JavaScript is required for this website to work.

Nog altijd ergens

Guido Lauwaert17/11/2019Leestijd 3 minuten
TitelNog altijd ergens
AuteurMichiel Hendryckx
UitgeverHannibal
ISBN9789463887038
Onze beoordeling
Aantal bladzijden240
Prijs€ 35.95
Koop dit boek

Alweer is er een nieuw fotoboek van Michiel Hendryckx. En alweer is hij altijd ergens en breit er een verhaal aan en een geschiedenis die langs twee kanten snijdt.

Eén rek in de boekenkast met glasramen – voor de dierbaarste van de mij dierbare boeken – is haast niet meer voldoende om de fotoboeken van Michiel Hendryckx te parkeren. Over een paar weken zal het een plaats krijgen bij de andere. Tot dat moment grijp ik Nog altijd ergens  als ik er nood aan heb. Bijvoorbeeld, op ‘Een ellendige novemberavond,’ zoals Willem Elsschot zijn prachtwerk Het Dwaallicht  laat beginnen, ‘met een motregen die de dappersten van de straat veegt.’

Een luxezwerver

Dat de uitgever boek na boek laat verschijnen met foto’s en verhalen van Michiel Hendryckx kan verbazing wekken. Wie de fotograaf echter beter kent, weet waarom dat gebeurt. Wat een ander niet is of doet, is en doet Michiel. Hij is een luxezwerver met een pracht van een huis dat bulkt van de curiositeiten. Aan elk stuk van zijn verzameling kleeft een herinnering, een emotionele impressie. Naar buiten toe is Michiel stoer, zowel wat betreft taalgebruik en lichaamstaal.

Stoerheid is Michiels camouflagepakje. In werkelijkheid is hij zachtaardig, kwetsbaar, hulpvaardig en attent. Michiel doorziet de mensen en hun wensen sneller dan de lichtflits in een donkere kamer belandt. Die gevoeligheid heeft hij van toen hij zijn eerste foto’s nam. En zoals de kwaliteit van zijn foto’s met de jaren aan warmte en weelde is toegenomen, heeft zijn bekommernis om de vervlechting van natuur en cultuur aan kracht gewonnen. Elke foto is een impressionant gevoelsmoment. Dat wil hij met anderen delen.

Nadere verklaring

De uitgaven van Michiel Hendryckx fotoboeken noemen is zwak. Wie dat zegt bij een mondeling examen zal hooguit vijf op tien krijgen. – Hoe moet je ze dan noemen, professor? – Goeie vraag, juffrouw. Geschiedenisboeken! Elke foto heeft zijn verhaal en dat plaats hij links naast de foto. Lichtdruk en indruk vormen één geheel. Korte verhalen zijn het die niet enkel de geschiedenis van de prent vertellen, maar nader verklaren wat de kennismaking in zijn hart en ziel verwekte. Het resultaat is dat de kijkende lezer, de lezende kijker een historische les krijgt. Zeer persoonlijk ingevuld. Wat enkel toegejuicht kan worden. Van elke kunstenaar wil ik de vingerafdruk zien. Pas dan is hij aandacht waard.

De verhalen bij de foto’s onthullen bovendien dat Michiel een onrustige figuur is. My home is my castle, dat geldt ook voor hem, maar hij blijft een zoeker. Een zoeker naar zijn droomkasteel. Daarom moet hij zijn woonst uit. Hij is maar tevreden over de reis als hij in zijn stek arriveert met een pak droomkastelen in zijn bagage.

Een zekere geheimzinnigheid

Er is daarenboven een niet onbelangrijk element waarom de historische fotoboeken van Michiel Hendryckx zo kostbaar zijn. De schrijftaal is droog en koel, terwijl de foto’s warm en klam zijn. Klam in de betekenis van doorweekt. De wolkenpartijen zijn de room van zijn foto’s en zelfs bij een foto binnenshuis proeft het licht luchtig. Alle foto’s zijn parels waarin de schilders René Magritte, John Constable en Georges Seurat vaag aanwezig zijn. En door de informatieve verhalen stralen alle foto’s een zekere geheimzinnigheid uit. Een prachtboek dus, zeker voor de herfst, wanneer – om een versregel van Gaston Burssens er bij te halen – ‘de nacht het dichtst is en de dag het verst.’

Toemaatje

Michiel HendryckxMichiel Hendryckx
Aangezien foto en verhaal broer en zus zijn, wat volgt een voorbeeld van de dichte verwantschap. Vlug aan toevoegen dat de jongen Louis is, de zoon van Michiel. Jaarlijks maken vader en zoon een reis. Louis in het decor te plaatsen is een prachtvondst. Hij versterkt het volume van de vaas. En nu houd ik mijn mond.

Bussum, Koningslaan

Op wat schilderijen en tekeningen na, gaf dit huis in het Nederlandse Bussum ooit onderdak aan het omvangrijke oeuvre van de vroeg gestorven Vincent Van Gogh. Voor wie graag het gewicht der dingen in geld uitdrukt, is de hedendaagse waarde kolossaal. Om een idee te geven, een niet eens zo bijzondere tekening van Van Gogh haalt vandaag op veilingen gemakkelijk één miljoen.

Op 29 juli 1890 maakt Vincent van Gogh met een pistoolschot een einde aan zijn leven. Nauwelijks een half jaar later sterft ook zijn broer Theo, de Parijse kunsthandelaar die altijd in het genie van Vincent is blijven geloven. Het verhaal van hun onkreukbare broederliefde wil dat Theo troosteloos is om het verlies van zijn broer. Dat hij doodgaat aan verdriet. In werkelijkheid zijn de broers Van Gogh gedreven hoerenlopers en sterft de krankzinnig geworden Theo aan syfilis. In Parijs blijft zijn weduwe Jo Bonger achter met hun één jaar oude zoon en een overstelpende hoeveelheid doeken, aquarellen en tekeningen.

Ze is de enige erfgenaam van beide Van Goghs. Ze beslist terug te keren naar Nederland en twijfelt even om een deel van het toen volstrekt waardeloos werk van haar schoonbroer achter te laten. Uiteindelijk doet ze dat niet en vestigt zich in het residentiële Bussum waar ze in Villa Helma een pension uitbaat. De muren van het huis zijn van boven tot onder behangen met Van Goghs. In de gang voetballen de kinderen tussen de schilderijen.

Jo Bonger, die Vincent pas in de laatste maanden van zijn leven leert kennen en hem uiteindelijk slechts drie keer ontmoet, probeert zijn werk te verkopen. In december 1892 organiseert ze in Amsterdam een eerste tentoonstelling. Kunst zonder verhaal is onverkoopbaar. Ze komt op het geniale idee Vincent zichzelf te laten promoten en publiceert een eerste selectie van zijn brieven. Dat doet wonderen. Vanaf nu gaat het snel. Reeds in 1914 verkoopt Frederik van Eeden De Zaaier  voor niet minder dan 14.000 gulden.

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties