JavaScript is required for this website to work.

Goed bedoeld, maar contraproductief

Edi Clijsters28/11/2015Leestijd 3 minuten
TitelGoed bedoeld, maar contraproductief
AuteurSven Gatz
UitgeverVanhalewyck
ISBN9789461314208
Onze beoordeling
Aantal bladzijden112
Prijs€ 16

Vreemd toch, dat zovele politici de behoefte voelen om boeken – nu ja, boekjes – te publiceren. Zolang ze niet alom bekend zijn vinden ze voor hun pennenvruchten niet eens een uitgever. En als ze wel bekend zijn, duiken ze hoe dan ook al om de haverklap op in alle mogelijke bladen en tv-programma’s. Maar kennelijk willen ze een meer blijvende indruk nalaten … ook al belandt hun dappere poging na een paar maanden in de ramsj. Overigens zijn die pennenvruchten doorgaans het werk van een ingehuurde professionele pen, die de o zo belangrijke boodschap van de politicus/a in kwestie zo getrouw mogelijk moet weergeven. En vooral: liefst enigszins leesbaar. 

Dat is, los van andere kenmerken, alvast één kwaiteit van voorliggend boekje van de huidige minister van Cultuur: het is bijzonder vlot geschreven. Dat is in dit geval vermoedelijk zelfs niet uitsluitend de verdienste van de ‘spookschrijver’, maar ook van de opdrachtgever. Gatz is nu eenmaal geen doorsnee politicus. Hij had destijds de moed om de comfortzone van de Vlaams-Brusselse politiek te verlaten, en verzaakte daarbij – weliswaar na enige commotie – zelfs aan de forse gouden handdruk waarop hij toen recht had. Dat alleen maakt hem al tot een uitzondering in het politieke milieu. En toen hij zich vorig jaar liet overtuigen om terug te keren naar de actieve politiek, wist hij zeer goed dat hij toetrad tot een besparingsregering. Zijn enige troost was wellicht dat hij het nooit slechter kon doen dan zijn voorgangster.

Het helpt uiteraard dat Gatz het niet alleen goed kan uitleggen maar ook over een stevige dosis humor en zelfrelativering beschikt, waarmee hij ook een kritisch publiek het hoofd kan bieden. 

Daar is het natuurlijk ook in dit boekje om te doen. Gatz wil, welbespraakt als hij is, uitleggen wat hij graag zou doen, wat hij niet anders kán doen (bespàren!), en in wat voor breed uitgemeten perspectief dat alles moet worden gezien. Dat hij zichzelf daarbij het etiket ‘cultuurbarbaar’ opkleeft, terwijl iedereen weet dat hij dat niét is, is een nogal doorzichtige captatio benevolentiae ofte poging tot lijmen van lezer of toehoorder. Noem het de paradox van de zich nederig voordoende politicus: als ik mezelf slechter voorstel dan ik ben, krijg ik allicht een beetje extra krediet. Duidelijk slimmer dan Schauvliege; maar dat was misschien niet eens zo moeilijk. 

Neen, Gatz, zal het woord kaasschaaf niet in de mond nemen. Er moet worden bezuinigd, ja. Dat staat buiten kijf, en het departement Cultuur zal daar niet aan ontsnappen. Integendeel, het is niet meer dan rechtvaardig dat onderwijs en welzijn minder moeten inleveren dan cultuur. Knots. Die zit. De aanval is de beste verdediging, heeft de minister ongetwijfeld gedacht – en vervolgens die stelregel meer dan eens toegepast. 

Wil dat zeggen dat cultuur luxe is, en dat het cultuurbudget alleen maar dient om het dure cultuurkussentje van de betere middenklasse te subsidiëren? Ook dát hoor je Gatz niet zeggen. Neen, cultuur is niet alleen noodzakelijk voor een gemeenschap die haar identiteit niet wil verloochenen; ze is niet alleen bevorderlijk voor sociale cohesie (met een venijnige sneer naar voorganger en ooit partijgenoot Bert Anciaux), ze is ook goed voor internationale uitstraling en (dus) voor de economie. 

Daar herkennen we dan Gatz de liberaal … die er trouwens nauwgezet over waakt om liberale partijgenoten lof toe te zwaaien waar het even kan, en andere politici liefst dood te zwijgen als hij ze niet voor schut kan zetten. En die er tussendoor graag op wijst dat de meer welgestelde burgers wel ‘ns wat meer in cultuur zouden mogen investeren. Het moeten niet altijd voetbalploegen zijn. 

Nu ja, om die lieden over de brug te halen moet het systeem van ’tax shelter’ wel worden uitgebreid tot andere sectoren dan alleen maar film. Dat zijn we aan het bekijken, zegt Gatz, die zich meteen indekt: fiscaliteit is nog steeds een federale bevoegdheid en zal dat vermoedelijk nog wel even blijven.

Dat op-en-neer van hooggestemde wensen en triviale realiteiten doordrenkt het hele boekje. Het is ongetwijfeld ‘het leven zoals het is’ voor elke minister. En het is diens goed recht om een combinatie van zelfverdediging en beleidsnota op de lezer (m/v) los te laten. Voor lezers die enigszins vertrouwd zijn met de sector doet een en ander maar oppervlakkig aan, en wordt daardoor contraproductief. Voor andere is het een vlot geschreven – oppervlakkige – kennismaking met een man van wie je vermoedt dat hij toch méér in zijn mars heeft.

Edi Clijsters is doctor in de politieke wetenschappen, oud-adjunct-hoofdredacteur van De Morgen en vertegenwoordigde de Vlaamse regering in Berlijn. Hij is kernlid van Vlinks en medewerker van het maandblad Meervoud.

Commentaren en reacties