JavaScript is required for this website to work.

Steentjeszoeken in Groot-Germanië

Karl Drabbe19/7/2020Leestijd 3 minuten
Titel'Geheimzinnigheid is zijn fort'
SubtitelAssien Bohmers (archeoloog) 1912-1988
AuteurArnold Carmiggelt
UitgeverEburon
ISBN9789463012393
Onze beoordeling
Aantal bladzijden693
Prijs€ 33.99
Koop dit boek

Geheimzinnigheid is zijn fort is de nogal enigmatische titel voor een even enigmatische hoofdfiguur van de meest bijzondere biografie die ik las. De biografie van een charlatan/avonturier/opportunist/ideologische oplichter die zichzelf een leven verzon, een verleden, een naam én een professionele reputatie. En die daar, alles bij elkaar genomen, nog makkelijk is mee weggekomen.

Vreemde snuiter

Ik zou maar zelden de biografie beginnen lezen van een figuur die ik niet ken. En toch bleek deze biografie een alle aandacht opslorpende pageturner.

Assien Bohmers heet eigenlijk Johan Christiaan. Maar zijn zelf bijeen gefantaseerde Friese roots doet hem een ‘authentieke’ Friese voornaam kiezen. Hij is een Nederlandse geoloog die zich op de archeologie werpt. Hij wordt een specialist van het paleolithicum, waarover hij in Catalonië, Duitsland en Nederland opgravingen leidt. Ambitieus klopt hij nog voor de machtsovername van Hitler aan bij de Ahnenerbe van de SS. Hij hoopt daar professioneel carrière te maken zonder zich ideologisch te veel te verbranden. Hij krijgt diverse archeologische vindplaatsen onder zijn hoede waar hij als supervisor optreedt van SS-opgravingen, op zoek naar de Arische roots van het Germaanse ‘ras’. In Nederland komt hij — voor, tijdens en na de oorlog — terecht in een strijd tussen diverse archeologische scholen, en wordt hij in verband gebracht met archeologische fraude. Al pleit dit boek hem voor dat laatste volledig vrij.

Verzet tegen Hitler

Bohmers ontwikkelt nog voor de oorlog een biologistisch-evolutionair pantheïstische theorie, waar kop en nog minder staart aan te krijgen is. En doordat hij weet had van de aanslag op Hitler door Pruisische officieren op 20 juli 1944, geraakt hij relatief snel de naoorlogse repressie onderuit. Die informatie had hij gekregen in de Groot-Germaans-Europese pantheïstische Hielscherkreis en de aanleunende Unabhängige Freikirche. Die Hielscher probeerde zichzelf en zijn Kreis-leden na de oorlog met weinig succes in de markt te zetten als heuse weerstanders tegen Hitler, maar die mist is ondertussen ook opgetrokken. (Toch even opmerken dat Hielscher en zijn acolieten niet vermeld zijn in Caspar von Schrenck-Notzings Lexikon des Konservatismus.)

Bohmers pan-Fries nationalisme, waar hij zijn rol bewust overschatte, leidde tot een dispuut in de Friese Beweging én met de bezetter, waar hij dacht in de bovenste schuif te liggen. Bohmers bepleitte een Groot-Friese autonome regio binnen het Derde Rijk. Sommige believers meenden echt dat hij een belangrijke pion was op het nationaalsocialistische schaakbord in Nederland. Niets was minder waar. Bohmers was hier — net als op zovele andere wegen die hij in zijn leven bewandelde — een fantast die zijn eigen leugens geloofde. En ik licht maar een tipje op van de bijna 700 pagina’s dikke sluier.

Europees federalist

De al genoemde Hielscherkreis was een nationaalconservatieve kring met een bizarre religieuze insteek. Van Pruisische snit, liepen de volgelingen/gelovigen niet in de nationaalsocialistische pas. Gleichschaltung was er te veel aan, een door een Groot-Germaans geleid Europa eveneens. Ze geloofden eerder in een Europese Unie avant la lettre: een federaal Europa, met Duitsland als gidsland.

Ook na de oorlog dacht Bohmers er zo over. Dat federale Europa vulde hij völkisch in: Vlamingen, Friezen, Basken, Welsh… zouden er hun eigen plaats kennen. De natiestaten waren in zijn ogen passé. Daarom engageerde hij zich in een al even bizarre organisatie, de Union fédérale anti-totalitaire (UFAT) waar rechts-nationalisten en links-regionalisten elkaar vinden. De activiteiten vonden in het geheim plaats, hun publicaties verschenen onder pseudoniemen. Archivalia heeft de organisatie amper nagelaten. Onder meer de theoreticus van de Baskische ETA Serge Krutwig duikt in deze context op. Net als de Frans-Vlaamse nationalistische priester Jean-Marie Gantois, die woedend breekt met de club, omdat Frans-Vlaanderen als deel van Frankrijk wordt gezien, en niet van de Nederlanden.

Balans

Geen sympathieke kerel, die Bohmers. Maar wat een leven, wat een verhaal, wat een biografie! Het professionele labyrint dat zijn leven is en de ideologische kronkelwegen die hij aflegde. Dithyrambisch! Excuus voor dit zwaarwichtige woord. Maar het is wel gepast voor deze biografie van een leven doordrenkt van Europese cultuurgeschiedenis, evolutionaire biologie, sociaal-darwinisme en racisme.

Bohmers was géén SS’er, maar hij werkte wel voor ‘en profiteerde van’ de SS. Het zou hem zijn hele naoorlogse leven parten spelen. Hij was een fantast, een professionele leugenaar met een hoog calimerogehalte. Een figuur die weggelopen lijkt uit de magisch realistische romans van John Irving. ‘Geheimzinnigheid is zijn fort’ is daarmee een van de meest verrassende biografieën die ik ooit las.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties