JavaScript is required for this website to work.

Hoofd Franse geheime dienst schrijft een boek over terrorisme

Lieven Van Mele27/8/2022Leestijd 6 minuten
TitelSept pas vers l'enfer
SubtitelSéparatisme islamiste: les désarrois d'un officier de renseignement
AuteurAlain Chouet
UitgeverFlammarion
ISBN9782080249388
Onze beoordeling
Aantal bladzijden325
Prijs€ 21

Alain Chouet (1946-) is het gewezen hoofd van de Service de renseignement de sécurité van de Direction Générale de la Sécurité Extérieure (DGSE, de Franse geheime dienst), waar hij werkte van 1972 tot 2007. Hij is gespecialiseerd in de problemen van veiligheid en terrorisme in de Arabische en islamitische wereld, en beheerst zelf ook het Arabisch. Hij heeft onder andere in Libanon geleefd en gewerkt. Chouet schreef een boek.

Gefrustreerd

Het minste wat men kan zeggen na lectuur van het boek, is dat Alain Chouet gefrustreerd is. Gefrustreerd door de afgelopen vier decennia, waarin volgens hem problemen rond integratie en radicale islam niet mochten worden benoemd. Een politiek van in het zand kijken die er toe geleid heeft dat Frankrijk nu geconfronteerd wordt met separatisme.

En met separatisme bedoelt men in Frankrijk natuurlijk niet afscheidingsbewegingen van pakweg Basken of Corsicanen, maar het feit dat er heel wat buurten zijn in Frankrijk waar radicale moslims (salafisten, moslimbroeders, …) de plak zwaaien en waarover de Franse republiek alle controle lijkt te hebben verloren. ‘Ce sont environ 6% de la population de France qui vivent hors la loi de la République‘, meent de auteur te weten (blz. 141).

Sept pas vers l’enfer is natuurlijk een woordspeling op het boek Seven Pillars of Wisdom van de legendarische (of moeten we zeggen, tragische?) Britse fantast Lawrence of Arabia (1888-1935).

Islamitische radicalisering

De islamitische radicalisering van bepaalde Fransen is niet het gevolg van één of andere vorm van discriminatie, stelt Chouet, maar van de financiering van radicale moskeeën, ngo’s en koranscholen door landen zoals Qatar, Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Turkije. Qatar en Turkije steunen de moslimbroeders, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten salafisten. ‘Bien que connu des services de renseignement, ce volet pervers du soft power qatari est largement ignoré des politiques occidentaux‘ (blz. 90).

De Turkse soft power bijvoorbeeld gebeurt via de organisatie Milli Görüs, die ook in België aanwezig is. De bedoeling van de genoemde staten is om te vermijden dat moslims zich in Europa zouden integreren (lees: onze normen en waarden overnemen), hun islamitische identiteit te versterken en tot een breuk te komen tussen moslims en de ‘ongelovigen’.

Daarvoor kunnen deze krachten rekenen op de welwillende medewerking van een bepaalde linkerzijde, waarbij (ex-) Trotskisten op de eerste rij zitten. Nu het traditionele proletariaat zo goed als verdwenen is, zijn de moslims nu de nieuwe ‘Damnés de la terre‘ (een verwijzing naar Frantz Fanon). Milli Görüs kunnen we vrij gemakkelijk aanpakken, weet Chouet, omdat het een goed gestructureerde beweging is. Bij de moslimbroeders en de Tabligh (Aziatische reactionaire moslimorganisaties) ligt dat toch wel even anders.

Kritiek

Maar Alain Chouet is ook kritisch ten opzichte van de buitenlandse politiek van Frankrijk, Europa en de Verenigde Staten in de islamitische wereld en de manier waarop de media over buitenlandse conflicten verslag uitbrengen. De jarenlange bezetting van Irak en Afghanistan door de Verenigde Staten was een pijnlijke vergissing, die het islamitisch terrorisme en de radicaalislamitische ideologie niet heeft verzwakt, maar juist versterkt.

