JavaScript is required for this website to work.

Eurobedrog

Sam van Rooy14/6/2014Leestijd 6 minuten
TitelEurobedrog
AuteurJean Wanningen
UitgeverVan Brug
ISBN9789065239921
Onze beoordeling
Aantal bladzijden160
Prijs€ 19.95

In de aanloop naar de verkiezingen heb ik als kandidaat eerste opvolger voor het EU-parlement talloze infosessies gegeven aan de derde graad, leerlingen die vaak voor de eerste keer mochten gaan stemmen. Wat opviel was dat het alleen nog maar in vraag stellen van de EU-eenheidsmunt doorgaans op hoongelach of ridiculisering wordt onthaald. Natuurlijk, 17- en 18-jarigen kennen eigenlijk niets anders dan de euro: zij waren vijf à zes jaar toen de EU-eenheidsmunt werd ingevoerd. Maar ook dertigers en veertigers kijken verbaasd wanneer je durft te stellen dat de euro het meest roekeloze experiment is uit de geschiedenis van het geldverkeer.

Terwijl je toch zou denken dat de malaise in Europa op zijn minst zou moeten aanzetten tot nadenken over een aantal fundamentele beslissingen van de laatste decennia. Langs de andere kant: ondanks de eurocrisis is West-Europa nog altijd een zee van welvaart, zeker vergeleken bij wat er gaande is in Zuid-Europa. Dat die welvaart echter vooral schone schijn is, beseffen de meeste mensen niet. Bovendien regeren wat de euro en de EU betreft – net zoals inzake immigratie, multiculturaliteit, de islam en Israël – leugens en mythes. Vooral dankzij de gezaghebbende media zetten eurofiele academici en eurofiele politici de toon, die niet moe worden de waarheid te perverteren door ‘Europese Unie’ gelijk te schakelen met ‘Europa’ en te stellen dat we zonder de EU en de euro chaos, instabiliteit, armoede en zelfs oorlog zouden kennen.

In een boek dat ik redigeerde samen met Wim van Rooy en Remi Hauman, ‘Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU’, worden deze leugens stuk voor stuk weerlegd. In een van de vele essays, ‘Burger versus bestuur: de Europese Unie als eliteproject’, citeert Remi Hauman o.a. EU-commissaris Karel De Gucht – ‘Ik denk dat de mensen Europa nooit begrepen hebben. Dat is ook logisch, want Europa is grotendeels achter gesloten deuren tot stand gekomen. Door een generatie overtuigde Europeanen die dacht: als we dit te openlijk spelen, gaan we de mensen niet meekrijgen.’ (De Standaard, 20-21 augustus 2011) – alsook ex-president van de Europese Raad, Jean-Claude Juncker: ‘Wij beslissen iets. We brengen dat dan in het midden en wachten enige tijd om te zien wat er gebeurt. Volgt er geen misbaar, breekt er geen opstand uit – want de meesten begrijpen toch niet wat er werd beslist – dan gaan we weer wat verder. Stap voor stap, tot er geen terugkeer meer mogelijk is.’ (Der Spiegel, 52/1999)

Hauman concludeert: ‘De EU is een project van nationale machtselites en bijgevolg gestructureerd in het belang van die elites. Daar is niets verwonderlijk aan, het wordt zelfs regelmatig openlijk bevestigd door henzelf, zoals de citaten hierboven aantonen. Uitspraken die niet de openheid van politici tekenen, maar wel hun onaantastbaarheid en onverschilligheid voor de kiezer. (…) Alle stappen van Europese integratie, dus alle verdragen waardoor de EU een dominante macht kreeg, zijn uiteindelijk genomen achter de rug van kiezers. De zestien landen van de euro bijvoorbeeld kregen geen referendum over hun deelname. De zeldzame keren dat men burgers via referenda wel naar hun mening vroeg, negeerde de politieke kaste het afwijzend kiesresultaat (Europese grondwet in Frankrijk en Nederland), of men verplichtte hen om opnieuw te stemmen tot er een goedkeuring was: Ierland vier keer (twee keer over het verdrag van Lissabon, twee keer over het verdrag van Nice), Denemarken twee keer over verdrag van Maastricht, Zwitserland vijf keer. M.a.w.: stemmen mag, bij wijze van uitzondering of test, maar je moet wel opnieuw stemmen bij ongewenst resultaat. Een cynischer voorbeeld van democratie als façade is nauwelijks te vinden, zelfs niet in ontwikkelingslanden.’

Het EU-‘debat’ in Vlaanderen vertoont – zéker in aanloop naar de verkiezingen was dat het geval – steevast hetzelfde stramien: behalve EU-lijsttrekker voor het Vlaams Belang Gerolf Annemans, stelt niemand de EU en de euro zélf in vraag. Wel gaven de eurofielen (Kathleen Van Brempt, Marianne Thyssen, Johan Van Overtveldt, Bart Staes, Philippe De Backer en co) – onder druk van de peilingen die voor eurosceptische partijen van over heel Europa een ferme winst voorspelden – toe dat er ‘weeffouten’ zijn die moeten worden hersteld. Wat dan precies die constructiefouten waren, daar werd nooit dieper op ingegaan, maar hun oplossing luidde altijd en blijft luiden: méér EU, met als doel het koste wat het kost in stand houden van de mislukte, peperdure euro. De recente ietwat kritischere benadering van de EU door menig intellectueel en politicus is dan ook louter camouflage voor een verdediging van de EU en verdere ‘integratie’.

In Nederland – dat Vlaanderen veruit klopt inzake het debat met betrekking tot immigratie en de islam – wordt ook veel fundamenteler gedebatteerd wat de EU en de euro betreft. Dat is het gevolg van een verschillende (debat)cultuur, waartoe mensen zoals Jean Wanningen, financieel journalist en voormalig insider in het Europees Parlement te Brussel, ijverig bijdragen middels bijvoorbeeld een internetblog. In zijn eerste boek, Het Eurobedrog. Waarom Nederland uit de euro moet, laat Wanningen zien hoe en waarom de euro stap voor stap tot stand is gekomen en hoe daarbij zowat alle regels van fatsoen, eerlijkheid en goed bestuur met voeten werden getreden. Hij schetst een ontluisterend beeld van de ontwikkelingen die hebben geleid tot de huidige Europese Unie, het mislukte monetaire experiment met de euro en de toekomstplannen voor een Europese superstaat. De essentie is dat de euro, zoals de Nederlandse ex-topman Jaap van Duijn (vermogensbeheerder Robeco) zegt, een uitvinding is van politici die een econoom nooit zou hebben bedacht. De titel, Het Eurobedrog,dekt prima de lading want élke burger – de meer dan 500 miljoen Europeanen die willens nillens zijn gedegradeerd tot EU-onderdaan en/of euroslaaf – die het boek tot zich neemt, zal zich zwaar bedrogen voelen. De Nederlandse euroscepticus Thierry Baudet, zonder wiens aanmoedigingen Wanningen nooit aan zijn boek zou zijn begonnen, verwoordt het op dezelfde manier wanneer hij schrijft over hoe ‘de elite ons een federaal Europa inzwendelt’.

Het Eurobedrog begint met een uitgebreid voorwoord van Hans-Olaf Henkel, Professor International Management aan de Universiteit van Mannheim en ‘euro-spijtoptant’. Hij beschouwt zijn vroegere ondersteuning van de euro als de grootste professionele fout uit zijn loopbaan en somt daarvoor drie redenen op, die meteen gelden als een prima samenvatting van de fundamentele probleemschets in het boek: ‘(1) alle beloften van het Verdrag van Maastricht werden gebroken. De afspraak om geen begrotingstekort boven de 3 procent van het bbp te hebben werd meer dan honderd keer gebroken. Boeteregelingen werden nooit toegepast en de ‘no bail out’-clausule werd genegeerd; (2) de one-size-fits-all euro bleek een one-size-fits-none munt te zijn. De euro veroorzaakte zelf enkele problemen die politici nu proberen op te lossen. Door toegang tot de veel te lage ‘Duitse’ rentes konden Zuid-Europese landen enorme schulden opbouwen. Beroofd van de mogelijkheid om hun munt te devalueren verloren de zuidelijke landen hun concurrentiekracht; (3) In plaats van eenheid heeft de euro Europa gespleten. Atheense studenten, werklozen in Lissabon en protesten in Madrid klagen niet alleen over nationale bezuinigingsmaatregelen, zij protesteren ook tegen bondskanselier Merkel. Daar komt bij dat de euro de kloof tussen de eurozonelanden en de overige EU-lidstaten heeft vergroot. Het is logisch dat een land als Roemenië staat te trappelen om toe te treden om van de Duitse en Nederlandse garantiestellingen te genieten, maar zou er iemand geloven dat landen als Groot-Brittannië of Zweden het aantrekkelijk vinden om ooit tot een transferunie toe te treden?’

Henkel komt ook meteen met een alternatief, in vier stappen: ‘(1) Red banken, geen landen. Stabiliseer de banken op nationaal niveau in plaats van de huidige Europese paraplu. In veel gevallen zal dit een tijdelijke nationalisatie van banken met zich meebrengen; (2) Duitsland en zijn partners in de nieuwe munteenheid moeten afstand doen van een significant deel van hun gestelde garanties om landen als Griekenland, Portugal en anderen te helpen bij de herfinanciering van hun schulden. Aangezien het meeste toch al verloren is, zal er een acceptabele prijs voor een exit-ticket moeten zijn; (3) Er dient een nieuwe centrale bank te worden opgericht, naar voorbeeld van de Bundesbank, en bij voorkeur niet onder Duitse leiding. De naam van de nieuwe munt moet ook niet de D-mark heten; (4) het mechanisme moet hetzelfde zijn als destijds bij toetreding tot de euro. Als het mogelijk was om van 18 verschillende munten één munt te maken, dan moet het zeker mogelijk zijn om twee munten te vormen uit één.’ Deze laatste stelling is dermate evident, maar geenszins voor de huidige generatie die met de euro is opgegroeid.

In zijn conclusie zet Henkel de toon van het boek: ‘(…) We moeten ons richten op het redden van Europa en niet op de euro. (…) Voor zowel het noorden als het zuiden lijkt een eindpunt, zij het met moeilijkheden, te prefereren boven moeilijkheden zonder eind. (…) Er zijn alternatieven voor de euro, een munt die aantoonbaar heeft gefaald. (…) Een permanente transferunie van Noord naar Zuid, met de daarmee gepaard gaande onvermijdelijke structurele massawerkloosheid en armoede in Zuid, is dat in elk geval niet.’ Op het moment dat Wanningens boek werd gepubliceerd, toonde een onderzoek van een Finse economengroep aan dat Europese landen door de invoering van de euro gemiddeld tien procent welvaart hebben ingeleverd en dat alleen Duitsland erop is vooruitgegaan. ‘De Europese economieën,’ zo citeert het Algemeen Dagblad, ‘liggen zover uiteen dat we ook zonder Lehman Brothers en Amerikaanse vastgoedbubbels dik in de problemen waren gekomen. En: nergens ter wereld is al één voorbeeld te vinden van een succesvolle monetaire unie tussen onafhankelijke landen.’

De logica dat de Europese economieën te ver uit elkaar liggen voor één munt – en zelf nog verder uit elkaar zijn gedreven als gevolg van die ene munt – alsook het historische feit dat eenheidsmunten voor onafhankelijke landen geen stand weten te houden, gecombineerd met de theorie van de ‘optimum currency area’ (‘optimaal valutagebied’, uitgebreid door Wanningen toegelicht), kan maar één conclusie hebben: de huidige euro moet dringend ophouden te bestaan, want hij kost vrijheid en welvaart. Dat een paar weken geleden de toenmalige baas van het Nederlandse Centraal Planbureau (CPB), Coen Teulings, uit de biecht sprak door te stellen dat de eurolovende CPB-berekeningen met een korrel zout moeten worden genomen, en dat ‘het meeste onderzoek suggereert dat je de voordelen ook zonder één munt wel kunt halen’, is een nieuwe barst in de te water gegane kruik. Het Eurobedrog. Waarom Nederland uit de euro moet, komt dan ook geen moment te vroeg (en allicht wordt het naar het Duits vertaald). Jean Wanningen gaat veel verder dan een (historische) probleemschets: hij levert een onderbouwde oplossingsgerichte bijdrage aan het debat. Ik heb Het Eurobedrog dan ook meegenomen naar elk EU-debat. Iedereen die bekommerd is om het lot van het Avondland, zou het moeten lezen.

 

De auteur, Sam van Rooy, is bouwkundig ingenieur, publicist, medewerker op het Vlaams Belang-studiecentrum, en medesamensteller van en -auteur in De islam. Kritische essays over een politieke religie en Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU. Op 25 mei was hij 1ste kandidaat-opvolger op de Europese VB-lijst.

@SamVanRooy1

Sam van Rooy (1985) is Vlaams volksvertegenwoordiger, Antwerps gemeenteraadslid en fractieleider voor het Vlaams Belang. In 2014 was hij 1e opvolger voor het EU-parlement. In 2011 was hij beleidsmedewerker bij de PVV van Geert Wilders. Van 2012 tot en met 2018 werkte hij als studiedienstmedewerker en perswoordvoerder voor het Vlaams Belang. Hij is ingenieur bouwkunde (MSc.), publicist en auteur van enkele boeken over de islam en de Europese Unie ('Voor vrijheid dus tegen islamisering', 'De islam. Kritische essays over een politieke religie', 'Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU'). Zijn website: www.samvanrooy.be.

Commentaren en reacties