JavaScript is required for this website to work.

Orwell als onze profeet

Herre Daelemans9/12/2020Leestijd 4 minuten
Titel2020 Jaar van de banaan
AuteurJasmijn Walldorf
UitgeverSchrijverscollectief Jasmijn Walldorf
Onze beoordeling
Aantal bladzijden158
Prijs€ 17.50

In dit land is ‘satire’ het beschrijven van de werkelijkheid. Het surrealisme is hier realiteit. Tenzij je de wekelijkse Open Brief van Joël De Ceulaer als satire bestempelt, is er niemand in dit land die de dingen benoemt zoals de niets ontziende Jasmijn, — vrouw met ballen aan haar sensuele lijf. Ook al schrijft ze fan te blijven van Joëls ‘satire’: ‘het is immers geen schande om literair gevloerd te worden door Jean-Marie Dedecker’ (blz. 136).

Volksmond

Jasmijn: ‘Ik heb tegenwoordig zoveel schulden dat ik een regering kan beginnen’ Walldorf als het enige sardonisch kwelduiveltje — tong in wang.

In de media benoemen ze al langer de werkelijkheid niet, ook al is dat net hun ‘hard core’ business. Ze maken elke dag grapjes – hoe kan je hen ernstig nemen – wanneer ze berichten over ‘mensen die menstrueren’.

In de volksmond – zowat de dagelijkse spiegel – heten ze duidelijkheidshalve ‘vrouwen’. Dat is eigen aan de ‘volksmond’: klare taal!  Jasmijn, de volksmond van Doorbraak.

Dwangbuis van de vrije meningsuiting

Politici willen maar wat graag opinies en ‘fake news’ die hen niet goed uitkomen, weren van sociale media. Maar niet de leugens die ze zelf schrijven in de mainstream media en zeker niet de voor-de-gek-houderij op VRT, VTM, Radio 1… schrijft Walldorf. Hoewel, voegt ze eraan toe, je kan moeilijk koks verbieden om te koken, of bakkers verbieden brood te bakken. Zo kan je dus ook politici niet verbieden te liegen.

Daarnaast leidt de orwelliaanse newspeak tot termen als ‘andersgepigmenteerden’, ‘residentieel flexibelen’, ‘financieel ondergeprivilegieerden’, ‘sekswerkers’. Want mensen en dingen benoemen zoals ze zijn — allochtonen, daklozen, armen, hoeren — het is allemaal, ocharme, te stigmatiserend. Er zijn ook woorden die je beter niet gebruikt: ontvolken, bijvoorbeeld. Walter De Donder weet daar alles van (blz.19).

Of wanneer het toch gaat over ‘stigmatiseren’: ‘op twitter ben je tegenwoordig sneller een klimaatontkenner dan een vlucht van de USS Enterprise. En die vliegt tien keer sneller dan het licht’ (blz. 37).

Geluk en voorspoed

We zijn allemaal bedelende burgers op zoek naar geluk en voorspoed – getuige de komende nieuwjaarswensen. We leggen ons lot in de heersende waanzin. Noem het een regering.

Met verbijstering bekijken we de feiten zoals die zich dagelijks voordoen. Een autonoom overheidsbedrijf – op zich is dat al surrealistisch – dat zich pakjesdienst noemt maar pakjes weigert te leveren, een Vlaamse ombudsman die de toename aan klachten niet langer wenst te beantwoorden, een federale regering die de democratie indachtig de grootste bevolkingsgroep miskent en niet vertegenwoordigt, een justitie die opgepakte criminelen de dag nadien vrijlaat en de politieagente die dit aanklaagt berispt, een groene minister die meer CO2 wil promoten, transgenders met de baard nog in de keel die zich man noch vrouw willen voelen maar liever  X – een onbekend getal…, een openbare omroep die een nieuwe directeur aanstelt die moet waken over… jawel, de openbaarheid van de openbare omroep, een politicus van geen kwaad bewust, die in de media de emmer van schande over zich heen krijgt omdat hij een man die zich homo noemt, homo noemt…

Het bestaat, die dagelijkse portie waanzin. In dit land heet dat ondertussen een ‘multiculturalistische diversiteitsgrap’ (zoals Rondas dat noemt in Een kwestie van bestaan).

In een perfect passende, pathetisch gezwollen retoriek bloemleest Jasmijn uit die maatschappelijke realiteit. Vilein en hard als een boksbal. Niemand die de bal terugslaat — dat respect heeft ze op korte tijd verdiend.

Enkel wanneer ze groenlinks op de pijnbank legt, vermaledijdt en verhakselt, streek via de sociale media een horde groene sprinkhanen neer op haar erf.  Heerlijk voor een drakendoder als Walldorf die haar stiletto’s elke dag nog wat aanscherpt.

Jasmijn legt immers boosaardig de vinger op de wonde en drukt nog even dieper door. Zo. De pijn van het zijn. Nagels op de kop, de uppercuts van Walldorf.

De Walldorfgehaktmolen

De profileringsprietpraat in de Wetstraat doet onze democratie sneller smelten dan gletsjers. Dat is de baseline. Politici worden daarom steevast in de Walldorfgehaktmolen vermalen. Zo noemt ze Conner Rousseau de man die het kaviaarsocialisme nieuw leven inblaast. ‘Conner wil champagnezuipende, mcqueensdragende yuppies als kiesvee aantrekken. Hou er met andere woorden een dure, decadente levensstijl op na en veeg dan je geweten schoon met een stem op SP.A’ (p 49).

Georges-Louis Bouchez is dan weer ‘het schoothondje van de Waalse bourgeoisie die zijn tabbaard en wit befje verwierf dankzij een exclusief Franstalig fils-à-papa onderwijs. Hij verfoeit Vlamingen en de Nederlandse taal maar noemt zich wel het vriendje van Theo Francken’ (blz. 59).

Ook erotische toespelingen etaleert Jasmijn met verve: ‘De heilige maagd Magnette kreeg zijn triootje rood/groen/blauw niet onder de lakens. Ook broeder Geens liet zich niet verleiden om het bed in te duiken voor de politieke ontmaagding van Magnette’ (blz. 38).

Het Jaar van de banaan — België is al langer verworden tot een Europese bananenrepubliek — kan je lezen als een boosaardige ‘amusanterie’. Op zich is het echter meer dan een lichtvoetig intermezzo. Bekijk het als een publiek dagboek van een jong meisje, dat haar tong uitsteekt naar de samenleving die haar dwaas, absurd, irreëel voorkomt. Het is tegelijk een kroniek van de eeuwig lijkende regeringsonderhandelingen en de politieke actualiteit: een kroniek van de aangekondigde dood van electoraal kleine partijen die zich kapot regeren.

Zelf had ik Het Jaar van de banaan de eretitel Uppercuts toegekend. Niet wild om zich heen slaand, maar weloverwogen, doelgericht en goed gemikt.

Deze Walldorfbundel lees je met mondjesmaat, elke dag een druppel die druppend je geest doordrenkt: een marteling — laat ons wel wezen — voor ‘weldenkenden’. Een bittere confrontatie. ‘Enkel op ironische wijze kun je nog schrijven, knipogenderwijs.’ (dixit Umberto Eco)

Jasmijn doet dat als geen ander.

Het jaar van de banaan werd uitgegeven in eigen beheer door het Schrijverscollectief Jasmijn Walldorf.
U kan het hier bestellen.

Opgeleid in de beste tradities van de Frankfurter Schule en aanverwanten, voorbestemd voor een journalistieke boerenstiel. Eieren voor zijn geld, echter.

Commentaren en reacties