JavaScript is required for this website to work.

Een les krijgsgeschiedenis in beelden

Pieter Van den Bossche9/8/2020Leestijd 5 minuten
TitelBomb Road
AuteurMichel Kœniger
UitgeverSilvester
ISBN9789463065184
Onze beoordeling
Aantal bladzijden48
Prijs€ 14
Koop dit boek

1969. Ook wie toen nog niet geboren was, denkt spontaan aan de landing op de maan en het legendarische Woodstockfestival. Om nog maar te zwijgen over de opening van de Kennedytunnel en de invoering van de postcode in België. Gouden tijden waren het. Maar terwijl hippies overal in de wereld ijverden voor peace, love and understanding, vochten Amerikaanse en Vietnamese soldaten tegen elkaar in een oorlog die almaar smeriger werd. Tegen wil en dank waren de Verenigde Staten meegesleurd in een conflict dat ze maar niet onder controle kregen. Technische superioriteit vermag blijkbaar niet zoveel tegen een onbuigzame vijand die het terrein kent en het weet te gebruiken.

Een levendig lesje krijgsgeschiedenis

Michel Kœniger trakteert zijn lezers in de schitterend uitgewerkte trilogie Bomb Road op een levendig lesje krijgsgeschiedenis. Hoofdpersonage is Bradley ‘Redneck’ Towsend, een knorrige gepensioneerde kolonel en piloot bij de US Marines, die aan een jonge luitenant vertelt over zijn ervaringen in Vietnam. Laat u niet afschrikken door deze ogenschijnlijke opeenstapeling van clichés: Kœniger maakt hier iets van.

Het eerste album is genoemd naar een van de belangrijkste havensteden in Vietnam, Da Nang. Towsend stijgt vandaar op voor zijn allereerste bombardemenstvlucht boven Noord-Vietnam. Het blijkt een heksenketel te zijn: de squadronleider wordt neergehaald en bij Towsends navigator slaan de stoppen door. Tijd om op adem te komen is er evenwel niet, want direct daarna volgt een missie om een omsingelde groep special forces te ontzetten. Deze keer moet er napalm gegooid worden, een gruwelijk mengsel van benzine en een verdikkingsmiddel.

Napalm en de blinde gruwel van de oorlog

De bedenking die Towsend achteraf maakt, spreekt boekdelen: ‘Algemeen zijn soldaten wel te vinden voor napalmbombardementen. Enig nadeel is dat je heel nauwkeurig op doel moet richten om effect te hebben. Een paar honderd meter ervandaan is het zinloos…’ Overduidelijk gesproken vanuit het standpunt van de piloot die de lading dropt en zich al dan niet bewust afsluit van de afschuwelijke gevolgen ervan. Wat niet wegneemt dat onze piloot gespaard blijft van de oorlog.

Kœniger maakt bewust ruimte voor enkele hachelijke situaties die heel realistisch aanvoelen. De bomaanslag in de bar waar de piloten het einde van hun diensttijd vieren is daar een goed voorbeeld van. Als lezer krijg je in één klap ook een indruk van de voortdurende hoogspanning waaronder soldaten staan wanneer ze geconfronteerd worden met een vijand die zich niet aan de spelregels houdt. Wat niet wegneemt dat Towsend na een tijdje weer thuis besluit voor een tweede tour in Vietnam te tekenen.

‘Wanneer u uw bommen dropt… denk dan aan onze vriend’

Album twee, met als titel Chu Lai, pikt in waar Da Nang eindigde. Kapitein Cincuotti, een goede vriend van Towsend, moet zijn parachute gebruiken en komt in vijandig gebied terecht. Een reddingsactie levert niets op: de man komt in vijandelijke handen terecht. Hem wacht een ellendig lot als gevangene, net zoals vele andere Amerikaanse soldaten. De bevelvoerende officier verwoordt het zo: ‘Onze hulpdiensten geven niet op! En wanneer u uw bommen dropt… denk dan aan onze vriend.’

Interne spanningen zorgen ervoor dat Towsend wordt overgeplaatst naar Chu Lai, waar hij in contact komt met kolonel Ods. Deze charismatische figuur deelt de bezorgdheden van Towsend. ‘Deze oorlog is gedeeltelijk verworden tot een oorlog voor knoeiers en avonturiers… Een beetje zoals in Washington eigenlijk.’ Ods en zijn piloten krijgen na verloop van tijd de opdracht een bevoorradingspost van de rebellen in het zuiden te bombarderen. Een gevaarlijke missie omdat die post zich tegen een heuvelrug bevindt en omdat er verderop noordelijk luchtdoelraketten opgesteld staan.

De reactie van een piloot die de scène voor het eerst opmerkte, spreekt voor zich: ‘Santa Maria, Madre de Dio…’ Tods en Towsend besluiten een piloot die achtervolgd wordt door drie raketten terzijde te staan, tegen alle orders in. Het belaagde toestel krijgt een raketinslag te verwerken waarbij de piloot omkomt. De uitbrander die beiden krijgen wordt gevolgd door een sanctie. ‘Jullie hebben misschien stierenkloten aan je lijf, maar jullie zijn stomkoppen. Waarom hebben we procedures? Om je reet mee af te vegen, soms?’ Towsend moet Vietnam verlaten en krijgt een aanstelling in de Verenigde Staten als vlieginstructeur.

Onverhoopt weerzien

Het derde album begint drie jaar later. Towsend krijgt via Tods, die intussen verbonden was aan de generale staf, de kans terug te keren naar Vietnam. Hij wordt aangesteld als piloot bij de US Navy met standplaats het vliegdekschip USS Kitty Hawk. Album drie ademt dan ook een andere sfeer dan de vorige twee. De oorlog is een soort automatisme geworden, een zichzelf in stand houdend monster dat niemand nog lijkt te kunnen beteugelen. ‘Wat de liberalen er ook van mogen vinden, wie oorlog voert moet de vijand recht in het hart proberen te treffen. Zijn lenden kraken en zijn benen breken tot hij om genade smeekt…’ Treffender dan dit kan het niet worden, denkt een mens dan.

Kapitein Cincuotti ontsnapt op eigen kracht uit het kamp waar hij vier jaar gevangen heeft gezeten. De oude vrienden zien elkaar terug in het hospitaal, waar Towsend ook valt voor een knappe psychologe die geestelijke bijstand verleent aan getraumatiseerde soldaten. Het vervolg laat zich raden. Onze kapitein vertrekt iets later voor een gevaarlijke missie boven Noord-Vietnam waar hij neergehaald wordt na een spannend luchtgevecht. Towsend slaagt erin via de radio hulp in te roepen en ontsnapt, gewond aan het been, dankzij tijdig ingrijpen van zijn vliegmakkers. De oorlog eindigt voor het hoofdpersonage zonder toeters of bellen, op de parkeerplaats van het militaire ziekenhuis van Subic Bay.

Historisch correcte details

Aristoteles schreef in zijn Poetica al dat een tragedie de nabootsing is van een nobele actie, een drama dat door gevoelens van medelijden en vrees tot een katharsis van deze emoties leidt. Een strip zoals Bomb Road genereert net hetzelfde effect bij de aandachtige lezer. Niet alleen de historisch correcte details zorgen voor de passende sfeer in deze albums, maar ook de aandacht die de auteur besteedt aan de psychologisering van zijn personages. De soldateske gortdroge humor bijvoorbeeld, die militairen in oorlogstijd op korte termijn helpt om te gaan met traumatische ervaringen, wordt doorheen heel het drieluik op een schitterende manier in beeld gebracht.

Maar het aspect waarin Kœniger werkelijk uitblinkt, is het technisch tekenen van gevechtsvliegtuigen en wapentuig. Met een ongeziene aandacht voor het kleinste detail schetst hij een wereld die menig jongenshart sneller doet slaan. Een gevaarlijke uitspraak in deze politiek correcte tijden, maar we kunnen er helaas niet om heen. Vliegtuigposters hangen nu eenmaal vaker in jongenskamers aan de muur. Wie ooit gedroomd heeft van een job als gevechtspiloot, zal deze strips dan ook graag lezen.

Kœniger combineerde voor het maken van dit drieluik de jobs van tekenaar en scenarist, waarvoor we nederig het hoofd buigen. Voordeel van deze aanpak is dat verhaal en beeld overal perfect overlappen. Zo speelt de auteur vooral in het eerste album met de sfeerzetting door de pagina-achtergrond zwart te kleuren. Met mooi resultaat. Jammer dat dit niet consequent doorgezet werd in album twee en drie, maar een kniesoor die daar op let.

Een uitvergroting tot poster waard

Nadeel van deze manier van werken is dat zwakkere punten moeilijk weggewerkt raken. Kœniger is tot veel in staat, maar tekent duidelijk liever machines dan menselijke figuren. De gezichtsuitdrukkingen van de mannen en vrouwen die hij opvoert, doen dan ook vaak nogal kunstmatig aan. Maar eerlijk: dat euvel compenseert Kœniger meer dan voldoende dankzij de passie waarmee hij vliegtuigen en wapentuig tekent. Elke covertekening is een uitvergroting tot poster waard.

De slotbeschouwing die een oud geworden Towsend maakt, zou verplichte lectuur moeten zijn voor iedereen die droomt van een glorieuze militaire carrière. ‘We waren jong en dachten dat we nooit oud zouden worden, we dachten niet aan glorie maar hoopten gewoon de volgende dag te halen… Ook al lag de dood overal op de loer, ik heb nooit zo intens geleefd als toen ik vloog boven Vietnam. Onlangs dacht ik na over welk grafschrift ze op mijn zerk mochten zetten. Uiteindelijk bedacht ik iets dat alles samenvatte, zonder grootspraak of overdreven lof. Laat ze maar schrijven: hij was één van ons.’

Pieter Van den Bossche is vader, leraar en classicus. In die volgorde. Als leraar geeft hij Latijn, Grieks en filosofie in het Sint-Vincentiusinstituut te Gijzegem, maar in zijn vrije tijd experimenteert hij met hout, baksteen en metaal.

Commentaren en reacties