JavaScript is required for this website to work.

Het totalitaire algoritme met een groene kleur

Rob Lemeire9/2/2021Leestijd 6 minuten
TitelDe Groene Utopie
AuteurDrieu Godefridi
UitgeverDoorbraak
ISBN978-9-49263958-5
Onze beoordeling
Aantal bladzijden144
Prijs€ 18.50
Koop dit boek

Het groene klimaatbeleid heeft een steeds grotere voetafdruk op onze politiek, economie en dagelijks leven. Maar dat is niet onbesproken: veel burgers klagen de scherpe kantjes van het ecologisme aan. Toch blijven zowel politiek als media daar nogal doof voor. De Franstalige Brusselaar Drieu Godefridi neemt hen wel serieus, hij analyseert minutieus de groene ideologie met een precisiescalpel en komt tot een verschrikkelijk besluit: het ecologisme neigt naar een totalitaire ideologie die met het klimaatactivisme en het bijbehorende misbruik van de wetenschap ongekend krachtig werd. Als je het niet gelooft, moet je het maar met argumenten tegenspreken.

Gepubliceerd in 2019 als L’écologisme, nouveau totalitarisme? zorgde Doorbraak nu voor een Nederlandse vertaling, De Groene Utopie. Met dank aan het degelijke harde werk van Marc Vanfraechem.

Nooit meer shoa

Godefridi’s inleidende hoofdstuk valt meteen met de deur in huis: nooit meer oorlog, nooit meer Shoa! Dat is enkel mogelijk als we ons wapenen tegen alle doctrines die ons oorlog of Shoa brengen. Men mag niet indommelen en denken dat een hedendaagse ideologie ons niet zo ver zou kunnen brengen. Hij geeft redenen aan om het ecologisme hiervan te verdenken. Is het overdreven? Godefridi vroeg zich nog in zijn inleiding af of hij ongelijk heeft, waaraan hij toevoegt dat hij, sinds dit boek werd uitgegeven nog geen weerlegging is tegengekomen.

In zijn besluit wijst hij erop dat heel wat van de door hem opgenoemde stellingen over de aard van het ecologisme overigens voluit worden ‘onderschreven door een significant aantal ecologistische intellectuelen.’ Enkele van de bekende en minder bekende ecologische denkers, zoals Paul Ehrlich (van The Population Bomb), Thomas Malthus, Hans Jonas en bepaalde klimatologen. Godefridi beweert uiteraard niet dat elke ecologist meteen totalitaire tendensen heeft, maar lijkt me wel te suggereren dat het de plicht is van elke niet-radicale groene om na te denken over de vlag waar hij achter loopt, en zo totalitaire tendensen binnen eigen rangen op tijd ontdekt en bestrijdt.

Zelf kijk ik af en toe op ideologisch groene Facebook-pagina’s, daar krijg ik inderdaad vaak de indruk dat groene anti-humane ideeën meer dan getolereerd worden terwijl zelfs voorzichtig-kritische stemmen alle wind van voren krijgen. Gematigde ecologisten zouden beter omgekeerd reageren. Niet enkel groenen, iedereen toont overigens beter minder verdraagzaamheid tegenover anti-humane en totalitaire ideeën uit eigen kringen dan milde kritiek van buitenaf.

Groene paniekzaaierij

De groene ideologen zelf waarschuwen al decennialang dat de Apocalyps binnen een gruwelijk klein aantal jaren zou uitbreken, als de mens niet radicaal ingrijpt. Waarschuwen is niet voldoende, paniek is nodig, zelfs als hierbij een loopje wordt genomen met de realiteit – dat laatste is overigens het advies van sommige van die ecologisten. Ondertussen is de bevolkingsdichtheid groter dan ooit, steeds meer mensen daarvan met een moderne levensstijl, terwijl de aarde ondertussen al enkele keren zou moeten zijn geïmplodeerd. Groene pessimistische voorspellingen zijn nooit uitgekomen, omdat ze de onbegrensde creativiteit van de mens onderschatten, zo concludeert Godefridi al op pagina 43, waarop hij dan droogjes stelt: ‘Maar ideologie is nu eenmaal onoverwinnelijk.’ Meteen een reden om nog honderd pagina’s verder te schrijven.

De groene utopie is ondertussen een ideologie die ons leven steeds strakker beheerst, deze evolutie is nog lang niet toe aan haar einde. Nucleaire energie staat nu al op het schavot, hoewel ze niet eens CO2 uitstoot. Wijst dat alleen al op een blinde, ideologische haat? Ook vlees eten staat op het lijstje van ‘hoofd/doodzonden’. Vandaag wordt de auto door alle politieke niveaus beperkt, maar het kan altijd erger. Morgen zouden we er geen meer mogen hebben, als de Groene Utopie het voor het zeggen blijft hebben. ‘Hoe zou je het ‘recht’ op verplaatsing, vaak zonder speciaal doel, kunnen inroepen als de menselijke soort in gevaar is?’, zo vat Godefridi de helgroene redenering samen. Dan belandt ook elk doctorsbezoek op de CO2-balans en moet je de overbevolking tegengaan door een stevige uitbreiding van euthanasie en door veel minder kinderen. Of toch, aldus de logica van de Groene Utopie.

Het totalitaire algoritme

De claims van bepaalde ecologisten om de mensheid te reduceren tot lage aantallen zijn niet van de poes, maar ook inherent logisch aan het ecologisme: de enig echte CO2-loze persoon is een dode persoon, hoewel zelfs een ontbindend lijk CO2 uitstoot en vervuilt. Hoe is het anders mogelijk om een reductie van 95% CO2 te bekomen? Enkel met een ‘totalitaire algoritme’, zoals Godefridi het treffend benoemt. En een totalitair algoritme heeft geen grenzen: als ze werkelijk de CO2-uitstoot van de mens tot een 5 of zelfs een 0% willen doen evolueren, als dit werkelijk menens is, dan zullen ze ver moeten gaan, heel ver, want alle activiteiten van de mens, zelfs ademen, stoot CO2 uit.

Godefridi vergelijkt met het nazisme en het communisme: daar waren ook veel redelijke aanhangers die het lang niet zo ver wilden laten gaan. Daar had je echter ook al zeer vroeg de totalitaire haat in de eerste geschriften van Marx en Hitler. Maar daar had je telkens een heel ander totalitair algoritme. De ‘redelijken’ namen dat niet serieus, zelfs als ze het lazen wilden ze het liever niet weten — zoiets leidt tot ‘wir haben es nicht gewusst’. Ook het ecologisme heeft zijn ‘uitschuivers’ van ideologen (zoals niemand het belang van een Ehrlich voor de groene beweging kan onderschatten) die wijzen op de noodzaak van het zeer sterk inkrimpen van de mensheid.

Sommigen geven expliciet aan wat voor zwaar ingrijpen er nodig is en hoeveel mensen er mogen overblijven voor de ‘draagkracht’ van de aarde. Geen wonder ook dat kinderen die dit beseffen, zeer zware depressies kunnen krijgen, met Greta Thunberg als meest bekende voorbeeld. Geen totalitaire ideologie is echter ambitieuzer dan het ecologisme, aldus de auteur. De lezer krijgt nog in een voetnoot de opdracht eens te zoeken naar menselijke activiteiten die het klimaat-ecologisme niet radicaal wil aanpakken.

Ecologisme versus marxisme

Net zoals ook Marx beweerde een wetenschappelijke ideologie te ontwikkelen, is één van de krachten van het klimaat-ecologisme dat ze wetenschappelijke zekerheid claimen. Godefridi reageert hier sterk negatief op: ‘Als de ecologie een wetenschap is, heeft zij politiek gesproken niets te vertellen. Waagt ze zich toch op dat terrein, dan is ze niet langer een wetenschap.’ Wetenschap vertelt enkel hoe dingen zijn, niet hoe ze moeten zijn. Ook als het klimaat gevaarlijk opwarmt, kan de politiek daar in principe op verschillende manieren op reageren.

Bovendien is het IPCC (het VN-klimaatpanel) niet wetenschappelijk, maar politiek. De inherente structuur van het IPCC is immers politiek, niet met wetenschappers, maar politici aan het hoofd. Het IPCC neemt beleidsbesluiten. Beide elementen wijzen duidelijk op het fundamenteel politieke karakter van het IPCC. Hierbij refereert hij aan zijn nog steeds relevante boek van nu al tien jaar geleden: GIEC est mort, vive la science! Mark Eyskens (CD&V), ooit nog onze eerste minister, schreef over dit boek: ‘Deze tekst is een briljante oefening in geestelijke hygiëne’. Eyskens’ beoordeling zou zeker ook kunnen gelden voor dit boek.

Toch is ecologisme geen marxisme. Ik zie wel een dieper verband: tijdens de Koude Oorlog werd de antinucleaire vredesbeweging in West-Europa al sterk gesteund door communisten die het toenmalige Oostblok vaak expliciet steunden. Zij waren niet echt tegen nucleair, wel tegen kapitalistisch nucleair. Zij waren niet echt tegen geweld, want linkse terroristen kregen al te vaak hun steun en sympathie. Het doel daarvan was toen van de marxisten, en misschien nu nog altijd van de ecologisten, simpelweg het einde van het kapitalisme. Maar dat is niet in tegenstrijd met wat Godefridi zegt: het geeft vooral weer hoe goed de oude marxisten waren voorbereid over te stappen naar het ecologisme. De groenen, ook in ons land, hebben heel vaak een marxistisch verleden.

Christendom

Godefridi zegt ook dat het christendom in feite incompatibel is met het radicale ecologisme, aangezien deze laatste de mens als ondergeschikt aan de natuur verklaart. Ik sta daar graag wat langer bij stil, want misschien kan je de recente snelle groei van het ecologisme wel verklaren door de minstens even snelle implosie van het christendom. De christelijke traditie geeft namelijk een complexere plaats aan de natuur dan zelfs vele christenen vandaag denken.

Alvast volgens het opmerkelijke boek Dankzij de Ieren gaf Sint Patrick, de beschermheilige van Ierland, een markante plaats aan de natuur, misschien vergelijkbaar met een soort ‘natuurlijke kathedraal’, de dikke pilaren van een kathedraal die resoneren met de grote bomen van een oerbos. Zo gaf de christelijke god de natuur niet enkel aan de mens om zijn materiële behoeften te bevredigen,  maar ook om tot ontzag en eerbied te inspireren: de omvangrijke natuur als een spirituele aanwijzing van het nog omvangrijkere goddelijke, zoals ook veel monniken zich terugtrekken in diezelfde natuur. De natuur dus als een bron van spiritualiteit, maar dan zonder dat de mens zich aan deze natuur mag onderwerpen. Je zou dus kunnen stellen dat het ecologisme misschien wel wortels heeft in het christendom, maar dan enkel in een zeer misbegrepen versie daarvan.

Dystopia verhaald

Het boek bevat ook een verhaal – een ecologistisch dystopia. Enkele korte hoofdstukken maar, het doet me onwillekeurig denken aan de bekende Franse schrijver Michel Houellebecq. Godefridi schetst een wereld in de greep van het meest radicale ecologisme denkbaar, een wereld waarin de radicale ecologisten letterlijk alle macht overnemen. Een mistroostige wereld ook, met weinig kinderen en waar een ideologisch geïnspireerde wens tot euthanasie op de meest ‘ecologische’, flegmatieke en tegelijk gruwelijke manier wordt doorgevoerd. Voor zijn desolate einde haalde hij de mosterd van de beschrijvingen komende van een Belgische organisatie van openbaar nut! Een gruwelijke illustratie van De Groene Utopie, hopelijk ook onrealistisch. Godefridi beweert zelf dat de drang naar vrijheid de mens zal behoeden voor een dergelijke regressief totalitarisme, waar elke schijn van humanisme werd uitgegomd. Maar zoiets zal niet zonder slag of stoot gebeuren.

Het boek en de schrijver

Ik heb een hele verzameling boeken met een kritische inslag voor het ecologisme, van ludiek (zoals Can I Recycle My Granny?) tot bloedserieus (Eco Imperialism: Green Power Black Death), van hervormingsgezind (Ecomodernisme) tot uiterst kritisch (Green Hell), van historisch (The Environment and World History) tot factueel (The Skeptical Environmentalist).

Ondanks mijn belezenheid in het onderwerp valt dit boek warm aan te bevelen, zowel qua vorm als qua inhoud. Geen wonder dat het in oorsprong Franse werk ook al succesvol vertaald naar het Engels en het Portugees, volgend jaar naar het Duits.

Drieu Godefridi is Brusselse filosoof en publicist. Hoewel hij het vaak heeft over wetenschap, spreekt hij nooit als wetenschapper maar wel als filosoof, wetenschapsfilosoof, kritisch mens. Hoewel hij moeilijke onderwerpen aansnijdt, moeilijke woorden gebruikt, zijn de redeneringen gemakkelijk te volgen: het ecologisme bevat een ongeziene radicaliteit met een hoogst vreselijk totalitair algoritme. Het wordt tijd dat we dat ook zo inzien, want de politieke en economische invloed van het ecologisme – ook de radicale kantjes daarvan – groeit elke dag, en snel.

Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.

Commentaren en reacties