De zogenaamde ‘war on terror‘ is een miskleun van jewelste geweest. Radicale moslims wilden precies dat de Amerikanen zouden binnenvallen in landen zoals Irak, Afghanistan, Somalië en Libië, want doordat er bij Amerikaanse militaire operaties steeds vele onschuldige slachtoffers vallen, slaagt men er zo in een deel van de lokale bevolking in de armen van de radicale moslims te duwen.

Militaire operaties

Ook de militaire operaties en aanwezigheid van Frankrijk in Mali, dat het onlangs heeft verlaten met de staart tussen de benen, behoort volgens Chouet tot een lange lijst van pijnlijke vergissingen. Het Westen kiest vaak de verkeerde partners, vindt Chouet.

Tijdens de Libanese burgeroorlog ging de volledige sympathie naar de zogenaamde islamoprogressisten en werden de Libanese christenen verketterd. Tijdens de burgeroorlog in ex-Joegoslavië konden de Bosnische moslims op onze sympathie rekenen en werden de katholieke Kroaten, en nog meer de orthodox-christelijke Serviërs, gedemoniseerd.

Ook inzake Afghanistan heeft het Westen inschattingsfouten gemaakt. De fameuze commandant Massoud werd jarenlang door Westerse politici en journalisten afgeschilderd als een democratische vrijheidsstrijder, maar in werkelijkheid was hij een reactionaire moslim die niet veel ‘verlichter’ was dan de Taliban.

Arabische Lente

Alain Chouet is kritisch ten opzichte van de Arabische Lente, die in 2011 is begonnen. Dat waren dus geen volksopstanden voor democratie, want in de Arabische landen waar vrije verkiezingen werden georganiseerd na de val van hun dictators kwamen in de eerste plaats reactionaire moslims aan de macht.

Tunesië, dat een decennium lang werd voorgesteld als een land op weg naar democratie, is opnieuw een dictatuur geworden. Ook de houding van Europa ten opzichte van de Turkse president en zijn partij AKP werkt op de lachspieren van Chouet. Want jarenlang werd het Turkije van Erdogan door Europese journalisten en politici voorgesteld als een te volgen voorbeeld voor islamitische opposanten in het verzet tegen autoritaire regimes.

België en Molenbeek

Alain Chouet is zowaar ook vertrouwd met België en Molenbeek, waar hij jarenlang uiteenzettingen hield voor de Cercle de la morale laïque de Molenbeek (Chouet is van vrijzinnige obediëntie).

Maar dat verliep niet steeds vlot: ‘J’avais à peine commencé que M. Philippe Moureaux, maire socialiste de la commune et grand ponte du PS belge, s’est invité au premier rang flanqué de deux impressionnants gardes du corps en djellaba, barbe jusqu’au milieu de la poitrine et calotte blanche sur la tête. S’adressant au public, il a affirmé que je n’étais pas qualifié pour parler du monde arabe, attendu que j’étais ressortissant d’un pays qui avait torturé des musulmans en Algérie‘ (blz. 226).

(Ik was nog maar net begonnen of Philippe Moureaux, de socialistische burgemeester van Molenbeek en bekend figuur binnen de Belgische PS, is naar de eerste rij gekomen, geflankeerd door twee indrukwekkende bodyguards in djellaba, met een baard tot aan de borst en witte kalot op het hoofd. Zich richtend tot het publiek stelde hij dat ik niet de geschikte persoon was om over de Arabische wereld te praten, omdat ik inwoner ben van een land dat moslims heeft gemarteld in Algerije.)

Luchthaven van Zaventem

In 2015 wees Chouet op de kwetsbaarheid van de luchthaven van Zaventem, omdat die om een aantal redenen een gemakkelijk doelwit zou kunnen zijn voor terroristische aanslagen. Voor deze verwittiging werd Alain Chouet zwaar bekritiseerd door de toenmalige Belgische Eerste Minister Charles Michel (MR).

Een jaar later was het zo ver en was de luchthaven van Zaventem inderdaad het slachtoffer van een terroristische aanslag. België heeft dus door relevante info van de Franse veiligheidsdienst naast zich neer te leggen, een kanjer van een fout gemaakt.

Westerse bijziendheid

Qua westerse bijziendheid verwijst de auteur ook naar de aanslag op een synagoge in de rue Copernic in Parijs op 3 oktober 1980, een aanslag die toen heel veel aandacht kreeg. Zowel media als politici wezen onmiddellijk met een beschuldigende vinger naar extreemrechts, want het antisemitisme is toch traditioneel een affaire van de extreme rechterzijde?

Er werd druk uitgeoefend op de Franse veiligheidsdiensten om toch maar een link te kunnen vinden met extreemrechts (blz. 252-253). Uiteindelijk werd de aanslag op de synagoge uitgevoerd door vijf Palestijnen afkomstig uit Beiroet. De auteur heeft ook een uitgesproken mening over het fenomeen van de ‘loups solitaires’, de eenzame wolven, daders van terroristische activiteiten. Als u wil weten welke interessante zaken hij daarover te vertellen heeft, moet u het boek maar lezen.

Al jaren problemen

Men kan niet beweren dat we afgelopen jaren niet wisten dat er problemen waren inzake islamitische radicalisering, gaat Alain Chouet verder. Want in 2004, ondertussen 18 jaar geleden, hadden de Stasicommissie en het rapport-Obin alles al eens mooi op een rijtje gezet.

Toch werden er geen beleidsconclusies getrokken uit de vaststellingen, omdat politicus Jacques Chirac opdracht had gegeven om de analyses in de prullenmand te gooien. Maar hoe moeten we nu de komende jaren strijden tegen die radicale islam, ook al hebben we blijkbaar een paar decennia verloren door een struisvogelpolitiek?

Voorstellen

Daarvoor heeft Chouet een aantal voorstellen, waarvan sommige misschien kunnen verbazen. Vooreerst moeten we de landen die het salafisme en de moslimbroeders in Frankrijk en elders ondersteunen sanctioneren. Dat die landen als reactie daarop de gas- en olietoevoer zouden kunnen verminderen moeten we er maar bijnemen, stelt de auteur. En, de bestaande Franse wetgeving tegen het separatisme moet gewoon uitgevoerd worden. Hij hoopt ook op een electorale nederlaag van het Turkse AKP bij de eerstvolgende verkiezingen, want die zou de greep van Turkije op Turken in Europa verminderen.

La déradicalisation ou la prévention de la radicalisation ne passent pas par une argumentation théologique ni par l’apprentissage obligé d’une langue quelconque; elles passent par l’intelligence, la culture, l’acquisition de l’esprit critique, de la démarche scientifique et par le respect de l’autre‘ (blz. 306). Klinkt mooi, maar hoe dat in de praktijk vertalen weet Alain Chouet ook niet. Dé sleutel ligt bij het onderwijs (blz. 309), gaat hij verder.

Maar hoe dat onderwijs dan veranderd kan worden (de auteur wijst toch zelf vele pagina’s lang op de huidige problemen in de Franse onderwijsinstellingen?) blijft heel mistig. Alain Chouet legt de vinger op vele wonden en schudt Franse politici en journalisten wakker, maar een volledig plan tegen de radicaalislamitische indoctrinatie heeft hij nu ook weer niet. Er is dus nog werk aan de winkel.

Lieven Van Mele is Midden Oosten-reiziger en volgt sedert de jaren '90 de actualiteit in de Arabische wereld en het fenomeen van de islamisering in de islamitische wereld en het Westen. Eerder verschenen al bijdragen van hem in diverse media

Commentaren en reacties