JavaScript is required for this website to work.

Jong talent begint aan zijn Odyssee

Lode Goukens10/2/2021Leestijd 3 minuten
TitelInbreker 1. De Sleutel
AuteurFrederik Hautain (scenario), Mattias Ysebaert (tekeningen)
UitgeverOogachtend
ISBN9789492672407
Onze beoordeling
Aantal bladzijden46
Prijs€ 12.50
Koop dit boek

Met Inbreker 1. De sleutel brachten Frederik Hautain en Mattias Ysebaert een bijzonder stripverhaal uit. Nog voor de publicatie in 2020 kreeg Mattias Ysebaert voor zijn werk aan Inbreker de Nederlandse prijs De Bronzen Kroontjespen 2019. De tekeningen van Ysebaert zijn van een constant uitzonderlijk hoog niveau. Het scenario is in zijn genre ook zeer goed. Inbreker is immers een driedelige fantasy-cyclus. De sleutel is het eerste deel.

Frederik Hautain (1983) is een jonge scenarist uit Aarschot. Mattias Ysebaert (1995) uit Vilvoorde studeerde graphic storytelling aan Sint-Lukas te Brussel. De sleutel is pas zijn tweede album.

Stichting Marc Sleen

Vooraleer dieper in te gaan op het album dient gezegd dat het weer een mooi resultaat is van een project dat steun kreeg van de Stichting Marc Sleen en de Knalgele Kubus in het Marc Sleen Museum in de Brusselse Zandstraat. Hoewel het museum op termijn zal sluiten mag hun strategie om jong talent een werkplaats en middelen te geven om een strip uit te werken niet luidruchtig genoeg worden geprezen. De Leuvense uitgeverij Oogachtend gaf in 2020 drie dergelijke projecten uit. Tram 5 door Karolina Szejda en de kever en de koning door Thibau Vandevoorde kwamen reeds aan bod in de striptelex op deze website.

Wat maakt nu dit specifieke stripverhaal dat ogenschijnlijk helemaal in zwart-wit en grijswaarden lijkt getekend – op het frontispice na – zo bijzonder? Ten eerste de kwaliteit van de tekeningen. Ten tweede vooral de dynamiek en de geslaagde afbeelding van emoties. Het is verschrikkelijk moeilijk om emoties in stripverhalen niet grotesk te laten worden. Tel daarbij dat in een universum van cyclopen, minotaurussen, acolietjes (een soort vreselijke gremlins zonder pels) en heksen overtuigende emoties tekenen al evenmin vanzelfsprekend is. Ysebaert beheerst dit voor zo’n jonge auteur reeds verbluffend goed.

Die ogenschijnlijk zwart-wit druk is trouwens louter schijn. Hier en daar ziet de lezer heel subtiel en nauwelijks merkbaar huidskleur bij de menselijke personages. Veel zijn dat er niet. Behalve Olav Mensson is er een jongetje met een antiek boek dat vliegt op de rug van een sneeuwarend en het dappere meisje Lana met haar eenhoorn Celeste.

De heks Luna vertoont in tegenstelling tot haar bloeddorstige acolietjes ook sporen van huidskleur. De tovenaar die de sleutel gaf aan Olav Mensson is dan weer zelden en dan nog nauwelijks voorzien van huidskleur. De betekenis van die kleuren zal allicht gedurende de volgende albums duidelijk worden, maar het is in elk geval een interessante vondst.

Edelfantasy

Wie niet van fantasy houdt zal allicht de neus ophalen bij dit album, maar ergens hoeft dat niet. De sfeer en de kwaliteit van de sleutel doet een beetje denken aan het vroege werk van François Bourgeon. Met name de Gezellen van de Schemering. Daar hield Bourgeon zich nog sterk aan een middeleeuwse context omdat fantasy absoluut not done was in kwaliteitsstrips uit die tijd. In Inbreker spelen de auteurs met klassieke mythologie, een snuifje Tolkien en andere tot het collectieve geheugen behorende fantastische elementen. Van de nogal vulgaire commerciële fantasy of science fiction staat het werk van Hautain en Ysebaert veraf.

Een leuke bijkomstigheid is dat de auteurs slechts mondjesmaat informatie vrijgeven tijdens het verhaal dat zich voor de ogen van de lezer ontspint. Wat dat betreft volgen ze de fameuze ijsbergtheorie van Ernest Hemingway. En hier en daar duikt zelfs de McGuffin van Alfred Hithcock op in de vorm van een sleutel. Die mysterieuze aanpak werkt zeer goed en dat is de verdienste van zowel tekenaar als scenarist.

Een andere sterkte is de omineuze sfeer en de prachtige gevechtsscènes. De zielloze acolietjes zijn echt gruwelijke of griezelige wezentjes. Wat de heks Luna bedoelt als ze Olav Mensson een ‘smerige inbreker’ noemt en waarom ze zijn sleutel wil afpakken zodat ie nooit meer weg kan maakt het allemaal nog spannender. Dat de heks reeds een aantal sleutels aan haar staf heeft hangen als trofee doet het ergste vermoeden. De magnifieke inkting van de tekeningen geeft trouwens ook iets extra duisters aan het geheel.

Debuutprijs

De prijs die Mattias Ysebaert voor dit album ontving De Bronzen Kroontjespen is een prijs die sedert 2018 aan een debuterend jong talent wordt toegekend. De eerste prijs werd in 2018 door niemand minder dan Peter van Dongen gegeven aan Jan-Willem Spakman. De prijs is niet genoemd naar de schrijfpen voor ambtenaren uit de negentiende eeuw, maar naar de mecenas van de prijs: Ronald Kroon.

Stripschap-medewerker Kroon beloofde de Bronzen Kroontjespen tien jaar lang te sponsoren. De winnaar krijgt naast een cheque van 1000 euro ook een beeldje van illustrator Stef de Reuver (die ook al de Stripschapspenningen ontwierp).

Wie graag een jong en reeds bekroond talent ontdekt met het potentieel van een Rosinski (bekend van de stripreeks Thorgal) of een Bourgeon mag dit album geenszins missen. De andere lezers ook niet.

Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur. Momenteel is hij bezig aan een master geschiedenis en een doctoraat.

Commentaren en reacties