JavaScript is required for this website to work.

Een boek om nagelbijter van te worden

Paul Muys19/7/2014Leestijd 4 minuten
TitelEen boek om nagelbijter van te worden
AuteurMartin Bossenbroek
UitgeverAthenaeum Polak en Van Gennep
ISBN978902536993
Onze beoordeling
Aantal bladzijden613
Prijs€ 24.95

Er zijn in Vlaanderen nog wel wat Krugerpleintjes en Pretoria- of Transvaalstraten. Vage herinneringen aan de Boerenoorlog (1899-1902) en van de sympathie die de prille Boerenrepublieken Oranje-Vrijstaat en Transvaal hier genoten rond de vorige eeuwwisseling. Sympathie, méér niet, want de vijand van de Boeren was Groot-Brittannië, toen nog het machtigste imperium ooit. En conflicten met dit rijk ging je liever uit de weg. Er was in de Lage Landen natuurlijk de culturele verwantschap, maar de Boeren veroverden vooral de Europese harten omdat ze de rol van de onmiskenbare underdog toebedeeld kregen, de zwakste partij die met de Statenbijbel in de hand, fel van zich afbeet tegen een arrogante supermacht.

Wie een beter beeld wil krijgen van die intrigerende oorlog, en  ook wie het huidige Zuid-Afrika beter wil begrijpen, moet absoluut het met de Libris Literatuurprijs bekroonde De Boerenoorlog van de Nederlandse historicus Martin Bossenbroek lezen. Dit stevig gedocumenteerde verhaal leest bovendien als een trein en is hiermee uitstekende vakantielectuur. Het geeft een genuanceerd en levendig beeld van dit conflict dat een soort algemene repetitie was voor de wereldoorlogen. Bijvoorbeeld door het uitproberen van nieuw wapentuig en tactieken, door de Britse terreur tegen de burgerbevolking en de concentratiekampen, een uitvinding van de Britse Lord Kitchener. En van de kant van de Boeren: een keiharde maar uiteindelijk tot mislukking gedoemde guerrillatactiek, toen nog een vrijwel onbekende wijze van oorlog voeren. De prijs die beide partijen betaalden voor dit conflict was onverantwoord hoog. Het land lag in puin. Aan de kant van de Boeren sneuvelden of stierven 34 000 mensen, onder wie vele duizenden vrouwen en kinderen. Ook de overwinnaars, de Britten, betaalden een kolossale prijs, voor de zeggenschap over de nieuwe kolonies Transvaal en Oranje Vrijstaat. De dodentol was nauwelijks lager, de oorlog had een fortuin gekost. Het was zo erg dat de Britten toen de wapens eindelijk zwegen, zich heel verzoeningsgezind opstelden om toch maar van de oorlog af te zijn. Het was een vrijwel overbodig conflict. Al acht jaar na de Vrede van Vereeniging  ontstond in 1910 de Unie van Zuid-Afrika (van de republieken Oranje Vrijstaat, Transvaal, Natal en de Kaapprovincie),  een dominion met ruim zelfbestuur binnen het Britse Gemenebest, en met erkenning van het Afrikaans als landstaal.  In 1961 zou het Apartheidsregime het Commonwealth verlaten, maar dat is een ander verhaal.  Belangrijkste winstpunt voor de Britten, naast de greep op de goud- en diamantvoorraden (maar die was er ook al vóór de oorlog) was dat de Zuid-Afrikaanse regering in de Eerste Wereldoorlog een uitgebreide krijgsmacht inzette tegen de toenmalige Duitse koloniën (vooral Zuid-West-Afrika, nu Namibië) maar nadien ook in Europa. Boerenleider en later Zuid-Afrikaans minister-president Jan Smuts werd zelfs opgenomen in het Imperial War Cabinet van Winston Churchill.   

