JavaScript is required for this website to work.

Het verhaal van Rusland

Jef Abbeel21/10/2022Leestijd 5 minuten
TitelHet verhaal van Rusland
SubtitelMythe en macht
AuteurOrlando Figes
UitgeverLannoo
ISBN9789046828021
Onze beoordeling
Aantal bladzijden335
Prijs€ 29.99
Koop dit boek

Rusland-specialist Orlando Figes stelt dat de Russische geschiedschrijving vol zit met hardnekkige mythes. Die worden voortdurend herschreven om te voldoen aan de wensen van het heden en van de toekomst. 

Mongoolse invloed

Het begint al met Vladimir de Grote, die zich in 988 liet dopen. Over hem bestaan geen geschreven bronnen uit zijn tijd. In 882 zou Kiev-Roes, de ‘eerste Russische staat’, gesticht zijn door Oleg, een Zweed. Maar we weten niet of Oleg echt bestaan heeft. In 1240 maakten de Mongolen een einde aan het Kievse rijk. Het werd door de Mongolen zo veranderd dat Rusland, Oekraïne, Belarus niet kunnen beweren dat ze er de voortzetting van zijn. 

In 1380 kon Moskou een Tataars leger verslaan bij Koelikovo. Die overwinning is voor Poetin het bewijs dat Rusland al in de 14de eeuw Europa heeft gered. Dat klopt niet, want in 1382 werd Moskou opnieuw verslagen en half uitgemoord door de Mongolen. Tot 1502-1550 (Ivan IV) bleef Moskovië een vazal van hen. Bij de Mongoolse erfenis horen een snelle postdienst, de autocratie en de volledige onderwerping van de bevolking aan de tsaar, die heel zijn grondgebied beschouwde als zijn persoonlijk bezit. Poetins oligarchen zijn nu ook volledig afhankelijk van hemIn Oekraïne was de Mongoolse invloed zwakker en van kortere duur: de Kievse gebieden waren meer op Polen en Litouwen gericht.

Groot-Rusland

In 1547 werd Ivan IV tot eerste tsaar en autocraat van heel Groot-Rusland gekroond. Volgens de mythe was hij de opvolger van de keizer van Byzantium en zelfs van keizer Augustus.
Toen was Moskou één van de rijkste handelssteden van Europa, het telde 100.000 inwoners, dubbel zoveel als Londen. De tsaar had zoveel macht dat de bojaren zich zijn slaaf noemden. Ook dat was een erfenis van de Mongolen. 
De Romanovs (1613-1918) stamden niet af van de Kievse vorsten, maar hun stichter Michaël I liet het stoffelijk overschot van Vladimir wel overbrengen van Kiev naar Moskou. Vladimir werd het symbool van de verenigde familie van Groot-Russen, Klein-Russen en Wit-Russen.

In de 17de eeuw verdubbelde de oppervlakte van Rusland. De verovering van Siberië verliep even wreed als de oorlog in Oekraïne: platbranden, executeren, massaverkrachtingen. In de Russische geschiedenisboeken wordt ze als vreedzaam voorgesteld: alweer een mythe. In 1654 werd een groot deel van Oekraïne Russisch grondgebied: de hoofdman van de kozakken zocht bescherming bij de tsaar.

Hervormingen

Tot 1682 / Peter de Grote was Rusland barbaars en achterlijk. Er waren geen universiteiten, geen academies, bijna geen gedrukte boeken. Peter de Grote bracht daar verandering in: het jaar ‘7209’ werd 1700, de kledij moest westers worden, het leger werd het grootste ter wereld. Daarmee kon hij de Oostzee veroveren op de Zweden. Hij hechtte veel belang aan onderwijs en wetenschap. Maar bij het gewone volk bleef er nog lang verzet bestaan tegen de verwestering. Catharina de Grote breidde het rijk uit ten koste van Polen en Potjomkin veroverde het zuiden en de Krim (1783). Catharina vond dat zo’n uitgestrekt rijk met 194 volkeren enkel bestuurd kon worden door een autocraat. Alexander I kwam in conflict met Napoleon. Hij werd ‘de bevrijder van Europa’.

In de 19de eeuw waren de slavofielen tegen de hervormingen van Peter de Grote, voor de mythe van Rusland als verdediger van de christelijke waarden en voor de ‘Russische ziel’ van naastenliefde en verbondenheid. Bij de Krimoorlog (1853-54) werd Rusland zo vernederd door Frankrijk en Engeland dat de wrok tot vandaag voortduurt, met name bij Poetin en zijn entourage.

Tsaar Alexander II schafte de lijfeigenschap af, maar in 1881 werd hij vermoord. Zijn hervormingen werden teruggedraaid door Alexander III. Er waren steeds meer revolutionairen actief in Rusland. Bij de revolutie van 1905 bleef de tsaar nog overeind, maar in februari 1917 trad hij af en tijdens de Oktoberrevolutie werd heel de tsarenfamilie uitgemoord in juli 1918. Hetzelfde lot trof een paar miljoen welgestelden en geestelijken.

Kolchozen en strafkampen

Bij de Vrede van Brest-Litovsk (maart 1918) verloor Rusland (tot 1939/1940) 34% van zijn bevolking (toen 55 miljoen), 32% van zijn landbouwgronden, 54% van zijn industrie en 89% van zijn koolmijnen. In 1920 volgde een algemene rantsoenering en werd bij de boeren al het graan afgepakt. Gevolg: hongersnood, waarbij Amerika moest komen helpen.

De mythe van de heilige tsaar werd in 1917 verruild voor de verering van Lenin en Stalin, die overal hun standbeelden kregen. Vanaf 1929 werden met geweld kolchozen opgericht. De geheime dienst deporteerde meer dan 1 miljoen koelakkenfamilies naar strafkampen voor dwangarbeid. De kolchozen verloren zo de bekwaamste boeren. De hongerterreur van 1932-1933 veroorzaakte 8,5 miljoen doden, vooral in Oekraïne. De dwangarbeiders van de Goelag legden spoorwegen en kanalen aan, ze dolven steenkool en goud en zorgden voor economische groei.

De Grote Terreur (1936-38) trof ook de top van de partij en van het leger (512 van de 767 hoge officieren). De ondertussen teruggekeerde koelakkenfamilies werden zwaar aangepakt met 376.000 executies op 670.000 arrestaties. In 1937 werden gemiddeld 1.500 mensen per dag doodgeschoten. Stalins paranoia en angst voor een vijfde colonne tijdens de komende oorlog gaven de doorslag. In 1938 decreteerde hij dat het Russisch de enige voertaal moest zijn op alle scholen. Na het pact met Hitler (aug. 1939) veroverde hij de oostelijke helft van Polen en de Baltische landen. Hij deporteerde 400.000 Polen en 140.000 Balten naar Siberië. Tot 21 juni 1941 collaboreerde hij met Hitler door de helft van de export naar Duitsland te laten gaan: brandstoffen, delfstoffen, levensmiddelen, katoen.

Glasnost

De Duitse inval werd een ramp: 12 miljoen soldaten kwamen om, plus nog meer burgers, samen 25 à 28 miljoen. De opofferingsbereidheid zorgde voor de overwinning.
Na de verovering van Oost-Europa zorgde Stalin voor een nieuwe mythe: Rusland als ‘bevrijder van de mensheid’. 
Chroesjtsjov hekelde in zijn ‘Geheime toespraak’ de Stalincultus. Solzjenitsyn waagde het in 1962 als eerste over de goelag te schrijven. Brezjnev promootte het Russisch nationalisme als tegengif voor de westerse ideeën. Solzjenitsyn werd verbannen wegens zijn ‘Goelag Archipel’ (1973). De levensverwachting van de mannen daalde van 66 in 1964 naar 62 in 1980.

Gorbatsjov maakte met zijn glasnost tijdelijk een einde aan vele mythes over het Sovjetverleden. In augustus 1991 volgde een staatsgreep tegen hem. Jeltsin kwam als winnaar uit de strijd. In december 1991 ontbonden Jeltsin, Kravtsjoek en Sjoesjkevitsj de SU, iets wat Gorbatsjov en de meerderheid van de Russen niet wensten. Maar de oude elites bleven aan de macht en werden dank zij de privatiseringen miljonair of miljardair. Gewone mensen verkochten hun vouchers (aandelen) voor een prikje aan slimme zakenlui. Zij kregen in 1995 ook de grote staatsbedrijven in handen, in ruil voor leningen aan Jeltsin. De coupplegers kregen al in 1994 amnestie en hoge posten in banken of bedrijven!

Poetin en de NAVO

In 2000 kwam Poetin aan de macht. Hij promootte de traditionele waarden: patriottisme, collectivisme en een sterke staat. Zijn doel was en is: herstel van Rusland als grote mogendheid. Hij eiste de tv-zenders van Goesinski en Berezovski op. Ook andere oligarchen zoals Chodorkovski moesten hun bedrijf afstaan. Rusland werd een ‘soevereine democratie’: het is vrij om zijn politiek systeem een ‘democratie’ te noemen en het buitenland moet zich daar niet in mengen. Leraren moesten vanaf 2007 opnieuw het ‘grootse’ Sovjetverleden herstellen. Stalin werd in ere hersteld, voor schuldgevoelens was er geen plaats. De collaboratie met Hitler (augustus 1939-juni 1941) mocht niet meer besproken worden. Memorial werd onder druk gezet en in 2021 helemaal verboden. Historicus Joeri Dmitrijev kreeg 15 jaar cel : hij had een massagraf ontdekt met 9.000 doden uit 1937.

Het Westen hield Rusland klein, het steunde in 1999 Kosovo tegen het Slavische Servië en Rusland gebruikte die NAVO-interventie om zijn oorlogen in Georgië (2008), de Krim (2014) en Oekraïne te rechtvaardigen. De expansie van de NAVO in oostelijke richting (1999 e.v.) was tegen de afspraken van 1990 in en zorgde voor de wrok van Poetin. Die steunde de opstand in de Donbas en hij gebruikte de Bandera-cultus om Oekraïne een nazistaat te noemen. Hij dacht dat hij Oekraïne vlot kon veroveren en dat de Oekraïners hem met open armen zouden ontvangen. Het streven naar NAVO-lidmaatschap staat sinds 2019 in de grondwet van Oekraïne en is de enige garantie voor het voortbestaan van het land. Voor de oorlog was 55% voor het lidmaatschap, einde maart al 72% (p. 305).

Beoordeling

Figes heeft weer een briljant boek geschreven. Hij is heel kritisch tegenover alle mythes en zeker tegenover de verhalen van Poetin.

Enkele opmerkingen: Figes beweert dat er in de Donbas al 20.000 doden zijn gevallen tussen 2014 en 2022. De meeste bronnen spreken van 14.000. Hij zegt dat Rusland geen natuurlijke grenzen heeft, ook geen zeeën: dan vergeet hij een paar duizend kilometers van de Noordelijke IJszee, de Beringzee, de Zee van Ochotsk, de Japanse en de Zwarte Zee. In de titel staat: het verhaal van Rusland. Maar het zijn meerdere verhalen en meerdere mythes. De kaarten zijn goed, maar belangrijke steden ontbreken erop. Er zijn geen onderlinge verwijzingen tussen de tekst en de foto’s : de lezer moet zelf zoeken bij welke tekst de foto’s horen. Het register is onmisbaar, maar er ontbreken vele namen en begrippen: ik heb er zelf 41 aan toegevoegd.

Jef Abbeel is classicus en historicus en voordrachtgever en recensent over China, Rusland-Oekraïne en Midden-Oosten.

Commentaren en reacties