JavaScript is required for this website to work.

Geen enkel sprookje begint met ‘Er was eens een president…’

Harry De Paepe26/9/2015Leestijd 3 minuten
TitelGeen enkel sprookje begint met 'Er was eens een president...'
AuteurSiard Willem Kapenga
UitgeverAspekt
ISBN9789461534323
Onze beoordeling
Aantal bladzijden113
Prijs€ 14.95

Met dat citaat van de Colombiaanse filosoof Nicolás Gómez Dávila opent dit toch wel bijzondere boekje. Bijzonder, omdat je in ons taalgebied niet zo veel lofzangen op het politieke stelsel dat men ‘monarchie’ noemt, vindt. En als je er al eentje vindt, dan komt het zoals dit werkje uit Nederland. Een Belgische uiteenzetting over de voordelen van de monarchie zou wellicht te snel verzanden in een communautair getint essay. Gelukkig kan men in Nederland wel vrij van de Nederlands- en Franstalige tegenstellingen naar hartenlust filosoferen over politieke stelsels.

In zijn voorwoord vat de conservatieve auteur Robert Lemm de royalistische gedachtegang van auteur Siard Willem Kapenga samen als: ‘Duurzaamheid geven aan de samenleving, haar cohesie handhaven, emotie verschaffen door vereenzelviging van het volk met een symbool.’

Kapenga beschrijft het monarchisme vanuit zijn correcte standpunt, namelijk als een conservatief instituut in de filosofische zin van het woord. Daarom alleen al zal dit werkje voor iemand die antwoorden zoekt vanuit een typische Belgische context te weinig antwoorden bieden. De auteur gaat overigens in zijn defensie van het koningschap op zoek naar voorbeelden uit de hele wereld.

Siard Willem Kapenga deelt zijn uiteenzetting op in drie hoofdstukken. Het eerste deel behandelt het belang van de stabiliteit dat een koningschap biedt. Koningen vervullen hun rol vooral louter door er te ‘zijn’. Inderdaad, in landen als Nederland of het Verenigd Koninkrijk wordt die aanwezigheid van een soeverein door een grote meerderheid als een geruststelling gezien. Maar die aanwezigheid vormt ook in landen als Spanje een doorn in het oog. Denk maar aan de Catalaanse fluitconcerten voor de Spaanse koning. Volgens Kapenga heeft een koning tegenover een verkozen staatshoofd het grote voordeel dat hij of zij kan uitgroeien tot een gevestigd symbool van de natie, onbevlekt door politieke tegenstellingen. Hij stelt ook de meerwaarde van de verkozen ambtsdragers, die elkaar te snel opvolgen, in vraag: ‘het verlenen van gezaghebbend advies (…) Die ervaring zet je niet om de vijf of tien jaar bij het oud vuil.’ In een poging zich te verdedigen tegen de ‘monarchie rijmt niet op democratie’-pleiters noteert hij dat transparantie heel belangrijk is: (…) verdient het juist aanbeveling ook voor de buitenwereld duidelijk te maken dat het opbouwen van ervaring op de lange termijn en periodieke vervanging op grond van democratische procedures niet altijd naadloos samengaan.’ Het verwijt dat het koningschap niet democratisch is, verwerpt Kapenga en noemt dit een ‘oversimplificatie van het democratische beginsel’. Zijn argument luidt dat immers niet alle functies door verkiezing worden aangeduid en hij wijst hierbij naar de rechterlijke macht. Ook het discriminatieargument veegt hij van tafel en hij onderstreept de stelling dat het streven naar een stabiele staatsstructuur een streven is dat weinig reactie kent.

Het betere argument haalt hij echter bij de Franse filosoof Claude Lefort. Het constitutionele koningschap zorgt voor een ‘leeglaten’ van het centrum van de macht, waardoor dat centrum geen deel kan uitmaken van politieke concurrentie en zo vooral de democratie vrijwaart. Ook  Max Weber geloofde in deze matigende rol, wat van hem een believer in het monarchisme maakte.

Het tweede deel gaat in op de verhouding tussen de publieke rol van de vorst als staatshoofd en zijn private rol als lid van een familie. Die familiale rol is zowel de zwakte als de sterkte van de monarchie. Royalisme is immers enorm onderhevig aan een vorm emotionaliteit, vergelijkbaar met nationalisme. De Zwitserse politieke wetenschapper René Häusler noemde het een ‘psychologische staatsvorm’. De menigtes die gouden koetsen, balkonscènes en 19de-eeuwse uniformen staan toe te juichen in verschillende Europese democratieën lijken die stelling te onderschrijven. Kapenga noemt dit het ‘spiegelbeeld van de menselijkheid’ van het systeem, waarbij ‘de grote verleiding van de homo politicus, het jongleren met abstracte principes, merkelijk wordt bemoeilijkt’. De monarchie is een ‘geïncarneerde staatsvorm’ en enorm afhankelijk van de uitvoerende figuur. Een persoon met gebreken, waardoor de trouw aan een constitutionele vorst net een verademing is, vergeleken met het streven naar totalitaire en perfecte staten. Die vorst is immers ook geen eigenaar van zijn koningschap, maar een rentmeester van iets wat hem of haar werd toevertrouwd. De kroon brengt meer plichten dan rechten mee en maakt de vorst afhankelijk van de aanspraken van anderen.

Het laatste hoofdstuk benadrukt het belang van de blijvende vreemdheid van het koningschap. Dit maakt het instituut enerzijds heel kwetsbaar, maar het schenkt anderzijds een bijzonder gezag. De afstandelijkheid van de monarchie zorgt voor zijn neutraliteit in het politieke leven van de natie. Dat Kapenga daarbij de inmenging van Albert II in de Belgische regeringsvorming van 2010 niet vermeldt als slechte voorbeeld is jammer voor lezers uit de Zuidelijke Nederlanden.

Kapenga is vooral vol van het mysterie van het koningschap, dat volgens hem nauw verwant is met onze condition humaine. ‘De monarchie is van probleem tot mysterie geworden’, schrijft hij in zijn slotwoord.

Dit boekje is een mooie poging om het mysterie dat almaar meer onder vuur ligt toe te lichten. Een must-read voor republikeinen en monarchisten. Waarom? Omdat het boeiend is om eens een door filosofie gedragen werk te lezen over een onderwerp waar nogal vaak meewarig over gedaan wordt. Maar in de wijze waarop men vandaag aan politiek doet en in de almaar toenemende selfie-tijd wordt het een verloren boodschap. De sfumato van de monarchie schijnt minder en minder van deze tijd. Of is het net daarom zo aantrekkelijk?

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties