JavaScript is required for this website to work.

Mount Olympus – Het script

Guido Lauwaert10/9/2016Leestijd 3 minuten
TitelMount Olympus – Het script
AuteurJan Fabre
UitgeverDe bezige bij
ISBN9789023498261
Onze beoordeling
Aantal bladzijden352
Prijs€ 24.99

Halverwege het Theaterfestival werd Mount Olympus de bevolking aangeboden, het script in boekvorm van de gelijknamige theaterproductie van Jan Fabre. Voor de duidelijkheid: de man naast Fabre, de geest in de fles, is Jeroen Olyslaegers. Hij stripte de Griekse klassiekers en monteerde ze tot De 24 uren van Athene.

Aan de montage heeft uiteraard Jan Fabre een flink aandeel gehad, het is tenslotte zijn kunstwerk, van de eerste gedachte tot de laatste. Wie in die tussenperiode meewerkte is, naakt gezegd, een assistent. De ene wat meer of minder dan de andere, en dat Jeroen Olyslaegers in een even groot lettertype op de kaft van het boek staat, siert Jan Fabre. Het is een hoofse buiging voor le chef de bureau. Want een performance wordt op het podium gemaakt, maar het kantoorwerk mag niet onderschat worden. Zonder gelijkwaardige samenwerking krijgt het eindresultaat niet het diploma met hoogste onderscheiding.

Die hoge quotering valt al op te maken uit de voorstelling, maar het ultieme bewijs is de publicatie van het script in boekvorm. Je moet geen theaterwetenschapper zijn om de uitgave te kunnen lezen. Het boek leest als een literaire triller. Met een verhaal dat zich afspeelt in het theaterhuis van Jan Fabre, een periode van enkele jaren beslaand. Van de idee tot het maken van een monsterproductie tot de creatie, de première op 27 en 28 juni 2015 in het Haus der Berliner Festspiele.

Toegevoegde waarde

Uiteraard is het script de kern van het boek. De toegevoegde waarde echter zijn de artikels met de wordingsgeschiedenis van Mount Olympus. Voor de eindredactie is Sigrid Bousset verantwoordelijk en het moet gezegd, zij heeft dat voortreffelijk gedaan, wat meer is, zij kent haar plaats. Met andere woorden, ze heeft zich niet op de voorgrond gewerkt. Ook de bescheidenheid kent zijn meesterschap. Naast de eindredactie heeft zij ook een pracht van een voorwoord geschreven. Onder de woorden, tussen de zinnen, zit de passie voor dit project, maar tevens de liefde voor de lezer. Sigrid Bousset heeft duidelijk een boek willen maken waar de goesting om deze voorstelling te zien gestimuleerd wordt, in zulke mate zelfs dat de goesting van het blad spat.

De lezer voelt tevens dat Bousset de gastredacteurs heeft verzocht, op diplomatische wijze, geen belerende stijl aan te nemen, maar een verhalende. Dat is haar gelukt. De bijdragen van de dramaturgen Hans-Thies Lehmann en Luk Van den Dries zijn nuchter en toch luchtig. Van een intieme tederheid zijn de vier brieven van een andere dramaturg, The Third Man, Freddy Decreus, geschreven tijdens de jaren tussen het leggen van de eerste steen tot de laatste. Het lijken wel liefdesbrieven gevuld met wensen, gedachten, twijfels – niet om de slaagkans van bepaalde scènes, maar vanuit de wens een nog hoger niveau te bereiken. Opperste schoonheid van het voorwoord zit hem in de slotalinea, een tweedelige zin: ‘Ziehier dus het script: de plattegrond van Mount Olympus, die zich lezend voor je openvouwt.’

Horen, zien en voelen

En dan het script zelf. De toeschouwer ziet en hoort en voelt de actie – de 24 uur durende veldslag … de lezer krijgt inzage bij wat er zich afspeelt in de war room – waar alles gebeurt om de schoonheid van de lichamelijke en geestelijke gevoelens van het geheel, én van de onderdelen, optimum in beeld te brengen. Het script zit zo geraffineerd in elkaar dat de lezer al lezend ziet. Hij zit, zou je kunnen zeggen, naast de technici, op de reservebank.

De god Dionysos is het hoofdpersonage. Door hem, voor wie in de goden gelooft, zijn alle grote tragedies geschreven. Door Jeroen Olyslaegers passeren in een etmaal alle helden en alle lafaards – de heldhaftige lafaards en de laffe helden – van de Griekse tragediesschrijvers, de revue. Hij heeft van alle tragedies één tragedie gemaakt. Jan Fabre heeft er beeld, beweging, klank en kleur aan gegeven. Op zulke wijze dat de Oude Wereld de Nieuwe Tijd wordt. Wat was, is, en zal zijn.

Het triumviraat

Alle toneelauteurs hebben hun visie geschreven op het dramatische, het komische en het tragikomische van het wereldgebeuren. Maar zij allen – ja, ook Shakespeare – zijn leenrecht verschuldigd aan het triumviraat, Aeschylus, Sophocles en Euripides. Dat is al eeuwen geweten binnen de theaterwereld. Jan Fabre heeft het nogmaals bevestigd met Mount Olympus. Op zulke wijze dat het ook voor de reguliere toeschouwer duidelijk wordt. Niet alleen met de voorstelling, maar ook door de boekuitgave. Dit boek heeft recht op een ereplaats in de kast met theaterboeken van elke volwaardige bibliotheek.  Jammer dat het een gelumbeckte paperback is, want de uitgave verdient een gebonden versie, met harde kaft, en een leeslint.

 

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties