JavaScript is required for this website to work.

Het einde van links en rechts volgens Hind Fraihi

Luckas Vander Taelen12/4/2022Leestijd 6 minuten
TitelAntipode
SubtitelOpponenten in volle radicalisering
AuteurHind Fraihi
UitgeverVUB Press - ASP
ISBN9789461172785
Onze beoordeling
Aantal bladzijden112
Prijs€ 18
Koop dit boek

Als een vermaledijd virus daar niet anders over beslist had, dan zou Hind Fraihi in 2020 vier lezingen gehouden hebben in het kader van de Willy Calewaert-leerstoel. Dat kon dus niet, en dat is bijzonder jammer want wat Fraihi zou verteld hebben, is meer dan interessant.

Dat we dit kunnen stellen is het gelukkige gevolg van het boekje Antipode. Opponenten in volle radicaliseringwaarin de teksten zijn opgenomen die Fraihi graag voor een publiek had gebracht. Daarbij zijn ook vier columns opgenomen, die de aanzet vormen van de thema’s die de auteur in het eerste deel uitwerkt.

Cri de coeur

Inleider en promotor van de Leerstoel Calewaert aan de VUB, Wim Vandenbussche, omschrijft Fraihi’s demarche als een ‘verontrustende cri de coeur‘. Dat is een meer dan juiste omschrijving van de indruk die men na lectuur van dit boekje overhoudt.

Met Fraihi constateert Vandenbussche een groeiend onvermogen om de ander te (willen) begrijpen. Nochtans is juist het achterhalen wat de ander denkt de basis van elke vorm van overleg en diplomatie. Maar steeds meer mensen lijken zelfs niet meer te willen verstaan wat iemand anders overtuiging is, omdat zij ‘begrip tonen’ zien als synoniem van ‘akkoord gaan’. Mede door het oprukkende identitair denken verbrokkelt de maatschappij op die manier tot een verzameling groepen die naast elkaar leven en in de ander niet meer geïnteresseerd zijn. Tenzij het is om vermeend onrecht te kunnen aanklagen. ‘Common ground‘: een streven naar een gedeeld en gemeenschappelijk welzijn wordt stilaan een ijdel woord.

‘Hellhole’ Molenbeek

Hind Fraihi’s reputatie moet niet meer gemaakt worden. Nu al meer dan 15 jaar geleden maakte ze indruk met het boek Undercover in Klein-Marokko. Achter de gesloten deuren van de radicale islam (2006). Fraihi dook twee maanden onder in Molenbeek en liet zich doorgaan voor een studente. Haar relaas toonde aan hoe groot de fundamentalistische invloed was in de gemeente die een decennium later de kwalijke bijnaam van ‘hellhole’ zou krijgen. Sindsdien is Fraihi een gewaardeerde columniste geworden. Met Antipode levert ze zonder ideologische vooroordelen een bijzonder interessante kijk op de nieuwe tegenstellingen van onze tijd.

Fraihi begint met te benadrukken dat een radicalisering niet noodzakelijk naar extremisme hoeft te leiden. Eisen die radicaal leken in een bepaalde fase van de geschiedenis, zijn nu heel normaal: neem nu de strijd voor het algemeen stemrecht of het feminisme.

Mila

Maar nu is er meer aan de hand. Mensen verkeren in een haast permanente vorm van boosheid en sluiten zich op in echokamers waar ze alleen hun eigen overtuiging horen. De lijst van potentiële ergernissen is eindeloos. Geklaag en rancune zijn de drijfkracht van engagement geworden.

Radicalisme neigt veel sneller dan vroeger naar extremisme. Mede door de kwalijke invloed van de polariserende sociale media zorgen frustratie en ongenoegen ervoor dat uitersten elkaar opjagen. Ze radicaliseren elkaar omdat ze beide een vijandsbeeld nodig hebben.

Een heel eigen Brave New World

Fraihi citeert Dirk De Wachter als hij het heeft over onze obsessie met geluk. Het ‘blocken, muten en unfrienden‘ hoort daarbij om alles wat ingaat tegen zijn eigen verwachtingen uit te gommen. Zo maken we voor onszelf een steriele Brave New World zonder tegenstemmen.

Het creëren van ‘safe zones‘ waar andere meningen verboden zijn, is een concreet voorbeeld van wat Fraihi een ‘zelfgekozen segregatie’ noemt waar het groepsgevoel belangrijker is dan de waarheid. Groepen creëren zelfs een politiek-correcte Orwelliaanse newspeak, waarin vrouwen ‘menstruerende personen’ genoemd worden. Wie over zoveel onzin een opmerking maakt, wordt door de ‘zuiveren’ in virtuele tribunalen afgevoerd naar heropvoedingskampen.

Rechts wordt links en omgekeerd

De vroegere politieke opdeling langs een links-rechts-as is niet langer houdbaar, stelt Fraihi. De traditionele tegenstellingen gaan niet meer over economische paradigma’s. De sociale programma’s van extreemrechtse partijen zoals het Vlaams Belang of het Franse Rassemblement National neigen naar de linkerzijde.

Dat maakt dat Marine Le Pen niet zo ver meer staat van de linkse Mélenchon. Homorechten, vroeger onbespreekbaar voor de rechterzijde, worden aan die kant nu ook aanvaard, vaak omdat ze in hun kader passen tegen intolerante islamisten. Oude, duidelijke schema’s zijn niet meer van toepassing. In de plaats van de vertrouwde kampen van links en rechts is nu een vaak verwarrende mozaïek gekomen.

Niets is dus nog zoals vroeger. Fraihi illustreert dit met bedenkelijke evoluties binnen bepaalde strekkingen van de klimaatbeweging. Die zou men in het verleden zonder aarzelen aan de linkerzijde van het politieke spectrum hebben geplaatst. Maar dan is er een Roger Hallam, een vooraanstaand leider van Extinction Rebellion, die de Holocaust relativeert in het licht van het volgens hem veel belangrijker klimaatdrama. (Voor hem was de Holocaust niet meer dan ‘wat dikke shit in de menselijke geschiedenis’.) Hiermee komt hij gevaarlijk dicht in de buurt van Jean-Marie Le Pen, die de gaskamers ook maar ‘een detail’ vond.

Net als Le Pen beweerde Hallam natuurlijk dat hij verkeerd begrepen was. Hallam zei op een ander moment nog dat klimaat belangrijker is dan de democratie. Daarmee komt hij in de buurt van een pleidooi dat vroeger het monopolie was van uiterst rechts: een verlicht despotisme. Les extrêmes se touchent

Archipelisering

De ‘archipelisering van de maatschappij’ in eilanden waarop iedereen zijn eigen groot gelijk verdedigt, leidt tot vreemde allianties, constateert Fraihi. Dat bleek tijdens de coronacrisis, waar deelnemers aan betogingen een heel erg verschillend profiel hebben. Het is niet langer mogelijk maatschappelijke bewegingen een links of rechts etiket te geven. Bezorgdheid om het klimaat bestaat ook bij uiterst rechtse bewegingen, die het gebruiken in hun verzet tegen immigratie, tegen de overlast die nieuwkomers door hun aantallen toebrengen aan het milieu.

De auteur legt de paradoxen bloot van de woke-beweging, die vanuit een terechte bezorgdheid over de positie van minderheden door overgevoeligheid en ongeduld vaak naar extremisme evolueert. Ze haalt het voorbeeld aan van het verzet van bepaalde groepen aan de ULB tegen de komst van redactieleden van Charlie Hebdo, omdat ze vonden dat hun ‘reactionair discours’ geen plaats had aan de universiteit.

Wokes, die Fraihi — met een benaming, vrij naar Rousseau — de ‘nobles blancs‘ noemt, voeren vooral een symbolenstrijd, zoals om Zwarte Piet, die volgens haar meer kwaad dan goed doet. Maar omdat ze alle minderheidsgroepen zowat heilig verklaard hebben, zijn ze niet in staat om islamitisch geweld te veroordelen. Toen het Franse meisje Mila omwille van provocerende uitspraken over de islam honderden keren met de dood bedreigd werd, was in kringen van nobles blancs toch vooral te horen dat ze dit aan zichzelf te danken had. Dat verschilde niet veel van wat ze gefluisterd hadden toen de redactie van Charlie Hebdo werd uitgemoord.

Black Lives Matter

De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema zag de Black Lives Matter-beweging als een ‘onstuitbare nieuwe volksbeweging’. Fraihi hekelt dat soort grootspraak. Ze had het ook tekenend kunnen noemen voor zelfingenomen activisten die nooit uit hun bubbel komen. Fraihi ergert zich ook aan activisten die de ‘kleurenblindheid’ waarvan Martin Luther King droomde zien als een ‘micro-agressie’ die etnische identiteit wil uitwissen. Het radicale antiracisme verdeelt op die manier meer dan het verbindt.

Fraihi heeft heimwee naar betogingen uit de jaren 90, die divers waren en niet aan identitair hokjesdenken deden. Ze durft het ook over haar eigen positie te hebben. Vroeger vonden extreemrechtse militanten haar namelijk te bruin: nu is ze te wit voor linkse activisten die haar geloofwaardigheid trachten te ondermijnen omdat ze geen ’transgenerationeel overgedragen pijn’ zou hebben die teruggaat tot kolonialisme of slavernij.

Het Rijk der Vrouw

Als Fraihi stelt dat de maatschappelijke structuren nog steeds op maat van de witte man zijn geschreven, had het interessant geweest hieraan enig historische context en nuancering te geven. Het is niet abnormaal dat structuren traag evolueren. Zij zijn nu eenmaal de weerslag van een maatschappij die vroeger veel minder divers was en inderdaad gedomineerd was door witte mannen. Erg verwonderlijk was dit niet in een samenleving die nog zeer monocultureel was.

Met enig recul kan men toch niet anders dan constateren dat er veel veranderd en verbeterd is de afgelopen decennia. De positie van de vrouw is veel verbeterd; de tijd dat vrouwen geacht werden zich tevreden te stellen met het model dat het weekblad Het Rijk der Vrouw hen aanbood, behoort tot het verleden. Homoseksualiteit is volledig aanvaard.

En de groeiende diversiteit begint ook op veel vlakken door te dringen. Te weinig en te traag natuurlijk, maar de ontevreden minderheidsgroepen lijken niet te willen beseffen dat ons democratisch platform een van de weinige plekken op deze planeet is waar met hun eisen rekening wordt gehouden. Vaak hebben ze enkel aandacht voor ongenuanceerde analyses, omdat ze menen dat toegeven dat er vooruitgang is het einde van hun strijd zou betekenen.

Eendracht maakt de toekomst

Fraihi wil onbevooroordeeld vooruitkijken en stelt terecht dat als we onze maatschappij echt willen inclusief maken, we problemen moeten aanpakken met het ‘3B-schema’: benoemen, begrijpen en bestrijden. Ver weg van het identitaire woke-denken, moeten we samen naar wat komt kijken. ‘Eendracht maakt de toekomst’, luidt haar strijdbare conclusie. Antipode is een klein boekje omwille van het beperkte aantal pagina’s (120). Maar Fraihi’s stijl is kort en duidelijk; wat compact verteld kan worden behoeft geen franje. Wie het gelezen heeft, kijkt met andere ogen naar al wat beweegt in onze samenleving.

Antipode is verkrijgbaar in onze webwinkel boeken.doorbraak.be

 

Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.

Commentaren en reacties