JavaScript is required for this website to work.

Een kritische analyse van de Europese droom

Harry De Paepe29/6/2017Leestijd 3 minuten
TitelNa de kater
SubtitelHoe Vlaanderen zijn geloof in de Europese unie verliest
AuteurBart Haeck
UitgeverPolis
ISBN9789463102247
Onze beoordeling
Aantal bladzijden256
Prijs€ 19.99

Kritisch zijn over de Europese Unie, het ligt nog altijd moeilijk in het Vlaamse opinielandschap. Wie kritiek durft te uiten wordt meteen in de strafhoek gezet met ezelsoren en de plakker ‘euroscepticus’ op zijn kop.  De Tijd-journalist Bart Haeck zal dat lot niet beschoren zijn. Hij schreef nochtans een nuchtere opsomming van de kwalen waaraan de EU lijdt. Maar Haeck is een professionele journalist en weet hoe hij de zaken moet formuleren. Bovendien past hem het eurosceptische schoentje niet. Hij noemt de Europese droom ‘ontgoochelend’, maar hij blijft in de droom geloven. Hij vindt de Nobelprijs voor de Vrede die de Unie ontving in 2012 ‘verdiend’.

De Vlaamse kritiek is nog maar een puber

Haeck gebruikt zijn uitgebreide map  aan interviews en persoonlijke gesprekken die hij voerde met prominente figuren binnen de EU. U kent ze wel: Guy Verhofstadt, Karel De Gucht en co. Maar ook figuren die zich meer op de achtergrond bevonden komen aan het woord, zoals Dirk Volckaerts die voor Jean-Claude Juncker werkt.

Ook de invalshoek van ABVV’er Rudi De Leeuw en sp.a’er Caroline Gennez komt aan bod. Haeck herinnert ons eraan dat Gennez een van de eerste Vlaamse politici is geweest die zich kritisch uitsprak over de EU. Ze deed dit in 2004 onder de hoede van Steve Stevaert met de brochure Beste Europa. ‘We zijn geen eurosceptische partij, maar wel een partij die kritisch staat tegenover de Europese Unie’. Het debat dat de politica hiermee op gang wilde trekken, kwam er niet. Ze werd door quasi iedereen neergesabeld. Vlaanderen hield van de EU. Punt.

Maar de tijden veranderen. Begin 2007, net voor de economische crisis, stond 62 procent van de Vlaamse bevolking positief ten overstaan van de EU. Vandaag zou dat zo’n 39 procent zijn. John Crombez zegt dat het sp.a-pamflet ‘te vroeg’ kwam. In 2011 was het de N-VA met Bart De Wever die zichzelf als de grote eurocriticus kroonde: ‘Ik geloof krachtig in het Europese project. (…) Maar ik ben er ook van overtuigd dat als wij de publieke instemming niet verstevigen, het Europese politieke project gedoemd is om te falen.’

Een diagnose

Dit boek lijkt wel een uitgebreide toelichting op de stelling van De Wever. De auteur schetst in zeven hoofdzaken de moderne crises die de EU onderging en die het instituut deden daveren op zijn grondvesten. Het gaat daarbij over de inmiddels klassieke Griekse crisis en de brexit. Ook het Oosterweelprobleem en de Waalse vaudeville bij het CETA-akkoord worden toegelicht. Bart Haeck doet dat degelijk en soms heel droog. Zijn boek toont aan dat de EU vaak een centenkwestie is. De portefeuille is waar het hart klopt van de gekoesterde Europese droom.

‘De EU is het ultieme project van politieke globalisering, en daarom wordt het nooit makkelijk’, schrijft Haeck. Het is volgens hem het trilemma van professor Dani Roderik. Er zijn drie dingen die je wil, maar je mag er slechts twee kiezen: globalisering, een nationale staat en democratie. Kies je democratie en nationale staten, dan beland je – volgens de auteur – in de wereld van 1940. Kies je voor globalisering en nationale staten, dan zit je in het huidige Griekse scenario waar de democratie monddood werd gemaakt. De derde optie, democratie en globalisering, noemt hij utopisch. Maar de EU benadert volgens hem wel die utopie. Hij gelooft dat om crisissen op te lossen je méér EU zal nodig hebben, maar dat zal ten koste gaan van de democratische besluitvorming. Ik mis vaak wat meer historische duiding in het het boek. En dat Haeck de Koude Oorlog-situatie voor de Europese vrede na de Tweede Wereldoorlog niet inroept als reden voor die vrede, vind ik jammer.

Aan het slot roept Bart Haeck op om de groeiende ontgoocheling bij de bevolking te leren begrijpen: ‘Niemand is erbij gebaat dat de onvrede wordt verdoezeld, niet ernstig wordt genomen of wordt weggemoffeld’. Dit boek is daartoe een verdienstelijke poging.

Ik vrees echter dat het nooit het grote publiek zal bereiken. Daarvoor is het werk té nuchter geschreven en lelijk vormgegeven. Maar het zal worden gelezen door de juiste personen. Alleszins, dat hoop ik.

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties