JavaScript is required for this website to work.

Lijfeigene van de islam

Pinar Akbas27/3/2021Leestijd 4 minuten
TitelIk ga leven
AuteurLale Gül
UitgeverPrometheus
ISBN9789044646870
Onze beoordeling
Aantal bladzijden349
Prijs€ 20
Koop dit boek

Een boek dient om iets los te maken bij de lezer. Een aardbeving in de Nederlandse literatuur zorgde recent voor verschillende kampen. Die van de gematigde believers, de Nederlands Turkse gemeenschap, de critici en de hysterici van links en rechts georiënteerde zijde. Ik heb heel de commotie rond het boek van Lale Gül, Ik ga leven, met argusogen gevolgd en mij bewust op afstand gehouden omdat ik mijn recensie wilde baseren op enkel de inhoud van het boek.

Parallelle samenleving

Hoe meer Gül werd belaagd door haar tegenstanders, hoe meer men mij aansprak over het boek. Ik heb al naar verschillende meningen geluisterd, van journalisten tot auteurs, die enkele bedenkingen hadden over Lale Gül en haar media-optredens. Maar feit is wel dat ik bij elke bladzijde die ik las bevestigend mee knikte.

Je kan oeverloos de parallelle samenleving relativeren en zelfs minimaliseren die Lale Gül gedetailleerd beschrijft en bekritiseert in haar boek. Het boek behandelt de parallelle samenleving in Nederland waar de militante islam het dagelijks leven van een jonge vrouw in de bloei van haar leven controleert en regisseert. Haar opvoeding wordt grotendeels overgelaten aan de imam van de moskee. Lale of beter gezegd, Büsra, hoofdpersonage van het boek, noemt hem imam Wawelaar, indirect geïnspireerd door dominee Wawelaar van Multatuli waarschijnlijk. Naast Multatuli verwijst de auteur ook vaak en gretig naar Nietzsche in haar boek. Ik had op mijn twintigste misschien meer Nietzsche moeten lezen in plaats van Tom Lanoye of Kristien Hemmerechts, spookte door mijn hoofd toen ik het boek las.

Een sluier als mijlpaal

Heel het boek spreekt Büsra over haar verwekkers. Je voelt de haat en de boosheid die zij heeft en voedt tegenover haar ouders en je begrijpt waarom ze op die manier een afstand probeert te creëren met haar familie. Verder dan een biologische band is er niet tussen haar en haar ouders, dat is duidelijk. Koel en afstandelijk noemt ze haar moeder ‘Khomeini met een kut’ en een vrouwelijke ‘islamitische Stalin’. Büsra houdt haar moeder verantwoordelijk voor alle vrijheidsbeperkingen die ze in haar jonge leven moet ondergaan. Die vrijheidsbeperkingen gaan over het dragen van make-up en haar sociale leven tot het hebben van een vriendje dat niet moslim is. Maar de grootste vrijheidsbeperking is het dragen van een hoofddoek voor Büsra.

Gedurende een tijdje verbergt ze voor haar moeder dan ook dat ze als jong meisje haar regels heeft gekregen. Dat wil in islamitische termen zeggen dat jonge meisjes huwelijksklaar zijn en dus moeten ze zich bedekken met een sluier, ongeacht de vrije wil van het meisje. De rode draad in het hele boek is dan ook de objectivering van een meisje binnen de islam.  Je bent niet meer dan een maagdenvlies. Je vertegenwoordigt de eer van de familie.

Je bent een meisje 

Ze verbergt haar maandverband in haar sokken, maar op een bepaald moment ontdekt haar moeder, die Büsra ook wel Karbonkel noemt, het pakje maandverband. De volgende dag verschijnt een gesluierde Büsra in de klas en luistert ze geïrriteerd naar de verbaasde opmerkingen van haar klasgenoten en docenten.

Büsra observeert en stelt vragen over de ongelijkwaardige opvoeding tussen haar en haar broer. Ze gaat op elk moment de discussie aan met haar ouders. Op een bepaald moment zoekt ze een bondgenoot in haar broer, maar net zoals haar verwekkers stelt hij haar ook teleur. Zijn antwoord op de vraag waarom hij zich wel vrij kan bewegen en bijvoorbeeld naar het strand kan gaan zonder sociale controle stoot op onbegrip. Empathie is immers het verlengde van begrip. Hij vraagt haar om niet langer ruzie te maken met haar ouders en zich neer te leggen bij haar lot. ‘Jij bent nu eenmaal een meisje’, zegt hij. Ik kan mij het antwoord levendig voorstellen, het is alsof Lale Gül die scène letterlijk heeft overgenomen uit mijn leven 22 jaar geleden.

Sancties van Allah

De wereld gaat voor haar open als ze de bibliotheek, de Nederlandse pers en de daaraan verbonden opiniewereld ontdekt. Ze verwijt haar ouders een gebrek aan intellectuele en culturele bagage en noemt ze analfabeten. Niet verwonderlijk als ze het leven van hun kinderen enkel maar in de handen van de imams van de Koranscholen overlaten. Elk weekend moet Büsra ellenlange, saaie religieuze Arabische teksten memoriseren en wordt ze onderworpen aan een angstregime waar vrijheid de grote boosdoener is van al het slechts in de wereld. De docenten pompen daar irrationele angstgedachten in jonge breinen en verklaren dat natuurrampen een sanctie van Allah zijn omdat mensen nu eenmaal te veel zondigen.

Niet enkel vroomheid en een angstcultuur worden de jonge kinderen bijgebracht in die instituten maar ook de politieke propaganda van de Turkse president Erdogan wordt overgenomen en de kinderen aangeleerd. Ze krijgen een lijst met verboden producten naar aanleiding van het aanhoudende Palestijns-Israëlische conflict of als Erdogan een diplomatieke rel veroorzaakt en oproept tot een boycot van Franse merken nadat hij de Franse president Macron een islamofoob heeft genoemd. Indoctrinatie gebeurt niet alleen in de weekendscholen maar ook thuis: vader en moeder weigeren naar iets anders te kijken dan de Turkse tv-zenders die niets anders dan de propaganda van de Turkse politieke islam uitzenden.

Seksuele bevrijding 

Er is zoveel te vertellen en te schrijven over dit boek. Alles is relevant: de maagdenvliesobsessie, de eer van de familie, de rol en de plaats van de islam binnen een samenleving en binnen een gezin, de schandecultuur die een familie kan breken, de verschillende rollen die een jonge vrouw in de Turkse gemeenschap moet invullen. Büsra noemt zichzelf daarom ‘lijfeigene’ van haar moeder. Ondanks haar geketend leventje leidt ze een dubbelleven waar ze ook proeft van de seksuele bevrijding. Ze onderhoudt stiekem een relatie met een Nederlander.

Ze beschrijft de vrijscènes waarvan menig preutse moslima’s het schaamrood op de wangen zouden krijgen. Hoe meer ik las, hoe meer ik dacht dat we meer Turkse vrouwen nodig hebben die durven schrijven over hun vagina en over seksualiteit. Een misogyne cultuur bestrijd je immers door de dingen te blijven benoemen. Oneerbiedige notoire vrouwenhaters snoer je best de mond door te praten over orgasmes. Lale Gül heeft in die zin de seksuele revolutie voor haar generatie ingezet.

Een bitterzoete evolutie 

Stilistisch is het boek geen literair hoogstandje. Soms vraag je je af of Gül ook niet te veel wilde verwerken in het boek. Zoals de geopolitieke situatie in Afrika en het Midden-Oosten die een groep allochtone jongeren hevig bediscussiëren nadat ze een competitie in platvloersheid hebben gehouden. Je vraagt je af of het diezelfde jongeren zijn die nu een discussie over imperialisme voeren. Ik bedoel maar, hoeveel jongeren in het middelbaar onderwijs spreken over resource curse en politieke disfunctionaliteit? Een vreemde wending en zeker geen meerwaarde voor het verhaal.

Maar wat Lale Gül heeft bereikt met haar verhaal is een unicum. Met haar transparant en realistisch relaas over de parallelle samenleving in Nederland heeft ze niet alleen haar gemeenschap een uppercut bezorgd maar ook de linkse politieke partijen die decennialang, verblind door electoraal opportunisme, de orthodoxe islam hebben gedoogd in hun samenleving. Het is daarom ook bitterzoet om te observeren hoe tegenwoordig politici van alle partijen nu mee op de kar springen en profiteren van het succes van het boek.

Pinar Akbas (1980) uit Hasselt is een verpleegkundige van opleiding. Een Vlaamse Turkse, actief in de politiek en met een mening over integratie, participatie, gelijke kansen en gender.

Commentaren en reacties