JavaScript is required for this website to work.

Islamofobe zombies

Miel Swillens17/10/2015Leestijd 4 minuten
TitelIslamofobe zombies
AuteurEmmanuel Todd
UitgeverDe Bezige Bij Amsterdam
ISBN9789023496557
Onze beoordeling
Aantal bladzijden197
Prijs€ 17.9

Emmanuel Todd zou je een ‘publieke intellectueel’ kunnen noemen, een mensensoort die er vooral in Frankrijk in slaagt met gedurfde politieke stellingnames het politieke debat te beroeren en zelfs het beleid te beïnvloeden. Denk maar aan Bernard-Henri Lévy die Nicolas Sarkozy ertoe zou hebben overhaald tussenbeide te komen in Libië. Of de desastreuze gevolgen van die interventie de status van de publieke intellectueel in Frankrijk heeft aangetast moet nog blijken. Maar dat lijkt weinig waarschijnlijk, want de chattering classes zijn nu eenmaal verslaafd aan de ideologische hoogstandjes en revolutionaire ideeën van hun troeteldenkers. Dat was al zo toen Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir in Les Deux Magots bij een café crème hun provocerende denkbeelden ontwikkelden. 

Aan provocerende ideeën geen gebrek in het nieuwe essay van Emmanuel Todd, Wie is Charlie? Xenofobie en de nieuwe middenklasse, geschreven als reactie op de grote manifestaties in Frankrijk na de aanslagen op het satirische blad Charlie Hebdo en de Joodse supermarkt. Wie is Charlie? is voor de helft pamflet, voor de helft ‘wetenschappelijke’ studie. Todd is namelijk demograaf, antropoloog en historicus en dat zal de lezer geweten hebben. De thesis die hij verdedigt, komt kort samengevat hierop neer: de grote mobilisatie van januari had niks te maken met de verdediging van de republikeinse waarden, noch met protest tegen terreur en geweld – neen, het was een massale uiting van ‘islamofobie’. Godslastering werd tot plicht verheven en er werd gespuwd op ‘de godsdienst der verdrukten’. Islamofobie is trouwens kenmerkend voor een nieuw politiek blok gevormd door de middenklasse, de ouderen en wat Todd ‘zombie-katholieken’ noemt. Zombie-katholieken zijn ex-katholieken uit regio’s waar het katholicisme ooit heel sterk stond en in wier psyche dat katholicisme nog altijd aan de touwtjes trekt. Archetypisch voorbeeld daarvan is – volgens Todd – François Hollande, zoon van een uiterst-rechtse katholieke arts en een links-katholieke maatschappelijke werkster. De lezer begrijpt nu waarom ik het woord wetenschappelijk tussen aanhalingstekens plaatste: dit is geen wetenschap, dit is mumbo jumbo. En het wordt nog erger. Want hoe werd die middenklasse islamofoob? Wel lezer, dat is allemaal de schuld van de euro! 

Nu heb ik zelf ook mijn twijfels over de euro, maar Todd maakt het wel erg bont. ‘Na de teloorgang van haar godsgeloof,’ zo schrijft Todd, ‘heeft de katholieke cultuur de euro uitgevonden.’ De euro is de oorzaak van de hoge jeugdwerkloosheid en van de wankele positie van de middenklasse. De onzekerheid en het maatschappelijke onbehagen die daaruit voortvloeien worden vertaald in het zoeken naar een zondebok, in casu de moslim, en vandaar dus die islamofobie. Dat hoeft ook niet te verwonderen want die zombie-katholieke middenklasse is erfelijk belast. Zij is de erfgename van het collaborerende regime van Vichy. Aan de hand van een reeks kaarten tracht Todd aan te tonen dat de manifestanten het talrijkst opkwamen in die steden en regio’s waar het Vichy-regime indertijd het sterkst vertegenwoordigd was. Die gesofistikeerde vorm van reductio ad Hitlerum werd door ernstiger demografen al fel bekritiseerd. 

Wat hadden al die manifesterende Fransen dan volgens Todd wel moeten doen? In plaats van weg te vluchten in een ‘hysterische laïcité’ hadden ze de strijd moeten aangaan met de euro, met de vrijhandel, met europeanisering en globalisering. Ze hadden het begrip égalité voorop moeten stellen, want Frankrijk heeft zijn gelijkheidsideaal laten schieten. Volgens Todd is dat gelijkheidsideaal nog wel aanwezig in de islam, een egalitaire godsdienst, en – verschiet niet lezer – in het Rusland van Poetin. Dat laatste moet blijken uit Todds antropologische studie van de Russische familiestructuren, nog zo een dada van Todd. Wellicht gaat het dan ginds om ‘zombie-communisten’. Dat de islam een egalitaire godsdienst is werd al eerder opgemerkt, maar het gaat dan niet over gelijkheid in vrijheid, maar gelijkheid in onderwerping aan Allah. En het was toch niet daarvoor dat de Franse Revolutie werd ontketend. Wat de ongelijkheid van man en vrouw in de islam betreft, die zal volgens Todd mettertijd wel vanzelf verdampen. Ondertussen moet er met de moslim als bondgenoot geijverd worden voor een egalitaire Franse samenleving. Uiteindelijk moet Parijs het nieuwe Jeruzalem worden, ‘een wereldwonder waar vertegenwoordigers van alle volkeren ter wereld zijn samengesmolten en waar de mensheid bevrijd is van ieder raciaal gevoel.’ Wat doe je, lezer, met dergelijke utopische humbug? Een nieuw Jeruzalem? Historicus Todd moet toch weten dat zoiets in de geschiedenis altijd al op een catastrofe is uitgedraaid.

In de Franse pers had een criticus het over de megalomanie van Todds theorie. Maar het is juist dat megalomane getheoretiseer – op zijn Lenins – dat indruk maakt op de linkse intelligentsia. En natuurlijk het feit dat Todd de vooroordelen van die elite ten opzichte van het eigen volk bevestigt en versterkt. Vandaar zijn verwijt van islamofobie. Dat holle en manipulatieve begrip duikt tegenwoordig voortdurend op. Politici en opiniemakers strooien het kwistig in het rond met de bedoeling kritiek op de islam af te blokken. Wat is er trouwens mis met islamofobie? Islamofobie is geen misdrijf, al wordt stiekem het tegenovergestelde gesuggereerd. In een vrije maatschappij heeft iedereen het recht islamofoob te zijn. Of christianofoob. De linkse intelligentsia is van oudsher christianofoob. Maar werd zij daarvoor ooit ter verantwoording geroepen, laat staan voor de rechter gesleept? Velen gingen en gaan trouwens prat op hun misprijzen voor God en gebod en zetten dat graag dik in de verf. En dat is hun goed recht. Nee, op het verwijt van islamofobie past alleen maar het antwoord dat François Mitterrand gaf toen een journalist hem confronteerde met het bestaan van zijn buitenechtelijke dochter Mazarine: et alors?

De vertaling in het Nederlands van voor het maatschappelijk debat relevante teksten, moet worden toegejuicht. En dat geldt uiteraard ook voor Wie is Charlie? van Emmanuel Todd. Maar het debat zou er wel bij varen indien ook politiek-incorrecte auteurs aan bod kwamen, wat nu niet of nauwelijks het geval is. Vooral in Frankrijk is bij althans een deel van de intelligentsia het besef doorgedrongen dat de politiek-correcte cultuur een maatschappij blind maakt voor de realiteit – zoals nu in Duitsland duidelijk merkbaar is. Ik denk daarbij aan auteurs zoals Hervé Algalarrondo, Alain Finkielkraut, Eric Zemmour, Michel Onfray, Renaud Camus en Malika Sorel. Waarom het debat niet verruimen met hun in het Nederlands vertaalde stemmen? Want zoals een Frans gezegde luidt: du choc des idées jaillit la lumière.

Miel Swillens is een Vlaamse columnist en oud-medewerker van het weekblad Tertio. Hij studeerde Germaanse filologie aan de RUG en is een oud-leraar van het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas en ook van de Vrije Handelsschool Sint Joris in Gent. Hij schreef in het verleden teksten voor Miek en Roel, zoals Het Verdronken Land Van Saeftinge (1970) en Het Land Van Nod (1970). Miel overleed in augustus 2017.

Meer van Miel Swillens

De auteur van dit essay Jan-Werner Müller is hoogleraar politiek aan Princeton University, maar werkt momenteel als onderzoeker rond het thema populisme aan de universiteit van Wenen. Wat is populisme? is gebaseerd op lezingen die Müller gaf aan het Weense Institut für die Wissenschaften vom Menschen en draagt daar ook de sporen van. Een vlot leesbare tekst kan je het niet echt noemen. Daarvoor is de toon en de aanpak te academisch. Of wat dacht je van volgende zin?

Commentaren en reacties