JavaScript is required for this website to work.

Pikzwart verleden van rood diplomaat

Karl Drabbe7/11/2015Leestijd 2 minuten
TitelPikzwart verleden van rood diplomaat
AuteurHerman Portocarero
UitgeverVanhalewyck
ISBN9789461314161
Onze beoordeling
Aantal bladzijden204
Prijs€ 22.5

Herman Portocarero kent u misschien als de Belgische diplomaat – onder meer in Cuba en aan de EU – van sociaaldemocratische leest. Zijn voornaam heeft hij van Herman Goering, officieel de nummer twee van nazi-Duitsland. Zijn vader bleef tot op het eind van zijn lange leven de Holocaust ontkennen. (Ze bestáán!)

Reductio ad hitlerum? Neen hoor. Portocarero schreef een protobiografie. Hij dook in de geschiedenis van zijn vader, grootvader en oudooms. Een duistere geschiedenis. Sinds zijn pensionering als diplomaat trachtte hij voor wat opheldering te zorgen in zijn mistige verleden. En wat voor een verleden. Weinig grijs. Veel zwart.

Boek en geschiedenis beginnen bij de ontdekking van een kistje met enkele familiale snuisterijtjes. Proust achterna probeert Portocarero zich te herinneren wat hun rol en betekenis is geweest. Om gaandeweg het verleden van zijn voorvaderen te reconstrueren.

De kern van het verhaal, namelijk wat zijn voorvaderen uitspookten tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, en daarna, kan u zelf nalezen in het boek. De anekdotes – want het boek bevat enkel anekdotes, afgewisseld met weinig afstandelijke bedenkingen van de auteur – zijn niet samen te vatten.

Typisch is – maar dat verklaart de auteur niet – de voor een generatie van babyboomers typische antiflamingante houding, waarmee het hele boek lang wordt gekoketteerd. We weten ook waarom: Herman wou niet zijn vader zijn, in de verste verte niet. En die vader was tijdens WO II, zelfs na de voor de Duitsers infame slag bij Stalingrad, geëvolueerd van de Algemene SS naar de Waffen SS, zou – zou, er zijn geen bewijzen voor – voorheen op Joden gejaagd hebben in Antwerpen, en vanuit Oost-Pruisen deels te voet terug naar het thuisfront zijn ‘gekropen’ om dan te worden aangehouden door de ‘befaamde’ Belgische Brigade Piron en gevangengezet in de Begijnenstraat. De auteur schrijft dat zijn vader niet het minst Vlaamsgezind was – daar scheen hij niet van wakker te liggen, ook was hij op late leeftijd nog lid van de algemene vergadering van de Vlaamse Volksbeweging van Peter De Roover (waarom zou hij dat zijn als hij niet Vlaamsgezind was, vraag ik me af). Toch keert de zoon, de auteur dus, zich af van zijn vader, en wentelt zich daarom tot antiflamingantisch belgicisme. Een onverwerkt trauma en een reductio ad hitlerum toen dat begrip nog moest uitgevonden worden. Soit. 

Portocarero neemt af en toe wel een loopje met de geschiedenis, probeert origineel te zijn door de repressiejustitie goed te praten (in plaats van historisch correct te interpreteren) en blijkt niet op de hoogte van recentere historische literatuur. Maar laat u dat niet tegenhouden om het spannende relaas dat zijn familiegeschiedenis is, tot u te nemen. Ondanks heel wat herhalingen en uitweidingen schildert Portocarero een indringend portret van twee generaties en twee grondstromen van een kleinburgerlijk Vlaanderen dat niet meer bestaat maar zijn schaduw – helaas – nog steeds op het heden werpt. 

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties