JavaScript is required for this website to work.

Groen en de coronakansen

Winny Matheeussen16/6/2020Leestijd 7 minuten
TitelDe goede kant op?
SubtitelKansen na Corona
AuteurMeyrem Almaci, Petra De Sutter
UitgeverUitgeverij Vrijdag
ISBN9789460019432
Onze beoordeling
Aantal bladzijden160
Prijs€ 15.10

Meyrem Almaci en Petra De Sutter van Groen hebben een boek uitgebracht. Zij maken een evaluatie van de coronacrisis en werpen een blik op de toekomst. Hoe moet het nu verder? Gaan we terug naar het oude normaal of slaan we een nieuwe weg in? Voor hen is het duidelijk: het oude normaal zal ons onherroepelijk terugleiden naar dezelfde problemen. Een nieuwe weg dient ingeslagen. En die moet leiden naar een economie en samenleving die gezonder, menselijker en groener zullen zijn.

Mooi. Maar hoe willen ze dit concretiseren? Alles staat en valt natuurlijk met een analyse van de huidige situatie en de crisis. En daar loopt het al snel enigszins fout.

Bejubelde solidariteit

Almaci begint met het bejubelen van de solidariteit die in het begin van de crisis naar boven kwam. Iedereen trok aan hetzelfde zeel, de mensen hielpen elkaar. Er weerklonk applaus voor diegenen die al jaren het slachtoffer zijn van maatschappelijke onderwaardering. Witte lakens werden uitgehangen, beren verschenen spontaan achter de ramen. Iedereen zei terug goedendag, in het begin zelfs zeer verstaanbaar, bij gebrek aan maskers.

Ze gaat hier gemakshalve voorbij aan het agressief hamsteren, van voedingswaren tot toiletpapier. Ze vergeet de opstootjes te vermelden in de supermarkten, geïnspireerd door een eerst-ikke-en-de-rest-kan-stikken-mentaliteit. Dat zal allemaal wel in de marge zijn geweest, hoor ik al tegenwerpen, maar deze jongen was maar wat blij dat hij een zuinig kakker is die niet vies is van het zogenaamde shit-to-shower-principe. Het heeft weken geduurd voor je weer aan de nodige papierwaren kon geraken.

Creativiteit

Gelukkig doet een vrijgezel binnen de muren van zijn kot wat hij wil. En vóór mensen ongerust worden over mijn persoonlijke hygiëne: ik beschikte over een toereikende voorraad WC-papier. Ik wil alleen maar de creativiteit in de verf zetten die wij Belgen tijdens de crisis aan de dag mochten leggen. Ook mijn voorraad niet-bederfbare levensmiddelen bleek toereikend: ik lijd namelijk aan  een mentale afwijking die van mij een prepper maakt. Waarschijnlijk een gevolg van toxisch machismo, maar daarover later meer.

Ik werkte aan het begin van de crisis in de zorgsector. Ik heb de solidariteit dus van dichtbij mogen meemaken, en  — hoe hartverwarmend ook in het begin — het daagde me al snel dat mijn collega’s en ik meer behoefte hadden aan persoonlijk beschermingsmateriaal dan aan applaus. We stonden uiteindelijk niet op de bühne, maar aan het front. Er zijn toch andere prioriteiten in die situatie…

Wat betreft de vriendelijke goedendag, die verdween zo snel als die gekomen was. Al in het tweede weekend was er eerder wrevel aanwezig bij de massa’s fietsers die vonden dat ik in de weg liep op mijn reeds jaren met de hond bewandelde landelijke wegen. Doch dit kan ook eerder te maken hebben mijn mijn gevoelige ziel.

Respectabele wetenschappers en goed georganiseerde overheid

Dit is echter bijzaak. Ik geef toe, ik ben een kniesoor. Ernstiger wordt het echter wanneer Almaci de loftrompet steekt over onze wetenschappers en experten, wier reputatie blijkbaar aan geloofwaardigheid had ingeboet en nu weer in ere werd hersteld. Ik herinner me vooral uit de voorbije periode dat die wetenschappers, Marc Van Ranst op kop, het hadden over een simpel griepje, dat mondmaskers geen meerwaarde boden en dat er geen noodzaak was aan quarantainemaatregelen of opvolging voor terugkeerders uit de besmette gebieden. Wetenschappelijk ongefundeerd gezwets dat ons veel heeft gekost, maatschappelijk en economisch.

