijk vertrok scenarist Cauvin van een historisch weetje tijdens de Amerikaanse burgeroorlog om er een humoristisch verhaal aan op te hangen. Toegegeven, de laatste jaren taande het humoristische deel van de reeks en werd het humanistische en pacifistische aspect belangrijker. Het klinkt negatief om de scenario’s van Cauvin formulematig (formulaic) te noemen, maar het is ook de charme van de reeks. Sitcoms zijn ook ‘formulaic’. In bepaalde gevallen, zoals FC De Kampioenen van de VRT, zijn ze pijnlijk en ongeïnspireerd. De albums uit de reeks de Blauwbloezen zijn echter nooit inspiratieloos en zo ook dit keer niet.

Historische weetjes en ontroerende momenten

Het schelden en foeteren tussen korporaal Blutch en sergeant Cornelius Chesterfield zijn meer dan een running gag. Het doorbreken van die routine levert soms ontroerende momenten op voor de lezer die – uiteraard – voor beide personages een boontje heeft. De waanzin en het absurde van de oorlog zijn het decor. Het historische weetje is de kapstok om altijd weer een vermakelijk album aan op te hangen.

Zonder de tekeningen van Lambil zou dit uiteraard nooit kunnen. Wellicht is hij de meest onderschatte striptekenaar van een succesreeks. Oorspronkelijk tekende Lambil realistische strips over een jongetje en een kangoeroe die opkomen voor de natuur. Zijn voorliefde voor natuurschoon dook altijd weer op in zijn albums. Kleine pareltjes in het decor. Vogeltjes en andere dieren. Fraai getekend als de bekende postzegelreeks met vogels van de Belgische Posterijen.

Op een hert na, een mooi grijs vogeltje met een kuif, een uil en een paar konijntjes liet Lambil in dit album het natuurschoon achterwege. Het is misschien een aanwijzing, want het gerucht gaat dat de hoogbejaarde tekenaar moeite heeft zijn laatste album (nr. 64) af te krijgen. Gelukkig draafden er bij de cavalerie nog wel paarden op. En alleen al voor de paarden van Lambil zouden de albums van De Blauwbloezen verplichte kost moeten zijn.

Ere aan Raoul Cauvin

Hoewel de humor van scenarist Cauvin  in de laatste albums in steeds magerder dosis aanwezig is, doet dit geen afbreuk aan het leesplezier dat elk album van De Blauwbloezen steeds verschaft. De lezer ergert zich gelukkig niet blauw zoals bij tal van Asterix-albums van na de dood van scenarist René Goscinny. Het tekentalent van Albert Uderzo kon niet op tegen diens zwakke of barslechte scenario’s. Het tekentalent van Lambil kan dit blijkbaar wel.

Het moet gezegd, de scenario’s van veelschrijver Raoul Cauvin (O.a. Cédric, Agent 212, Cupido, G. Raf Zerk, de Psy, Sammy, Slemper en Slof, Vrouwen in ’t wit, de Paparazzi, Ramtamtam en Kiriekilie, Arme Lampil…) zijn zelden slecht, maar hoogstens middelmatig. Cauvins werk voor De Blauwbloezen vormde steeds zijn betere werk. Daarom ook zal Cauvin bovenal als scenarist van deze reeks in de herinnering blijven en niet als auteur van de hoger opgesomde reeksen.

Uiteraard steken albums als De deserteurs (nr. 5), Hoogvliegers van de cavalerie (nr. 8), Blauwbloezen pakken Kozakken (nr. 12), El Padre (nr. 17), Hoe het begon (nr. 18), Black Face (nr. 20), Duel in het kanaal (nr. 37) en Oproer in New York (nr. 45) uit boven tal van andere albums. Een album van De Blauwbloezenstelt zelden teleur. Zelfs De slag van de krater niet.

Doorbraak biedt u 2 albums aan verlaagde prijs: De slag van de krater en De 4 evangelisten

Bestel hier uw bundel tegen 10% korting

Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur. Momenteel is hij bezig aan een master geschiedenis en een doctoraat.

Commentaren en reacties