JavaScript is required for this website to work.

Rik Torfs vindt de kerk fantastisch

Pieter Bauwens10/10/2020Leestijd 3 minuten
TitelDe kerk is fantastisch
AuteurRik Torfs
UitgeverVBK Media
ISBN9789043534772
Onze beoordeling
Aantal bladzijden128
Prijs€ 16.99

De titel van dit boek doet even opkijken. De kerk is fantastisch. Dan zie je de auteur, Rik Torfs. Zou die dat menen? Is het een grap, een onliner, iets om de aandacht te trekken? Dat laatste is het zeker, maar de inhoud is géén grap. Torfs weet zijn kritiek op de rooms-katholieke kerk van vandaag mooi in te kleden. Met oneliners en fijne verwoordingen als lepel suiker hebt u, voor u het weet, wat hedendaagse ecclesiologie mee binnen.

Coronaboek over de kerk

Rik Torfs heeft zijn coronatijd nuttig gebruikt. Hij heeft een boek geschreven over de kerk. Volgens Torfs kan de kerk u op weg zetten naar een gelukkiger en beter leven. Fantastisch. Maar dat lukt niet altijd, want de kerk is niet zo heilig. Ze is opgebouwd door en uit mensen en die maken fouten. Torfs zou zichzelf niet zijn als hij met zijn scherpe geest die fouten niet rustig en heel analytisch naast elkaar zet. De oud-rector is een scherpe observator. Daarnaast slaagt hij erin die observaties op een spitse manier uiteen te zettenEnige ironie is de professor ook niet vreemd natuurlijk.

Het is dus geen boek waarin ‘de kerk’ bewierookt wordt. Zeker niet. Torfs staat uitgebreid stil bij wat er vandaag zoal fout loopt. Hij spaart de heilige huisjes niet. Zo wijst hij fijntjes op de nieuwe generatie pastoors. Die hebben de hoge morele standaard voor seksuele moraal ingeruild tegen een strengen sociaaleconomische moraal. Al dan niet aangemoedigd door hun vriendin. Rijkdom is verdacht, zeker als die groter is dan die van hen. De auteur wijst daarbij naar de gematigdheid die Jezus aan de dag legt tegenover tollenaar Zacheüs bijvoorbeeld.

Eerst God, dan de moraal

Een van de kwalen van de kerk van deze tijd is dat er te veel klemtoon op moraal ligt. ‘Het moralisme is een hardnekkige kwaal’ schrijft Torfs. De bedoeling moet zijn om die moraal voor jezelf toe te passen. Niet om ze met een opgeheven vingertje te gebruiken om anderen te oordelen. Volgens Torfs was de encycliek Humanae Vitae, van Paulus VI, over de seksuele moraal, een keerpunt. Sindsdien is de kerk niet langer de referentie in seksuele moraal.

Zo wijst Torfs erop dat het christendom geen afgelijnde ideologie is. Dat is ook goed. Niet alles kan, maar veel kan. Dat zorgt ook voor diversiteit in de kerk. Een realisatie van na Johannes Paulus II. Christenen worden geacht hun geweten te vormen en dan hun geweten te volgen. De essentie zit niet in het blind volgen van regeltjes. Het draait in de eerste plaats om de relatie met God. De moraal, volgt daaruit, bepleit Torfs.

In de kerk kan de mens mens zijn

De meerwaarde van de kerk in onze samenleving is de kerk als hospitaal. Als plaats waar de gekwetste mens welkom is als gekwetste mens, als wie hij is. Via een langer stuk over kerkasiel en de geschiedenis ervan werkt Torfs dat verder uit. De kerk, ook als gebouw en als leverancier van rituelen, moet een plaats zijn waar je als mens welkom bent. Waar je gewoon enkel mens kan zijn. Je labels kan afleggen. Zo wordt de zondagsmis een oase van vrijheid en verrassing. ‘Het toppunt van inhoudelijke nutteloosheid en sociale levensinvulling’. Je hoeft er niets, je kan je laten raken door waar je bent, wat je doet of  waar je op dat moment mee zit.

Zo breekt de auteur ook een lans voor de biecht. Hij geeft ruiterlijk toe dat hij er zelf niet zo van houdt. Hij doet het blijkbaar ook niet, biechten, maar ziet er wel het nut van in. Want je kan met je fouten, je tekortkomingen en spijt ergens terecht. Je kan je gebrokenheid kwijt. Dat past goed bij de mildere moraal die de kerk zou moeten volgen. Meer evangelisch en minder kerkelijk moet die worden.

Verwacht niet te veel

Torfs geeft ook goede raad voor de omgang met de bisschoppen. ‘Het is beter van er zo weinig mogelijk van te verwachten.’ Bisschoppen zijn in zijn ogen te defensief ingesteld en weinig moedig. Hij geeft daar ook sprekende voorbeelden van. Maar hij blijft mild en oordeelt niet. Zelfs voor de ongelovig geworden kardinaal blijft Torfs mild. Ook die heeft zijn plaats in de kerk. Zoals alle ongelovigen welkom moeten zijn in de kerk. De kerk moet openstaan voor twijfel, ongeloof en atheïsme.

Torfs zet de kerk ook af tegen deze tijd. Hij ziet vandaag meerdere ‘kerken’ die allemaal met hun dogma’s schermen. Dogma’s zijn van alle tijden en van alle instituten. Zo heeft de samenleving vandaag een blind vertrouwen in de wetenschap. ‘Ze kent aan de wetenschap een grotere graad van zekerheid toe dan ze verdient.’

Torfs neemt risico’s

Op het einde neemt Torfs een risico. Hij schrijft heel expliciet over de verrijzenis en het eeuwig leven. Gezien de klemtoon op de wetenschap in onze samenleving is dat nogal ongewoon dezer dagen. Zelfs onder christenen en door de kerk wordt het onderwerp wat doodgezwegen. Maar het is de essentie van het christendom. Wie gelooft in het hiernamaals leeft intenser schrijft Torfs. Dat is iets helemaal anders dan wat YOLO (You Only Live Once) preekt.

De Kerk is fantastisch is fantastisch. Een boek dat met liefde op de zere plekken wijst in de kerk vandaag. Het is een harde analyse, in liefde verpakt. Rik Torfs kiest expliciet de rol van insider. Torfs maakt deel uit van die kerk die hij beschrijft en zo goed doorgrond. En er is een extraatje. Met dit boek maakt hij actueel theologisch denken over de kerk beschikbaar voor een breed publiek. Hij trekt de horizon open. En dat is dringend nodig als we de kerk fantastisch willen houden en doorgeven.

Beluister ook de podcast met Rik Torfs en Pieter Bauwens, de auteur van deze recensie. 

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties