JavaScript is required for this website to work.

Westerse misvattingen over China

Jef Abbeel4/4/2020Leestijd 4 minuten
TitelFabels over China
SubtitelHardnekkige westerse misvattingen over de nieuwe wereldmacht
AuteurJan van der Putten
UitgeverDe Geus / L&M
ISBN9789044541809
Onze beoordeling
Aantal bladzijden318
Prijs€ 19.5
Koop dit boek

Over China bestaan al lang misvattingen, vooral omdat westerlingen zichzelf van alles wijsmaakten. Zo beweerde China-fanaat Joseph Needham dat de Chinese Muur van op Mars te zien zou zijn, terwijl er nog niemand op Mars geweest was en ze niet eens van op de maan zichtbaar is. In de jaren ’60 en ’70 leerden we dat onder Mao iedere Chinees genoeg te eten had, terwijl er minstens 45 miljoen Chinezen stierven door hongersnood. De Culturele Revolutie verdiende navolging, beweerden velen, terwijl het één grote catastrofe was.

Gavin Menzies schreef in 2002 dat Zheng He alle werelddelen ontdekte ­– terwijl hij niet verder kwam dan Mombasa in het huidige Kenia – en in 2008 dat de Chinezen de Italiaanse Renaissance deden ontstaan, wat nog onzinniger is. Geen van deze fabels zal de lezer echter terugvinden in het nieuwste boek van Chinakenner Jan van der Putten.

Tips voor zakenlui

De auteur begint zijn werk, Fabels over China, met tips voor zakenmensen die naar ginds trekken. Dingen als wat ze moeten vragen en zeggen, geven en niet geven aan hun Chinese partners komen allemaal aan bod. In 2013 heeft Xi een lijst opgesteld van ‘zeven verboden westerse waarden’, waaronder democratie, verkiezingen, mensenrechten, onafhankelijke rechters en pers en kritiek op de partij. Ze weten dus waarover ze moeten zwijgen.

Democratisering

Een andere mythe die van der Putten ontkracht is de ‘democratiserings-euforie’. Toen Deng in 1978 met zijn hervormingen begon, hoorde democratisering daar niet bij. Toen na het neerslaan van de Tiananmenbetogingen – met een geschatte 2.600 doden tot gevolg – niemand werd gestraft kon deze vooral westerse droom voorgoed opgeborgen worden. President Bush vond het neerslaan een binnenlandse aangelegenheid en in het Chinese onderwijs wordt er tot de dag van vandaag niet over gesproken.

In 2001 werd China toegelaten tot de Wereldhandelsorganisatie, maar ook dat leidde niet tot democratisering. In tegenstelling tot Zuid-Korea en Japan leidde de succesvolle overgang naar een kapitalistisch systeem met Chinese kenmerken niet tot meer democratie. Xi Jinping is leider voor het leven en almachtig. De partij legt elke poging tot oppositie vakkundig het zwijgen op. Onder andere de internetpetitie Charter ’08 van Liu Xiaobo werd snel in de kiem gesmoord.

De politieke controle gaat verder dan ooit en spreidt zich uit tot elk levensdomein. Godsdienst is wettelijk toegelaten en floreert, maar de partij breekt kerken af, verwijdert kruisen en vervangt het portret van Christus door dat van Xi. De partij dicteert de rechters wat ze moeten beslissen en verkiest de ‘Aziatische waarden’ – sociale harmonie, discipline, streng onderwijs en hard werken – boven de westerse, individualistische mensenrechten.

Camera’s

De staatscontrole over de bevolking neemt intussen hand over hand toe. Momenteel zijn er 570 miljoen camera’s in China. Tegen 2022 zullen dit er 2,8 miljard zijn of twee per inwoner. De meeste Chinezen vinden dat normaal. China is ook wereldleider op het gebied van kunstmatige intelligentie, gezichts-, spraak- en irisherkenning. Allemaal instrumenten die worden ingezet om de greep van de staat op het openbare leven te vergroten.

De overheid controleert ook het internet met de beste firewall ter wereld. China staat 177ste van 180 landen op de persvrijheids-index. Na de Nieuwe Zijderoute volgt nu de Digitale Zijderoute. Het wereldwijd web zal in 2025 niet meer bestaan; of liever het zal opgesplitst zijn in een Chinees en een Amerikaans blok.

Westerlingen kijken met verwondering naar dit alles, maar het dictatoriaal regime zorgt wel voor economische groei en koopkracht, iets wat de bevolking ook duidelijk apprecieert. Zolang dit het geval is, zullen de gezaghebbers ook stevig in het zadel blijven zitten. Die ‘socialistische markteconomie’ is niet echt socialistisch en ook niet echt markt. De overheid bevoordeelt zijn eigen bedrijven en stuurt in grote mate de economische groei, zonder dat het evenwel toestaat dat deze groei leidt tot de opkomst van een kritische middenklasse.

De snelle vergrijzing is vooral het gevolg van de eenkindpolitiek van 1979 tot 2015. Dit, samen met het minderwaardig statuut van vrouwen in China, leidde tot massale abortus van meisjes en de hopeloze zoektocht van 30 à 40 miljoen jonge mannen naar een vrouw. Ook na de afschaffing van de eenkindpolitiek willen de meeste vrouwen maar één kind; kinderdagverblijf en onderwijs kosten te veel. Ze willen ook meer luxe en op reis gaan.

De Chinese wereldorde

Een andere bekommernis is de militaire expansie van China. Xi Jinping beweert dat China altijd pacifistisch is geweest, maar dat klopt niet: de staat Qin veroverde rond 220 voor Christus de zes omliggende staten en in de zeventiende en achttiende eeuw werd China door de veroveringen van Mongolië, Tibet en Xinjiang dubbel zo groot als in de eeuw ervoor. Tegenwoordig aast het land op Taiwan, eilandjes in de Oost-Chinese Zee, bijna heel de Zuid-Chinese Zee en gebieden in de Himalaya, waar het land op ramkoers ligt met India.

Van der Putten beweert dat China desnoods geweld zal gebruiken om die gebieden te heroveren. De VS wilt de Chinese expansie in ieder geval op al die fronten terugdringen. De Chinese defensiebegroting groeide van 10 miljard dollar in 1990 naar 175 miljard in 2018 plus ongeveer 75 miljard geheime uitgaven voor nieuwe wapens. De VS geeft met 650 miljard nog veel meer uit.

De Amerikanen klagen ook dat de Chinezen ondankbaar zijn. Ze zijn rijk geworden dankzij Amerika, maar nu bedreigen zij de Amerikaanse superioriteit, zo vinden ze. Chinese studenten worden in de VS ook scheef bekeken. De handels- en technologie-oorlog doet de Amerikaanse consumenten en exporteurs alvast meer pijn dan de Chinezen, die echter wel voor 300 miljard dollar per jaar afhankelijk zijn van import van Amerikaanse chips.

Met zijn afkeer van de VN en andere internationale organisaties heeft Trump Xi de kans gegeven zich op te werpen als de nieuwe leider van de internationale wereldorde. Xi heeft overal bondgenoten en wil samen met Poetin de Amerikaanse hegemonie doorbreken.

Conclusie

Fabels over China is een kritische analyse van de politieke, militaire en economische macht van China en vooral de westerse meningen daarover. Het aantal ‘fabels’ valt nogal mee. De schrijver houdt nergens een blad voor de mond en zijn boek zal waarschijnlijk niet in China verschijnen. Hij is enorm belezen en goed op hoogte van andere werken, tijdschriften en nieuwsbrieven over China.

Van der Putten toont overvloedig aan dat China geen liberale democratie is en het ook nooit zal worden. Maar geregeld valt hij in herhaling door er in verschillende hoofdstukken (1,2,3 en 4) op terug te komen. Ook andere thema’s zoals het militaire gevaar komen in meerdere hoofdstukken terug, waaronder 7 en 8. Hij had beter elk hoofdstuk beperkt tot één thema.

Ik twijfel er verder aan of China tot 1850 werkelijk economisch de machtigste staat ter wereld was, zoals beweerd wordt op pagina 8 en 9. Dat wordt door velen beweerd, maar misschien is ook dat een fabel. West-Europa heeft alleszins veel meer mooie monumenten en tekenen van rijkdom uit het verleden dan China. Voor de rest is dit boek een noodzaak voor al wie China met kritische blik wil volgen.

Jef Abbeel is classicus en historicus en voordrachtgever en recensent over China, Rusland-Oekraïne en Midden-Oosten.

Commentaren en reacties