Als klap op de vuurpijl kan dit citaat tellen: ‘De overheden namen de touwtjes weer in handen en deden wat ze moesten doen: mensen en de bedrijven reden voorbij ideologische dogma’s. Het neoliberalisme en de platte concurrentieregels legden de duimen.’ Ik geef toe: mij viel de bek open bij het lezen van dit fragment. Zelden in de geschiedenis van de democratie heeft een overheid zo geblunderd en gefaald. Als er iets was dat ons rechthield was het privé-initiatief en marktflexibiliteit, meestal gehinderd door overheidsbemoeienis, maar nu iets minder wegens chaos en wanhoop. We mogen blijkbaar fier zijn dat onze bevolking zelf achter de naaimachine kroop om voor mondmaskers te zorgen. Met dank aan de goed georganiseerde overheid die de touwtjes in handen nam.

Preparedness

Nu, ik geef toe, dit gaat voornamelijk over perceptie. Ik ben een doemdenker, Meyrem Almaci behoort duidelijk tot de gezegende klasse der optimisten. Haar co-auteur, Petra De Sutter, heeft daar minder last van. Zij gaat in een volgend hoofdstuk over tot een iets somberder analyse. Daar stelt ze dat het niet goed gaat met onze preparedness. Ze citeert André Sapir, econoom en prof aan de ULB, die opmerkt dat we sinds de oliecrisis wel strategische olievoorraden hebben, maar geen voorraden maskers, medicijnen en medisch materiaal.

Ze gaat wel even voorbij aan het feit dat die voorraden er wel waren, maar dat de overheid, wat de maskers betreft, ze enigszins lichtzinnig vernietigde. Wat betreft de voorraden medicijnen en apparatuur: daarmee zijn we op geen enkel moment in de problemen gekomen. In dat kader heb ik zelf nog mijn licht opgestoken op 17 april bij de Vereniging voor Ziekenhuisapotheken.

Valabel punt

Doch, begrijpelijk misverstand. Er liep inderdaad wel een en ander mis. Petra De Sutter, die voor Groen in het Europees parlement zetelt, verwijst naar de gebrekkige Europese samenwerking. Die wijdt ze aan het dwarsliggen van de lidstaten wanneer het over de eigen belangen gaat, en daar maakt ze voor het eerst een valabel punt. Ze pleit voor een verregaande overdracht van coördinerende bevoegdheden voor de EU in het geval van een crisis.

Ze gaat wel voorbij aan het feit dat de meeste lidstaten niet staan te springen om nog meer soevereiniteit over te dragen aan een supranationaal orgaan dat ver van de mensen staat en democratische legitimiteit lijkt te missen. Maar dat pleidooi voor meer Europese samenwerking is op zich wel legitiem. Het had ons in het begin van de crisis veel tijd en onnodig leed kunnen besparen.

Hogere wiskunde

Erger is het echter gesteld met haar analyse van het Vlaamse gezondheidsbeleid. Hier goochelt ze wat met cijfers, en dan doe ik graag mee. De Sutter stelt dat er in Vlaanderen 515.000 mantelzorgers zijn, die, wanneer je hun economische waarde zou afmeten a rato van het minimumloon van een zorgverstrekker, goed zouden zijn voor € 11,4 miljard. Dat zou meer zijn dan wat Vlaanderen op een jaar uitgeeft aan welzijn en zorg, kindergeld inbegrepen. Een snelle controle levert voor 2019 (p51) een cijfer op van € 12.991.262.000, ofte net geen 13 miljard.

Verder zou volgens haar het bedrag dat de Vlaamse regering uitgeeft aan rusthuizen maar een zevende zijn van de 11, 4 miljard economische waarde van de mantelzorg. Rekening houdend dat — inclusief kortverblijf — dit cijfer jaarlijks rond de 2 miljard ligt, kom ik na een simpele rekensom uit op 14 miljard. De ene keer zit ze er dus 1,6 miljard, de tweede keer 2,6 miljard naast. Het zal aan mij liggen, maar mijn vertrouwen in groene politici wanneer het over budgetten gaat krijgt hier een ferme deuk.

De Sutter hamert op het feit dat in de gezondheidszorg investeren in preventie zowel financieel als qua gezondheid onmiddellijk rendeert. Daar maakt ze haar volgend zeer valabel punt. Ik mag hopen dat ze dan ook beseft dat Vlaanderen sinds het die bevoegdheid heeft overgenomen, aanzienlijk meer inzet op preventie dan de rest van het land. Dit blijkt wanneer je de cijfers voor kankerscreenings en HPV-vaccinatie naast elkaar legt. Toch pleit ze verder in het boek voor herfederalisering, en dat terwijl in deze materie juist blijkt dat de keuzes die de verschillende landsdelen maken, vaak zeer verschillend zijn.

Parallel met de bankencrisis

In een volgend hoofdstuk neemt Meyrem Almaci weer het woord. Ze begint goed met op te merken dat bij het verdelen van de coronasteun in dit land zeer onoordeelkundig werd omgesprongen met de fondsen. Ze trekt ook een parallel met de bankencrisis uit 2008 waar de belastingbetaler mocht opdraaien voor het schurkengedrag van de bancaire wereld. Niemand moest destijds zijn verantwoordelijkheid opnemen en de veroorzakers van de crisis gingen ongestraft aan de haal met hun winsten, terwijl ze de factuur doorschoven naar de burger. Dit mag volgens haar deze keer niet gebeuren. Volmondig mee eens.

De oplossingen die ze naar voor schuift doen me echter met de wenkbrauwen fronsen. Ze pleit voor een gegarandeerd basisinkomen. Ze pleit voor een verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op vermogen en vervuiling. Ze stelt de vlucht van het grootkapitaal naar belastingparadijzen aan de kaak. Allemaal mooi en zeer terecht. Dit moet de middelen opleveren om te investeren in gezondheidszorg: niet alleen meer loon, maar ook meer mensen op de werkvloer. Meer investeren in onderwijs. Meer investeren in sociale woningen. Meer investeren in hogere uitkeringen en minimumlonen.

Meer geld

Kortom, meer geld, meer geld en nog eens meer geld. Of ze dat gaat vinden dankzij haar belasting op vermogen, waardoor de kapitaalsvlucht naar belastingparadijzen enkel zal toenemen, lijkt me twijfelachtig. Bart De Wever zei ooit eens tijdens een héél helder moment dat wanneer je het geld effectief bij de rijken kon gaan halen, de socialisten dit zeker al zouden hebben gedaan tijdens hun jarenlange machtsdeelname. Quod non. En dan hebben we nog haar voorstel om internet, net zoals water en elektriciteit, als een basisbehoefte te beschouwen. Ik bereid me al voor om mijn maandelijkse internetfactuur te zien stijgen naar € 200.

Wat die energie betreft krijgen we weer de duurzame hernieuwbaarheidsriedel gepresenteerd. Ik zou haar in dat kader graag de laatste film van Michael Moore aanraden. Het vroegere icoon van de groene beweging wordt momenteel door duurzame energievrienden uitgekotst… Van alle thema’s die Groen aankaart kan ik me het best vinden in hun bezorgdheid om het milieu, het belang van zuivere lucht en proper water. Ik ben echter niet overtuigd door hun oplossingen.

Nog hogere wiskunde

Maar mijn belangrijkste opmerking moet nog komen: ook al haal je miljarden uit een opgedreven fraudebestrijding — een ander voorstel, overigens een goed waar ik me achter schaar — en een eenmalige solidariteitsbijdrage van onze multimiljonairs, je zal nooit voldoende middelen creëren om al haar investeringsvoorstellen te financieren. En dan zal je keuzes moeten maken. Wie krijgt welk deel van de koek en hoe bereken je de verdeelsleutel? Daar hoor ik in die pleidooien nooit iets over. Over de financieringskant van al die plannen blijft Groen -zoals steeds- zeer vaag. Daarbij rekening houdend — pun intended — met hun hierboven kort aangetoonde wiskundig onvermogen voel ik me niet in mijn vertrouwen gesterkt…

Almaci pleit ook voor een sterke staat. De zogenaamde slanke staat lijkt volgens haar telkens te falen. Mij lijkt de ervaring eerder te uit te wijzen dat hoe vetter de staat, hoe groter de verspilling. Op ons staatsapparaat zit nog heel veel vet. Misschien moet Groen die afslanking van het overheidsapparaat toch maar eens in overweging nemen, wanneer die partij écht aan het rekenen slaat.

Echt nieuw leiderschap

Petra De Sutter neemt het sluitstuk van het boek voor haar rekening. Hier komen we bij de eerder beloofde toxische macho’s. Dat zijn dan vooral de Trump’s, de Bolsonaro’s en de Orbans* van deze wereld. Zij zijn de schuld van de toestand waarin we verkeren. Zij zijn verantwoordelijk voor eng en kortzichtig gedachtengoed. Zij hebben ook bewezen dat hun aanpak alleen maar op rampspoed uitdraait in coronatijd.

Zij staan schril tegenover echt nieuw leiderschap, zoals zij het ziet in figuren als Justin Trudeau of, godbetert, Marc Van Ranst. Een blik op de internationale ranking toont ons waar Van Ranst ons heeft gebracht: we staan op nummer één. Van de lijst met meeste dodelijke slachtoffers per capita, wel te verstaan. Canada onder Trudeau doet het beter dan de VS, maar legt de duimen tegen zowel Brazilië als Hongarije.

Verdacht kantje

Dat nieuwe leiderschap heeft ook een verdacht kantje: Trudeau beschouwt 1984 Van Orwell als een handleiding, getuige zijn Bill C-16. Van Ranst sympathiseert onverholen met Communistisch China en Noord-Korea. Hetzelfde China dat ze in haar betoog eerder wegzet als een voorbeeld van een totalitaire staat die wegens democratisch onvermogen niet in staat is degelijk leiderschap te etaleren. Ik heb moeite met die logica…

Nu ja, zonder een rondje rechts bashen zou dit boek ook niet geslaagd zijn. Orban krijgt het verwijt dat hij het parlement buiten spel heeft gezet. Identiek hetzelfde gebeurde bij ons. Het speelt blijkbaar een grote rol welke politieke gezindheid de buitenspelzetter heeft.

Oproep tot gesprek

Verder wordt er nog wat geopperd dat bij ons alle regeringen aan één zeel trokken tijdens de crisis en dat Europa terug een project moet worden ter bevordering van sociale vooruitgang. Aan welk gemeenschappelijk zeel onze regeringen hebben getrokken is mij  — waarschijnlijk door de heldere communicatie — ontgaan, evenals het moment waarop Europa een project zou zijn geweest ter bevordering van de sociale vooruitgang. Ik woon aan een steenweg. Ik wandel daar geregeld met de hond. Ik laveer tussen de drollen. Niet die van mijn of andermans honden, maar die van de niet-benijdenswaardige Oostbloktruckers die daar Europees sociaal gedumpt worden tijdens het weekend. I rest my case.

Het boek eindigt met een oproep om in discussie te gaan over deze thema’s. De democratie moet dichter bij de burger komen, niet enkel voor de burger, maar ook door de burger. Ik wil graag op die uitnodiging ingaan. Heel graag zelfs. Ik ben uiteindelijk tot nader order nog steeds een burger…

*Ik ben van geen van deze heren fan. Behalve van Trump. De man is een komisch genie.

Winny Matheeussen (1973) noemt zichzelf misantroop, hondenvriend en bergzitter.

Commentaren en reacties