De auteur bekijkt de oorlog vanuit het oogpunt van drie sleutelfiguren:

– Willem Leyds, Nederlands advocaat en politicus die president Kruger terzijde stond als procureur en gevolmachtigd minister en in Europa onvermoeibaar steun zocht voor de Boerenzaak. Hij was geen blinde bewonderaar van de Boeren, en geschokt door hun diepgeworteld racisme, maar werd uiteindelijk een loyale medewerker van Kruger;  

– Winston Churchill, jonge avontuurlijk aangelegde aristocraat en invloedrijke verslaggever. Gevangengenomen door de Boeren weet hij op spectaculaire manier te ontsnappen, en schrijft hij door het Britse krantenlezend publiek gretig verslonden oorlogsreportages. Churchill bewonderde de Boeren eigenlijk nogal en, zeer typerend voor de latere staatsman, vond dat de overwinnaar er moest voor zorgen dat de Boeren er snel weer bovenop kwamen;

– Deneys Reitz, Boer die aan de belangrijkste veldslagen deelnam en ook aan de guerilla die tot zelfs de door de Engelsen gedomineerde Kaapprovincie onveilig zou maken. Hij was een van de ‘Bittereinders’ die hadden willen doorvechten tegen beter weten in. Toen vrede gesloten werd, een vrij kortstondige vrijwillige ballingschap verkoos. De verzoeningsgezinden of ‘joiners’ waren namelijk in de meerderheid en  aanvaardden de vredesvoorstellen van de Britten, en stemden in met opperbevelhebben Louis Botha. Die kon immers  ‘… geen heil vir ons sien in  de voortsetting van die oorlog nie. Ek kan daarin alleen die uitdelging van ons volk sien.’

Wat nog opvalt in dit boek:

– de zelfoverschatting  van het toenmalige Groot-Brittannië, dat diverse smadelijke nederlagen oploopt;  

– de kwaliteit van de bewapening van de Boeren die, ondanks hun underdog-imago, goud genoeg hadden om het best mogelijke geschut te kopen, vooral van Duitse makelij. Die wapenleveranties waren een kolfje naar de hand van Leyds. Opmerkelijk ook: de ongeëvenaarde mobiliteit van deze niet-geüniformeerde amateur-militairen (de Boer was ‘infanterist en cavalerist tegelijk’), wat hun aanvankelijke spectaculaire successen verklaart. Vooral ook hun motivatie en het diep geloof in een zaak die ze rechtvaardig achten;

– het bedrog van de zwarte bevolking door ‘perfid Albion’. De Britten hadden de vertegenwoordigers van zwarten, kleurlingen en de immigranten uit Brits-Indië in ruil voor hun hulp tijdens de oorlog politieke medezeggenschap beloofd, maar daar komt niets van in huis. Dàt hadden ze van de Boeren, notabene de verliezers van de oorlog, niet gedaan gekregen. Die woordbreuk zal koren op de molen worden van het ANC, en het zwarte nationalisme aanwakkeren.

– de afwezigheid van een zwarte stem. We maken oppervlakkig kennis met Sol Plaatje, een veeltalige zwarte,  schrijver, later medeoprichter van het ANC en  burgerrechtenactivist, de enige zwarte van wie bekend is dat hij tijdens de Boerenoorlog een dagboek bijhield. Die korte vermelding maakt ons extra nieuwsgierig. Wie is die Plaatje en wat schreef hij over de oorlog? Bossenbroek zal wel zijn redenen gehad hebben om deze getuige niet te nadrukkelijk aan bod te laten komen, al was het maar dat ‘De Boerenoorlog’, ook zónder Plaatje een meeslepend verhaal van ruim 600 pagina’s is, maar het is wél jammer.   

Paul Muys is Antwerpenaar, Germanist, oud-leraar, oud TV-journalist, oud communicatieman: heel oud kortom. Schrijft op Doorbraak over Frankrijk en af en toe over China en Japan. Besnuffelt en beoordeelt af en toe een boek.

Meer van Paul Muys
postPaul Muys31/8/2020

Shinzo Abe had grote plannen voor Japan, maar ook grote problemen: vergrijzing, nucleaire energie, immigratie, dreigende Chinese dominantie.

Commentaren en reacties