JavaScript is required for this website to work.

Kuifje in Amerika

Luckas Vander Taelen9/8/2020Leestijd 5 minuten

De Standaard-journalist Steven De Foer was jarenlang correspondent in Nederland voor zijn krant en werkte nadien in eigen land. Net voor 9/11 ging hij zich bij zijn hoofdredacteur beklagen dat hij niet gemaakt was om zijn leven lang te vergaderen en dat hij nog nooit in New York geweest was. Hij mocht meteen een maand naar daar om het verdriet van Amerika na de aanslagen op te meten.

De ondertitel van De Foers ‘Amerikanen’ vat het boek goed samen: ‘Het had zo mooi kunnen zijn’. De USA is gebouwd op hoge morele principes. Het is opgebouwd vanuit een onstuitbare ondernemingsdrang waarop Europeanen nog altijd jaloers mogen zijn. De Foer houdt van Amerika. Hij heeft er ongelofelijk veel gereisd en het land in alle richtingen doorkruist. Hij schrijft dus met kennis van zaken.

Manifest Destiny

De sterkte van zijn boek is dat het een zeer goede globale kijk biedt op de stand van het Amerikaanse land. De Foer grijpt echter ook telkens breed terug in de geschiedenis. Veel daarvan is uiteraard bekend. Toch is het goed om de essentials van de bloedige wordingsgeschiedenis van de USA opnieuw te lezen.

Amerikaanse pioniers geloofden dat ze een ‘Manifest Destiny‘ hadden. Dat gaf hen het alibi om de oorspronkelijke bewoners uit te roeien. Of hen met een ‘Indian Removal Act‘ op een onmenselijke manier te deporteren. De Foer stelt de terechte vraag of het hier niet om een genocide ging. Moeilijk inderdaad om een andere naam te verzinnen voor de wreedheden. Daarbij gaven kolonels aan hun manschappen de opdracht vrouwen te verkrachten, kinderen te vermoorden en de weinige overlevenden op dodenmars te sturen. Indiaanse kinderen werden ook gescheiden van hun ouders. Dit in een poging om hun cultuur uit te roeien. Bovendien blijken Amerikaanse leiders tot op heden niet in staat om in het reine te komen met hun verleden. Tekenend daarvoor is dat in het bureau van Trump een portret hangt van president Andrew Jackson. Die vaardigde namelijk de de Indiaanse deportatiewetten uit.

Black Lives Matter

De Foer beschrijft ook de geschiedenis van de slavernij als een onverwerkt verleden. Zeker in het zuiden van de Verenigde Staten is het blanke racisme nog zeer aanwezig. Het blijft moeilijk om toe te geven dat de Amerikaanse welvaart voor een deel steunt op de gratis arbeid die de zwarten leverden. Dat is een ongemakkelijke waarheid, stelt De Foer. ‘In het Amerikaanse collectieve geheugen is er voor het besef van de zonde geen plaats’. De erudiete stukken over die moeilijkheid van de Amerikanen om in het reine te komen met hun verleden, vormen een goede basis om ontwikkelingen na de dood van Georges Floyd, zoals Black Lives Matter, in hun historische context te plaatsen en te begrijpen. Niet onterecht stelt De Foer dat de grote verzoening tussen blank en zwart er nooit gekomen is.

De Foer aarzelt niet om ook bijzonder controversiële figuren op te zoeken. Bijvoorbeeld om te begrijpen waarom de Ku Klux Klan nog steeds bestaat. Hij komt terecht bij Thomas Robb, huidig KKK-voorzitter. Die omschrijft hij als ‘een zielige racist in een bos’. Robb probeert het voorbestaan van een door en door gewelddadige beweging goed te praten. Hij zegt daartoe dat die probeert ‘de genocide tegen het blanke ras tegen te houden.’ Het is het soort scheve argumentatie dat men ook aan onze kant van de oceaan in radicaal-rechtse kringen hoort.

Kuifje in Amerika

Het boek is vlot en boeiend geschreven, temeer omdat De Foer een echte reporter is. Hij maakt volop gebruik van de toegankelijkheid die Amerikanen altijd tonen. Wie gebruik wil maken van die Amerikaanse openheid, kan zoals een naïef Kuifje in Amerika met zowat iedereen een praatje slaan, op de hoek van een straat of aan de toog in een ‘diner’. Die Amerikaanse eigenschap wordt door Europeanen vaak als oppervlakkig afgedaan. Maar wie wel eens in de States gereisd heeft, weet dat je op die manier een bijzonder interessante inkijk kan krijgen in de ziel van de inwoners. De Foer heeft daarvan veel gebruik gemaakt en dat levert interessante anekdotes die het resultaat zijn van toevallige ontmoetingen.

Hillbillies

Die zijn echter ook niet altijd aangenaam. Zoals wanneer hij aan den lijve ondervindt hoe weinig empathisch de Amerikaanse politie kan zijn als hij een abortuscentrum wil bezoeken. Zijn perskaart maakt geen indruk op de agent, die hem maar één keuze laat: verdwijnen. ‘Reporter zijn betekent luisteren naar de andere kant van het verhaal, zonder het eens te hoeven zijn, maar het toch een beetje begrijpen,’ verdedigt De Foer zijn aanpak.

Gemakkelijk is dit niet altijd. Zeker wanneer hij terechtkomt in het land van de Hillbillies. Daar is zowat iedereen laag opgeleid en bijzonder slecht geïnformeerd. Vanuit een rancuneus gevoel stemmen ze er voor Trump om Amerika weer great te maken. De Foer beseft dat Hillary Clinton een strategische flater begin door dit deel van de kiezers ‘de betreurenswaardigen’ te noemen. ‘Een politieke stommiteit’ noemt hij dit. Met een blik op het electoraat van Trump voegt hij voegt er echter aan toe: ‘Inhoudelijk had zij gelijk’.

Fox News

Ook in de andere hoofdstukken analyseert De Foer de toestand waarin de USA zich onder president Trump bevinden. Hoe slecht het gesteld is met de kwaliteitsmedia, die maar een kleine minderheid van de burgers bereiken. Voor Europeanen is het onvoorstelbaar hoe partijdig Fox News zich opstelt. Het is een fanatieke verdediger van de president en laat geen debat toe. Ook kunnen wij ons moeilijk voorstellen welke prominente plaats de religie heeft in de Amerikaanse samenleving. In die mate zelfs dat De Foer beseft dat hij nauwelijks durft te zeggen dat hijzelf ongelovig is. In het land waar de president de eed aflegt met een hand op de bijbel en de naam van God op de bankbiljetten prijkt, kunnen velen zich gewoon niet voorstellen dat iemand atheïst is.

De Foer maakt zich zorgen over het gevaar dat de democratie loopt. Met name door de toenemende onverdraagzaamheid van een politieke wereld die gedomineerd wordt door rijke geldschieters en lobbyisten. Zo betalen de vierhonderd rijkste Amerikaanse families niet meer dan 23% belastingen. Dat is onder het nationale gemiddelde is. Het zegt helaas veel over de blijvende ongelijkheid en de onvermijdelijke armoede die daarvan het gevolg is. ‘Het is Robin Hood op zijn kop,’ stelt De Foer. ‘Stelen van de armen (die immers weinig van de belastingvermindering ondervonden hebben) om te geven aan de rijken’. De economische toestand van vele modale Amerikanen is dermate verslechterd dat de essentiële ‘Amerikaanse belofte’ niet meer wordt waargemaakt, namelijk dat wie hard werkt en de regels respecteert, in staat zou moeten zijn voor zichzelf en de zijnen te zorgen. Vele Amerikanen komen niet rond met één job.

De Amerikaanse illusie

De Foer leidt zijn boek in met kritische bedenkingen over de Amerikaanse illusie, het idee dat de Amerikanen van zichzelf koesteren: dat ze het grootste, machtigste en beste land ter wereld hebben. Ze zijn echter op heel veel vlakken op een indrukwekkende manier achteruitgegaan, vooral wat onderwijs en gezondheid betreft. De kennis van de geschiedenis is zo laag dat weinig Amerikanen zich zorgen maken over een president die niet bleek te weten wat er ooit in Pearl Harbour gebeurde. De modale Amerikaan staat meer open voor krankzinnige samenzweringstheorieën dan voor een analyse van hun eigen land. De Foer citeert Alex Jones. Die beweert op zijn populaire website ‘Infowars’ dat ‘er een middel in het leidingwater wordt gedaan om de bevolking homoseksueel te maken en zo te laten uitsterven.’ President Trump was te gast in de show van Jones. Hij noemt hem ‘mijn vriend Alex’.

Woke

Het is echter verbazend dat De Foer in zijn panoramische kijk op de Amerikaanse cultuur niet ingaat op de evolutie van een deel van de linkse intelligentsia. Die resulteert op veel campussen in een cultuur van onverdraagzaamheid tegenover andere meningen. Studenten eisen ‘safe zones‘ waar ze niet worden blootgesteld aan andersdenkenden. Professoren die niet denken zoals het hoort, riskeren hun baan. De uitgever van de memoires van Woody Allen verbrak het contract met de cineast na artikels van zijn zoon in The New Yorker waarvan later bleek dat ze veel onnauwkeurigheden bevatten.

Die woke- en cancelcultuur is ondertussen ook overgewaaid naar Europa. Het is jammer dat De Foer niet heeft onderzocht hoe deze radicalisering eigenlijk een andere uiting is van de bedenkelijke richting die de Amerikaanse samenleving uitgaat. Van een toenemende onverdraagzaamheid aan beide kanten van het politieke spectrum. Philip Roth klaagde al in 2000 deze vernauwing van de geesten aan in zijn meesterwerk The Human Stain. En de vlijmscherpe Christopher Hitchens zei dat hij ‘depressief werd als iemand hem zei dat hij beledigd was, alsof belediging een argument was’. Het is moeilijk te geloven dat De Foer het niet over dit fenomeen wilde hebben vanuit een zelfopgelegde censuur of toegaf aan een politiek-correcte impuls. Maar het is een behoorlijk mankement dat De Foer niet even scherp de linkse aberraties van Amerika aanpakt als de kant van Trump. Het boek was er veel evenwichtiger door geworden.

Engelen

De auteur citeert uit een HBO-serie waarin een journalist zijn publiek confronteert met een ongemakkelijke waarheid: ‘Wij zijn de beste ter wereld in slechts drie disciplines: percentage burgers dat in de gevangenis zit, percentage volwassenen dat gelooft dat engelen echt bestaan, en uitgaven voor defensie’. Dat de Amerikanen de ware toestand van hun land niet beseffen, is volgens de auteur voor een groot deel toe te schrijven aan hun schrijnende gebrek aan kennis van de rest van de wereld. ‘Chauvinisme creëert soms zijn eigen geluk,’ concludeert De Foer.

Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.

Commentaren en reacties